Boer Jan (Veld en Beek)

Hij kijkt de deelnemers die zich in zijn grupstal hebben verzameld, één voor één aan als hij vraagt: “Wil de consument melk van een koe die voornamelijk wordt gevoed met gras of met krachtvoer? En wil die consument hoog-gepasteuriseerde of laag-gepasteuriseerde melk? Ik kan het aan jullie, aan een familielid of aan een Chinees vragen, ik krijg dezelfde antwoorden.”

"Consument is niet gek"

Jan benadrukt dat hij en zijn mede-ondernemers alle vraagstukken op diezelfde manier benaderen: vanuit de consument. “Wij organiseren rondleidingen en kregen eigenlijk constant dezelfde vraag: waarom lopen de kalveren niet bij de koe? Als dat vijftig keer wordt gevraagd, ga je nadenken. Ja, waarom eigenlijk niet? Al jaren blijkt nu dat het wel kan. De consument is niet gek.”

Blaarkop-koeien

De koeien op Veld en Beek zijn van het oud-Hollandse Blaarkop-ras. Ze zijn zowel geschikt voor de productie van melk als vlees, en ze passen goed in de biologische bedrijfsvoering. “Onze koeien produceren zo’n 5.000 liter melk per jaar, met weinig krachtvoer. Een gemiddelde Nederlandse koe levert 10.000 liter in een jaar, met veel krachtvoer, maar dat wil die consument dus niet.”

"Zolang duurzame producten duurder blijven, komen we geen stap verder"

Accijnzen nodig

De consument staat centraal bij de ondernemers van Veld en Beek, maar toch is Jan juist daarom ook cynisch. “Het is leuk dat wij een biologische boerderij hebben, met 3.300 klanten, maar gaat het helpen in onze strijd voor een betere biodiversiteit? Nee! En dat komt vooral door het simpele feit dat alles dat duurzaam is vooral duur is en alles dat niet duurzaam is, goedkoop is.”

Loodvrije benzine

In Jans’ visie is er maar één oplossing: duurzame producten goedkoper maken dan niet-duurzame producten. “Hoe je dat doet? Net zoals eerder bij de accijnzen voor benzine. Loodvrije benzine is goedkoper dan benzine met lood. Hoe moeilijk kan het zijn? Ik waardeer het echt heel erg dat jullie een convenant hebben gesloten en stappen zetten, maar we moeten het echt hebben van de consumentenvraag. Die is essentieel en biedt de enige oplossing. Zolang duurzame producten duurder blijven, komen we geen stap verder en plukken we alleen het laaghangende fruit.”

"Boeren moeten niet meer, maar minder willen verkopen"

Rol overheid

En Jan gaat nog een stap verder. Want het gaat hem niet alleen om ons voedsel. Wat te denken van de koelkasten die een label kennen van a tot en met f. “Mag jij raden welke koelkast het meeste wordt verkocht? Terwijl we het zo kunnen realiseren hé. Gewoon volgend jaar accijns op koelkasten b tot en met f en het werpt meteen zijn vruchten af.”
Zijn relaas leidt tot een vraag uit de zaal: “de overheid wil graag dat wij onze verantwoordelijkheid nemen als belegger, zodat we problemen helpen oplossen. Maar als ik dit nu zo hoor, moet de overheid de markt ook beter helpen om zijn werk goed te doen. Wij zeggen altijd dat investeren prima is, maar er wel een businesscase moet zijn. Dat is toch niet onterecht?”

Sustainalism

“De overheid en de samenleving is één”, antwoordt Jan. “We kunnen namelijk niet verwachten dat duurzaamheid zomaar uit de lucht komt vallen. Als ik boeren hoor zeggen dat ze de wereld willen voeden, moet ik lachen. Boeren moeten niet meer, maar juist minder willen verkopen. Als boeren massaal duurzaam en dus minder produceren, omdat alle consumenten erom vragen en omdat het goedkoper is, komen er vanzelf tekorten en gaan de prijzen omhoog.”
Volgens Jan wordt het hoog tijd dat met name Den Haag zich realiseert dat het alleen over Sustainabilism moet gaan. “Dat DDND (Duurzaam Dus Niet Duur) is echt de enige oplossing. Op die manier creëren we ook een beter evenwicht tussen dierlijke en plantaardige producten. Simpelweg omdat plantaardige producten veel makkelijker en goedkoper te produceren zijn. En voor het geval jullie het je afvragen: nee, we krijgen dan geen honger, maar door de hogere consumentenprijzen voor niet-duurzaam wel een andere en vooral betere balans tussen plantaardige en dierlijke consumptie.”