Skip to Content

Stichting Salvage viert feest

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

​Zelf een brandje blussen? Of onder de noemer Feel the heat voelen hoe heet dat nou is, zo’n brand? Het kan allemaal, vandaag in Bussum waar de Stichting Salvage haar 30-jarig bestaan viert. Naast inleidingen van onder meer Verbondsvoorzitter David Knibbe, voorzitter van het Veiligheidsberaad Hubert Bruls en Salvage-directeur Brenda Reinders, kunnen de 240 deelnemers ook zelf aan de slag in tien verschillende workshops.

Brenda Reinders  is er niet de volle dertig jaar bij geweest, maar het scheelt niet veel. “Toen ik in 1988 kwam, waren vier van de 49 brandweerregio’s actief en moest Salvage nog landelijk worden uitgerold.” Reinders kreeg in 1995 de leiding over de stichting en als ze nu terugblikt, staat met name de vuurwerkramp in Enschede haar nog helder op het netvlies. “Die had echt veel impact.”

Besmettelijk virus
In zijn algemeenheid noemt Reinders de bezieling en gemotiveerdheid van iedereen die met Salvage  te maken heeft, heel bijzonder. “Coördinatoren die zich spontaan melden bij een (grote) calamiteit om een dienst te draaien. Coördinatoren die sowieso 24/7 klaar staan, ook om voor een piepklein brandje ’s nachts op pad te gaan. Ik kan altijd op iedereen een beroep doen en heb daarom Salvage wel eens een besmettelijk virus genoemd.”

NMA
In dertig jaar tijd heeft Salvage de nodige veranderingen doorgemaakt. Zo heeft de stichting begin deze eeuw de organisatie omgebogen. “Door onze unieke positie in de markt is het belangrijk dat  concurrentie gewaarborgd blijft. Voorheen had iedere coördinator zijn eigen gebied en voor alle bureaus gold één vast tarief. Vanaf de ombuiging is de inschakeling onder andere afhankelijk van de kwaliteit van de Salvagecoördinator en het gehanteerde tarief van het bureau. Op die manier is de concurrentie gewaarborgd.”

Water- en stormschade
Een harde dobber, waar Reinders vanaf het allereerste begin aan heeft getrokken, betreft de uitbreiding van het werkterrein van Salvage met water- en stormschade. “Het is een paar keer eerder, om diverse redenen, niet doorgegaan en heeft al met al lang geduurd, maar sinds 1 december doen we deze meldingen erbij.” Mooie testcase kwam eind februari toen Salvage bij 29 meldingen haar diensten verleende. “Dan hebben we het niet over losliggende dakpannen”, benadrukt Reinders. “Dat zijn grote meldingen die wij er gewoon bij doen. So far so good, maar het is en blijft een aandachtspunt als het echt gaat stormen en hozen of we dan genoeg coördinatoren op de been kunnen krijgen.”

Naamsbekendheid
Intussen is Salvage bij het grote publiek iets bekender aan het worden. Eén op de vijf consumenten kent de dienstverlening na brand. “We komen van vijftien procent, dus we gaan omhoog”, aldus Reinders, die er meteen aan toevoegt dat naamsbekendheid geen doel op zich is. “Wij willen niet worden gezien als een club van de overheid, maar als een stichting die namens de verzekeraars hulp biedt. Daarnaast is het fijn als mensen ons weten te vinden, maar aan de andere kant hoeven wij niet bekend te zijn bij het grote publiek. Liever niet zelfs. Ik moet er niet aan denken dat particulieren ons bestoken met meldingen. Wij willen alleen daar zijn waar we écht iets toe te voegen hebben. Daar ligt onze kracht en dat willen we graag zo houden.”

Cijfers
De dienstverlening van de Stichting Salvage, die officieel is opgericht door de Vereniging van brandassuradeuren in Bilthoven, wordt hoog gewaardeerd door gedupeerden. In 2016 kregen de coördinatoren een gemiddeld rapportcijfer van 8,4. Traditiegetrouw krijgt Salvage, sinds 2005, jaarlijks te maken met tussen de 6.000 en 7.000 objecten waar inzet nodig is. De meeste meldingen komen in december en januari binnen. De drukste nacht is die van oud op nieuw.
In 2016 was zaterdag de dag met de meeste brandmeldingen waar de inzet van Salvage werd gevraagd. Een jaar eerder was dat de vrijdag. Als ten slotte wordt gekeken naar de meldingen per veiligheidsregio, dan is Rotterdam-Rijnmond koploper, gevolgd door Midden-/West-Brabant en Utrecht.


Was dit nuttig?