Skip to Content

De zomer van 2022: zorgen over rabiës

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Traditiegetrouw maken de alarmcentrales in het najaar de balans op. Hoeveel hulpvragen zijn er geweest? Meer of minder dan een zomer eerder? En wat springt eruit? Eurocross heeft in twee maanden maar liefst 52.000 telefoongesprekken gevoerd en maakt zich zorgen om rabiës.

Rabiës, ook wel hondsdolheid genoemd, komt in zo’n 150 landen voor. Een lik, krab of bijt van een besmette hond, kat, vleermuis of aap kan voldoende zijn om een infectie op te lopen. Rabiës is dodelijk en al voor de coronapandemie zag Eurocross het aantal meldingen snel toenemen. Tussen 2016 en 2018 verdubbelde het aantal van 163 naar 342. “En deze zomer (van 4 juli tot en met 4 september) hebben wij maar liefst 130 hulpvragen ontvangen. Tegenover tien meldingen in 2021 en 2020”, vertelt Angela Looyé, Manager Corporate Communications.

Rabiës in Europa

De meeste hulpvragen in juli en augustus kwamen uit Indonesië (14 procent), gevolgd door Thailand (12 procent) en Colombia (9 procent). Maar Looyé benadrukt dat rabiës zich niet beperkt tot Azië en Zuid-Amerika. “Rabiës komt ook in Afrika en zelfs in Europa voor, bijvoorbeeld in Polen, Roemenië, Albanië en Turkije.”
Ze heeft geen directe verklaring voor het stijgend aantal meldingen. “Er wordt meer gereisd, maar het kan ook zijn dat reizigers weten dat ze ons moeten bellen als ze mogelijk zijn besmet. We weten niet precies waarom het stijgt, maar het valt ons wel op.”

"In twee maanden tijd hebben wij acht keer iemand moeten repatriëren"

Repatriëren

En Looyé maakt zich zorgen. “Als je rabiës hebt, ga je dood. Zo hard en simpel is het. Het levert reizigers ongelooflijk veel stress op als ze zijn gekrabd of gebeten. Bij een eventuele besmetting moet je namelijk heel snel zijn. Binnen 24 uur zijn, in veel gevallen, antistoffen nodig en het grote probleem in Zuid-Amerika is dat die erg schaars zijn. Als een reiziger in Zuid-Amerika wordt besmet, zit er vaak maar één ding op: zo snel mogelijk repatriëren naar Nederland en de antistoffen toedienen. Afgelopen zomer hebben wij in twee maanden tijd acht keer iemand moeten repatriëren.”

Stress

In samenwerking met het Leids Universitair Medisch Centrum doet Eurocross kwalitatief onderzoek. Daaruit blijkt dat zestig procent van de mensen die in een dergelijke situatie komt angst ervaart. “Ik weet nog van een reiziger die in Afrika was gebeten door een aap. Zij is gerepatrieerd en heeft de antistoffen pas in Nederland ontvangen. Een paar maanden later sprak ik haar weer en toen was ze nog zo getraumatiseerd dat ze er nauwelijks over kon praten. Ze twijfelde nog steeds of ze het alsnog kon krijgen. In de meeste gevallen komen de klachten zo’n twintig tot negentig dagen na de besmetting.”

"Meestal komen de klachten zo'n twintig tot negentig dagen na de besmetting"

Vooraf vaccineren

Het is voor Looyé en haar collega’s bij Eurocross een raadsel waarom er niet meer aandacht is voor rabiës. “Wij besteden er geregeld aandacht aan, maar wij bereiken simpelweg niet iedereen. Wellicht is het veel beter om mensen erop te wijzen als ze een reis boeken. Als je je vooraf laat vaccineren wanneer je naar een risicobestemming gaat, levert dat in ieder geval een stuk minder stress op. Als je dat niet hebt gedaan en je twijfelt na een beet of een krabbel, bijvoorbeeld omdat je geen bloed ziet, neem dan contact op met onze alarmcentrales. Onze hulpverleners weten waar je op moet letten. En liever één keer te veel gebeld dan één keer te weinig.”

Schaarste aan vaccins en antistoffen
Naast de schaarste van de antistoffen die nodig zijn na een mogelijke besmetting is er wereldwijd ook een tekort aan vaccins. Floriana Luppino, arts bij Eurocross, vertelt dat de GGD daarom is geïnstrueerd om selectief een vaccinatie vooraf te geven. “Bijvoorbeeld alleen bij backpackers die een duidelijk risico lopen, omdat ze in meer rurale gebieden gaan lopen of fietsen.”

Volgens haar verschuift daarmee het probleem, omdat veel andere mensen onbeschermd op reis gaan, maar ook lokaal moeite hebben om de nodige antistoffen te krijgen. Juist daarom is het extra belangrijk om elke vorm van contact met dieren te vermijden, benadrukt ze. “Loop met een grote boog om dieren heen en bezoek geen risicovolle bezienswaardigheden zoals een Monkey Forest. En neem bij een mogelijke besmetting altijd direct contact op met je alarmcentrale.”


Was dit nuttig?