Skip to Content

Wilco van Dijk

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

"Financiële educatie is van nationaal belang"

“Moet je een kind van zes al zakgeld geven?” “Jazeker”, antwoordt professor Wilco van Dijk, specialist op het gebied van economische psychologie en directeur van het Kenniscentrum Psychologie en Economisch gedrag. ‘Met financiële educatie kun je niet vroeg genoeg beginnen’, is zijn credo. Een ander belangrijk speerpunt waar hij meerdere malen op terugkomt is dat lessen op het gebied van geld, verzekeringen en hypotheken onderdeel moeten worden van het landelijk curriculum. “Je wordt niet met financiële vaardigheden geboren, daarom moet je ze, net als schrijven en rekenen, op school leren.”

Van Dijk is opgeleid als experimenteel sociaal psycholoog aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkt sinds 2009 aan de Universiteit Leiden en is hoogleraar Economische Psychologie en haar toepassingen.

Op ons interviewverzoek reageert Van Dijk snel en met reden: “Financiële educatie is een heel belangrijk onderwerp. Het gaat om kennis en vaardigheden die essentieel zijn voor alle Nederlanders. Je hebt het nodig om goed te kunnen functioneren in de maatschappij. Financiële beslissingen zijn complexer geworden; veel zaken spelen een rol. Omdat niemand wordt geboren met financiële vaardigheden moet je deze ontwikkelen. Anders bestaat het gevaar namelijk dat je onverstandige dingen doet; bijvoorbeeld dat je niet op tijd in actie komt om te sparen voor je pensioen of om een financiële buffer op te bouwen.” Bovendien wordt financiële educatie steeds belangrijker, want onze maatschappij wordt complexer. “Veel gevolgen van ons betaalgedrag voelen we niet meer. Je ziet het wel op een digitaal overzicht, maar je ziet je geld niet meer verdwijnen uit je portemonnee. Verder zijn er ook veel meer mogelijkheden zoals achteraf betalen waarover je moet nadenken of dit wel bij je past. Ook als je gaat studeren moet je nadenken over studieleningen et cetera. Voor al deze beslissingen heb je kennis, vaardigheden en ondersteuning nodig.”

Zo financieel (on)gezond is Nederland

In het Rapport Rondkomen en betalingsproblemen (2022) van Nibud wil de organisatie antwoord geven op de vraag hoe Nederlanders rondkomen, in hoeverre zij zich zorgen maken en of zij geldproblemen ervaren.

Het algemene beeld dat uit het rapport naar voren komt is dat in 2022 veel Nederlandse huishoudens gebukt gaan onder de hoge vaste lasten en stijgende uitgaven. Niet alleen mensen met een uitkering of laag inkomen hebben moeite met rondkomen, ook hogere inkomens moeten beter op hun uitgaven letten om rond te kunnen komen.

De belangrijkste resultaten en aanbevelingen:

• Ook hogere inkomens hebben vaker moeite met rondkomen.
• Hoge vaste lasten en stijgende uitgaven zorgen voor financiële problemen.
• Jongvolwassenen zitten meer dan gemiddeld in een kwetsbare financiële situatie.
• Meer mensen lenen bij familie of vrienden.
• Energie, water en huur en hypotheek worden vaker te laat betaald.
• Veel mensen weten de weg naar hulp te vinden.

 

Financiële stress

Wie zijn of haar financiële vaardigheden niet op orde heeft, kan al snel financiële stress ervaren. Van Dijk noemt twee aspecten die hierbij een belangrijke rol spelen, “Ten eerste dat je denkt dat je een financieel probleem hebt of zult krijgen. En ten tweede een gevoel dat je geen controle meer hebt over je financiële situatie en het probleem niet kan hanteren.” In zijn onderzoek valt het Van Dijk op dat juist jongeren tussen de 18 en 24 jaar veel geldstress ervaren.

De professor onderscheidt hierbij twee typen stress: de eerste is het niet rond kunnen komen, de tweede is het niet mee kunnen komen met leeftijdsgenoten, bijvoorbeeld door niet dezelfde merkkleding te kunnen kopen. “Geld betekent vaak status voor jongeren en dit is ook zeker een aspect dat terug moet komen bij financiële educatie. Uiteindelijk maakt geld namelijk niet gelukkig. Je hebt natuurlijk wel een bepaalde hoeveelheid geld nodig om in je basisbehoeften te voorzien en als je meer dan genoeg geld hebt kun je veel nieuwe spullen kopen. Maar uit onderzoek blijkt dat je gelukkiger wordt van ervaringen in plaats van spullen. Dit zijn zaken waar je over moet praten. Wat betekent geld voor je als persoon? Als je minder geld hebt, ben je dan een loser? Dit zijn extreem belangrijke onderwerpen om met jongeren over te praten. Het heeft namelijk ook invloed op je bestedingspatroon; waar geef je geld aan uit?”

Van Dijk ziet als oplossing van financiële stress twee mogelijkheden; of het geldgebrek oplossen of (jonge) mensen meer grip geven op de situatie. “Meer controle heeft ook te maken met dat je er meer vanaf weet en er beter mee kan omgaan: dit kun je bereiken door meer kennis en vaardigheden te ontwikkelen. Een andere manier van begrip krijgen op je financiële situatie is dat je weet wat er van je verwacht wordt en wat de consequenties van bepaalde financiële beslissingen zijn. Deze gevolgen zouden zo eenvoudig en goed mogelijk duidelijk moeten worden gemaakt. We moeten er als maatschappij voor zorgen dat jongeren niet ongewild het overzicht en de controle verliezen. We moeten daarvoor een omgeving creëren die veilig is voor alle burgers en zeker voor jongeren. Online gokken vind ik bijvoorbeeld een ramp. Een ander fenomeen waar ik niet over te spreken ben is after pay. Gelukkig is minister Schouten van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen bezig om in Europees verband te kijken of er strengere regels mogelijk zijn rond achteraf betalen. Gelukkig maar, want volgens mij kan elke webshop after pay aanbieden. After pay is in veel gevallen eigenlijk gewoon een consumptief krediet en daar zouden dezelfde regels voor moeten gelden. De organisaties die het aanbieden zijn ook vaak een beetje vaag wat betreft de voorwaarden voor achteraf betalen en hier moet korte metten mee worden gemaakt. Financiële educatie is één aspect, maar je moet de financiële omgeving ook zo inrichten dat burgers in staat worden gesteld om verstandige beslissingen te nemen. Met alleen kennis en vaardigheden zijn we er nog niet.”

"Met alleen kennis en vaardigheden zijn we er nog niet"

‘Gastlessen zijn een noodverband’

Even terug naar de gastlessen aan de basisscholen en het mbo die vanuit het Verbond worden gegeven. “Als we kijken naar kennis en vaardigheden op financieel gebied vind ik het reuze sympathiek dat er gastlessen gegeven worden; maar het is wel een noodverband. Dit is niet de manier om het te doen; financiële educatie moet structureel ingebed worden in het onderwijs. Ik begrijp de intenties, maar ik blijf erbij dat financiële educatie onderdeel moet zijn van het landelijk curriculum. Zowel de Week van het geld als de gastlessen zijn goedbedoelde initiatieven, maar toch ook een beetje een doekje voor het bloeden. Het ontbreekt aan structurele aandacht voor financiële educatie in onze landelijke onderwijsplannen.”
Van Dijk heeft een aantal jaren geleden samen met onder andere het Nibud, Wijzer in geldzaken en Koningin Máxima bij de commissie Schnabel van het platform Onderwijs 2032 gepleit voor het opnemen van financiële educatie in het landelijk curriculum. Tevergeefs bleek uiteindelijk. “Grootste probleem was denk ik dat er gedacht werd dat er daardoor te veel op het toch al overvolle bordje van docenten kwam te liggen. Maar dat vind ik niet een onoverkomelijke drempel.”

Finland

Hoe kun je dan een manier bedenken die voor docenten en leraren werkbaar is, die niet te veel tijd en geld kost? Van Dijk wijst naar Finland. “In Finland is een lespakket gemaakt dat voldoet aan een aantal leerdoelen die in het Finse landelijke curriculum staan; dit betekent dat er iets bij komt, maar dat ook een aantal andere vakken eruit kunnen. Scholen hoeven dit niet te bedenken; er is een startklaar-pakket met een goede handleiding voor de leraren zodat ze het snel onder de knie krijgen. Dit kan dus makkelijk ingepast worden in het curriculum. In Nederland moet dit toch ook kunnen? Als partijen zoals het Nibud, Eurowijs, Wijzer in geldzaken en nog andere partijen de handen ineenslaan, dan heb je toch zo een lespakket samengesteld dat snel geïntegreerd kan worden in het lesprogramma vanaf de basisschool? Er is namelijk al voldoende kennis aanwezig over welke methodes van financiële educatie effectief zijn in het aanleren van kennis en ontwikkelen van vaardigheden.”

Nationaal belang

De professor benadrukt dat financiële educatie een zaak is van nationaal belang. Het ministerie van OCW kan hierbij het voortouw nemen, eventueel in samenwerking met het ministerie van SZW. “Wijzer in geldzaken is misschien een partij die hierbij ook een belangrijke rol kan vervullen. Het is namelijk een platform waar partijen uit onder andere de financiële sector, de wetenschap, de overheid, het onderwijs en consumentenorganisaties hun krachten bundelen om financiële fitheid in Nederland te bevorderen. En met Koningin Máxima als erevoorzitter hebben zij ook een prachtig boegbeeld, vooral ook met haar eigen financiële achtergrond en haar inzet voor microfinanciering.”
Er is geen moment te verliezen, zo betoogt Van Dijk. “De financiële zorgen van veel Nederlanders zijn groot. En er hoeft maar iéts gebeuren en veel huishoudens hebben een probleem; zo heeft een kwart van de huishoudens helemaal of bijna geen spaargeld en is dus financieel kwetsbaar. Het is onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om hier iets aan te doen. Financiële educatie levert echt wat op; huishoudens die kampen met financiële problemen kosten ons als samenleving namelijk klauwen met geld. Bij financiële educatie gaan de kosten voor de baten uit en helaas worden politici te vaak gedreven door kortetermijngedachten waardoor toereikende financiële educatie voor alle Nederlanders niet of onvoldoende van de grond komt. We hebben in ons land overigens geld zat dus dat is het probleem niet", besluit hij.

(Tekst: Christel Dieleman- Fotografie: Ivar Pel)

Zo zit het in Finland: de FFI in de voortrekkersrol

De Federatie van Finse Financiële Dienstverleners (FFI) is de gemeenschappelijke stem van de Finse financiële sector. De FFI vindt het belangrijk dat elke Fin in staat is zijn of haar persoonlijke financiën kan beheren. Ze ondersteunt de landelijke verbetering van financiële vaardigheden in samenwerking met andere Finse organisaties. Belangrijkste doel: tot het komen van een nationale financiële geletterdheid.

“Iedereen moet al vanaf de basisschool basiskennis verkrijgen van financiële en economische zaken. Kinderen moeten klaargestoomd worden voor het financiële leven met een toolset die varieert van slimme uitgavenpatronen, kennis hebben van verzekeringen voor persoonlijke of zakelijke risico’s en leren over ondernemen, sparen en investeren”, aldus de FFI.

Wapenfeiten van de FFI

De federatie beïnvloedt het nationale curriculum en studiematerialen via het Ministerie van Onderwijs en Cultuur. Doel is om scholen en onderwijsinstellingen te helpen om jongeren basisvaardigheden te leren op het gebied van persoonlijke financiën en risico’s.

De FFI speelde een belangrijke rol in een voorstel voor een nationale strategie om financiële geletterdheid te promoten in Finland. De implementatie en coördinatie van deze strategie is in 2022 gelanceerd onder de vleugels van het Ministerie van Justitie.

De FFI voorziet scholen van lesmaterialen om scholieren financiële vaardigheden bij te brengen. Zo is er Zaldo.fi voor basisschoolleerlingen. Dit is een leeromgeving in de vorm van een game waaraan zelfs een nationale competitie is verbonden. Voor middelbare scholieren is er de Economic Guru competition. Aan social studies-leraren biedt de FFI Talous Tutuksi; een serie seminars waarbij verschillende economische onderwerpen worden behandeld.

Op het gebied van verzekeringen biedt de federatie sinds 2019 gratis workshops aan op scholen. In totaal hebben al zo’n 3300 tieners aan deze workshops deelgenomen. Het sociale verzekeringsinstituut (Kela) en de Finse financiële ombudsman zijn medeontwerpers van de workshops.

Tot slot werkt de FFI ook samen met ouderenorganisaties om ook voor deze groep specifieke programma’s samen te stellen.


Was dit nuttig?