Momenteel hebben zo’n 725.000 Nederlandse huishoudens het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) en elk jaar komen daar 15.000 huishoudens bij. Die cijfers stemmen tot tevredenheid, maar een snellere stijging is zeker mogelijk.
Dat zegt Lilian Tieman, adviseur woninginbraken van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), de organisatie achter het keurmerk. Zij reageert hiermee op de Risicomonitor Woninginbraken van het Verbond. Hieruit blijkt dat zo’n 10 procent van de woningen in Nederland het keurmerk heeft en dat deze woningen 37 procent minder kans op inbraak hebben.
Verzekeraars kunnen volgens haar helpen een sterkere stijging te realiseren. “Een van de momenten waarop consumenten nadenken over woningbeveiliging, is bij het afsluiten van een verzekering. Vroeger werden ze op dat moment persoonlijk geadviseerd, maar nu is het afsluitproces vaak geautomatiseerd. Wij hebben het gevoel dat dit moment verloren is gegaan. We gaan graag met verzekeraars om de tafel om te kijken hoe we er meer uit kunnen halen.”
Tweedeling
Maar ook andere partijen kunnen een bijdrage leveren, zegt Tieman. Zo constateert ze dat als het gaat om veiligheid, er vooral aandacht is voor nieuwbouwwoningen. “Je ziet een grote tweedeling. Mensen in nieuwbouw zijn redelijk goed beveiligd, maar mensen in bestaande bouw niet.” Zij pleit voor meer aandacht voor bestaande woningen. Zo zouden woningcorporaties het hang- en sluitwerk kunnen meenemen in het onderhoud.
Ook stelt Tieman vast dat nog niet iedereen in Nederland vasthoudt aan dezelfde norm als het gaat om woningbeveiliging. In renovatieplannen staat bijvoorbeeld regelmatig dat woningen hang- en sluitwerk krijgen dat gelijkwaardig is aan het PKVW. Verschillende partijen vinden dus steeds opnieuw het wiel uit. “We zoeken met z’n allen naar een norm, maar die norm ís er. Het Politiekeurmerk is bewezen effectief. Waarom gaan we daar niet met z’n allen achter staan? Dan zien we nog een veel grotere stijging van het aantal woningen dat beveiligd is volgens een degelijke norm.”
Interviews met ex-inbrekers
Dat woningen met het PKVW een kleinere kans op inbraak hebben, is geen toeval. De eisen die het CCV aan hang- en sluitwerk stelt, zijn onder andere gebaseerd op uitgebreide testen en interviews met ex-inbrekers. Elke drie jaar worden de eisen opnieuw onder de loep genomen en zo nodig geüpdatet. Uitgangspunt is dat het een inbreker niet mag lukken om met de meest gebruikte inbraakgereedschappen binnen drie minuten een woning binnen te dringen, waardoor hij het doorgaans opgeeft.
Niet voor niets lopen de eisen van het PKVW vaak vooruit op wettelijke eisen. Het CCV eist bijvoorbeeld al sinds 2011 dat nieuwbouwwoningen sloten met cilindertrekbeveiliging hebben, maar pas sinds begin dit jaar zijn die ook wettelijk verplicht. Tieman: “Als wij nieuwe inbraaktechnieken signaleren, kunnen wij binnen het Politiekeurmerk snel acteren. Je ziet dat de wetgever daar achteraankomt.”
Was dit nuttig?