
Na een jaar voorbereiden, ontwikkelen en hard werken, is het zover. Vanaf vandaag kan de Werkdruktemeter worden ingezet. Gerard van Hees (FNV) is ervan overtuigd dat de meter gretig aftrek zal vinden. “Zeker in deze tijd.” Samen met Arnest Deurloo, voorzitter van de Taskforce Arbocatalogus, zet hij nut en noodzaak van de meter op een rij.
Het is voor Gerard van Hees, lid van de Taskforce Arbocatalogus en bestuurder van FNV Finance, van meet af aan duidelijk dat de Werkdruktemeter in een grote behoefte zal voorzien. “Het instrument helpt verzekeraars om het werkplezier én werkdruk te meten. Dat is belangrijk, omdat werkdruk zowel objectief als subjectief is. Door de Werkdruktemeter verzamel je concrete informatie. Daarmee kunnen managers het gesprek aangaan over het werkplezier en de mogelijkheden om werkdruk individueel, via een gerichte teamaanpak of op ondernemingsniveau aan te pakken.”
Arnest, ook lid van de onderhandelingsdelegatie werkgevers en bestuurslid sectorbestuur arbeidsvoorwaarden, vult aan dat je graag wilt voorkomen dat mensen blijven hangen in de analyse over de vraag wat er aan de hand is. “Als werknemers aangeven dat zij werkdruk ervaren, dan moet je daar iets mee en ga je kijken wat je eraan kunt doen. De Werkdruktemeter ondersteunt dit.”
Gerard van Hees, FNV Finance
"De Werkdruktemeter gaat in een behoefte voorzien"
Gecoördineerde aanpak
Een proef op de som leert dat je als werknemer op www.werkdruktemeter.nl niet zomaar aan de slag kan. “Dat is een bewuste keuze”, benadrukt Arnest. “Het instrument is voor iedereen bedoeld, maar we hebben er bewust voor gekozen om iemand aan te wijzen die het instrument openstelt voor gebruik. Na openstelling kunnen leidinggevenden en medewerkers ermee aan de slag. Op die manier zorgen we ervoor dat mensen bewust aan de slag gaan met de Werkdruktemeter. Als organisaties er eenmaal mee aan de slag zijn, en er ervaring mee hebben opgedaan, kunnen we het gebruik breder openstellen. Door er in het begin iets meer begeleiding op te zetten, verhogen we de kans dat er ook daadwerkelijk iets met de resultaten wordt gedaan.”
Hoe werkt het?
Om toegang te kunnen krijgen tot de Werkdruktemeter moet degene die zich bezighoudt met het personeelsbeleid, bijvoorbeeld een HR-manager of arbo-coördinator via www.werkdruktemeter.nl een licentiecode aanvragen. Daarmee is hij of zij ook meteen de coördinator van het bedrijf. Met de licentiecode krijgt de coördinator toegang tot het dashboard van de meter en in dat dashboard maakt hij teams aan. De coördinator kan vervolgens leidinggevenden uitnodigen om met de Werkdruktemeter aan de slag te gaan. De leidinggevenden op hun beurt nodigen teamleden uit om de meter in te vullen.
De test zelf bestaat uit elf basisvragen die de belangrijkste thema’s rondom werkdruk omvatten. Als een medewerker een basisvraag negatief beantwoordt, krijgt hij vervolgvragen die meer de diepte in gaan. Na de test krijgen medewerkers direct feedback met praktische tips. Ze kunnen die resultaten downloaden of via een e-mail naar zichzelf sturen.
Arnest Deurloo, Allianz
"Werkdruk is ingewikkeld"
Bewuste keuze
Zo op het eerste oog lijkt het best een klus om door alle vragen heen te gaan, maar ook dat is een bewuste keuze. “De vragen laten precies zien wat relevant is”, zegt Arnest. “Als je een negatief antwoord geeft, en in vervolgvragen terechtkomt, is dat immers meteen al een indicatie dat er meer aan de hand is.”
Volgens Gerard maakt het bovendien duidelijk dat werkdruk juist ingewikkeld is, omdat het zoveel facetten bevat. “Zeker als het een collectief probleem blijkt te zijn, dat bij meerdere teams of afdelingen speelt. Dan heb je meteen een agenda voor een probleem waar je concreet mee aan de slag kan. Dat is het mooie van deze opzet.”
Anoniem
Beide heren wijzen er met klem op dat de test volledig anoniem is. Namen en e-mailadressen worden niet gekoppeld aan de uitslag, zodat een leidinggevende niet weet wie de test heeft gedaan en/of wat ingevuld is. Twee weken na de e-mail wordt automatisch de naam van de werknemer en het e-mailadres verwijderd. Bovendien krijgt de leidinggevende pas resultaten te zien als minimaal vijf medewerkers de vragen hebben beantwoord. Een extra optie om de anonimiteit te waarborgen.
Worstelen met werkdruk
Het idee achter een Werkdruktemeter komt voort uit een afspraak in de Cao voor het Verzekeringsbedrijf. Simpelweg omdat de cao-partijen zagen dat veel verzekeraars worstelen met werkdruk. “Zeker naar de zin van de ondernemingsraden gebeurde er te weinig, maar dat bleek weer te liggen aan een gebrek aan concrete handvatten”, vertelt Gerard. Hij ziet de meter, net als Arnest, vooral als een belangrijke service naar verzekeraars om ze te helpen het gesprek aan te gaan over werkdruk. “We geven verzekeraars hiermee de mogelijkheid na te gaan of een verondersteld probleem ook echt een probleem is en waar dit in de organisatie speelt. Regelcapaciteit is bijvoorbeeld medebepalend voor de werkdruk. Als een stafafdeling werkdruk ervaart, maar een operationele afdeling niet, wat is er dan aan de hand? De Werkdruktemeter helpt bij die zoektocht en wij adviseren alle verzekeraars om ermee aan de slag te gaan.”
Tachtig procent
Gerard legt de lat dan ook hoog voor wat betreft het succes van de Werkdruktemeter. “Ik ben tevreden als 80 procent van de verzekeraars het gebruikt en als 75 procent leidt tot een concreet actieprogramma.” Volgens Arnest is het ook een succes als de individuele werknemer aangeeft dat zowel wat betreft werkplezier, maar ook wat betreft de werkdruk zijn of haar situatie verbeterd is door de Werkdruktemeter. Dan is het de investering meer dan waard.”
Kers op de taart

Op de vraag hoe de Werkdruktemeter zich verhoudt tot de Sociale Agenda, geeft Arnest aan dat de Werkdruktemeter heel goed past bij de duurzame inzetbaarheidsambitie van de agenda. “Er wordt immers van je verwacht dat je je continue aanpast en ook nog langer doorwerkt op een gezonde manier. De agenda kijkt waar je dat op een positieve manier kunt beïnvloeden.”
Ook Gerard ziet een duidelijke link met de agenda: “Het feit dat de agenda er is, belangrijke onderwerpen agendeert en instrumenten ontwikkelt om individuele bedrijven verder te helpen. Dat is wat mij betreft de kers op de taart van agenda. En wat mij betreft gaan we er nog veel meer kersen bijleggen!”
Was dit nuttig?