Vervolg interview Johannes Nijenhuis

“Ik ben betrokken geweest bij een groot internationaal witwas/fraudeonderzoek, waarbij Suriname, Sint Maarten, Spanje, Brazilië en Duitsland waren betrokken. Criminelen hadden miljoenen witgewassen door te investeren in vastgoed. Het was een mooie klus om alle constructies bloot te leggen, de witwaspraktijken te bewijzen én het vermogen in beslag te nemen. Uiteindelijk hebben we voor ongeveer zeven miljoen conservatoir beslag kunnen leggen. Bovendien hebben we in dit onderzoek ervaren hoe belangrijk het is om goede internationale contacten met collega’s in diverse landen te hebben. Een goed netwerk is noodzakelijk om de samenwerking soepel laten verlopen.”

Is er in de vijf jaar dat jij bij de politie werkt eigenlijk veel veranderd in de publiek-private samenwerking?

“Dat vind ik lastig om te beantwoorden. Het is sowieso al heel wisselend wat en hoeveel aangiften er binnenkomen, maar ik kan echt niet beoordelen wat er in de verzekeringssector speelt. Of in welke sector dan ook. Wel durf ik te stellen dat we meer zicht op zaken hebben en beter prioriteiten kunnen stellen. Dat komt natuurlijk vooral, omdat we elkaar steeds beter weten te vinden.”

Hoe ziet het Frontoffice Fraude Financieel in Noord-Nederland eruit?

"Wij hebben twee operationeel specialisten (financieel rechercheurs) en een recherche-assistent voor de nodige ondersteuning. Drie mensen dus die een deel van hun tijd aan het FoFF besteden en samen met verzekeraars tot een effectieve aanpak van verzekeringsfraude kunnen komen.”

Hoe bedoel je dat?

“Intern weten collega’s in de districten en regio’s ons allang te vinden als het om fraude en witwassen gaat. Ook in de verzekeringssector hebben we veel goede contacten, maar er zijn partijen die ons onvoldoende weten te vinden en misschien ook niet altijd aangifte doen als de situatie daar wel om vraagt. Ik hoop dat dit in de toekomst verandert. Voor ons is het soms handig om te weten dat een aangifte er aankomt en voor een aangever kan het wel eens handig zijn om te sparren bij een kop koffie. Daarom zou ik tegen alle verzekeraars in het noorden willen zeggen: schroom niet en bel of kom langs.”

Hoe komt een zaak bij het FoFF binnen?

“Nieuwe aangiften kunnen rechtstreeks bij ons binnenkomen, maar ook doordat een financiële instelling aangifte heeft gedaan bij een bureau in de buurt. In ieder geval wegen en beoordelen wij alle zaken die bij ons binnenkomen. Daar hebben we een mooi weegmodel voor dat is ontwikkeld door onze collega’s uit Rotterdam en waar wij erg blij mee zijn. Kort samengevat vullen wij criteria in als dader(groep), internationaal verband, maatschappelijk belang, etc. en dan rolt er vanzelf uit waar de aangifte thuishoort. Stel dat een zaak hoort bij het district Drenthe, dan wordt de zaak overgedragen en bepaalt Drenthe, uiteraard wel in overleg met het OM, of ze de zaak oppakken of niet.”

En als de zaak wel bij jullie hoort, wat dan?

“Dan hebben we twee smaken: we pakken hem wel op of niet. Als dat laatste het geval is, bijvoorbeeld doordat er te weinig bewijslast is, dan nog volgt van onze kant ‘slechts’ een advies aan de fraudeofficier van het OM. Hij of zij neemt het besluit, maar wij sturen een brief aan de aangever met de beweegredenen waarom de zaak niet wordt opgepakt. Daarnaast geven wij ook telefonisch of in een fysiek gesprek een toelichting op het besluit. Overigens is dat niet uniek hoor. Dat werd in het verleden ook wel gedaan, zij het soms op een andere manier. Als politie hopen we daarmee ook meer begrip te kweken. We kunnen niet alle aangiften oppakken, maar desondanks zal ik nooit iemand het advies geven om geen aangifte te doen. Sterker nog, als er een strafbaar feit is gepleegd, vind ik dat financiële instellingen altijd aangifte moeten doen.”

Waarom zouden verzekeraars wel aangifte moeten doen als de zaak toch niet wordt opgepakt?

“Stel dat meneer Y bij vier verzekeraars fraude pleegt, maar er doet er maar één aangifte. Dan heb je toch een heel ander verhaal dan wanneer ze alle vier aangifte doen. Juist doordat de FoFF’s als een sluis fungeren, wordt dat soort fraude beter zichtbaar.”

Wat kan een verzekeraar zelf doen om ervoor te zorgen dat jullie de zaak oppakken?

“Als een verzekeraar goed kan onderbouwen om welke strafbare feiten het gaat, helpt dat zeker. Vergeet niet dat wij altijd met feiten werken. En ik weet het, het is een open deur, maar natuurlijk is de kans groter dat een zaak wordt opgepakt als die goed is onderbouwd.

Geldt hetzelfde voor ‘hoe zwaarder het delict hoe groter de kans dat …’?

“Tegenwoordig spreken wij meer over hoe ondermijnender het delict, maar hoewel het geen regel is, doet ook dat aspect een duit in het zakje. Ik ben overigens bewust wat voorzichtig in mijn formulering, omdat het niet in hokjes te plaatsen is wanneer we een zaak wel/niet oppakken. Als wij vijf zaken op de plank hebben liggen, die alle vijf een hoog ondermijnend karakter hebben, blijft het een kwestie van prioriteiten stellen. Daarom zijn wij ook zo blij met het Rotterdamse weegmodel, maar wil ik ook graag eindigen met de oproep die ik eerder deed richting verzekeraars: zoek ons op, kom langs voor een koffie en vertel ons je verhaal. De uitkomst kan niet altijd leuk zijn, maar met begrip komen we al een heel eind, toch?”

Ook benieuwd naar het Rotterdamse weegmodel? Lees/scroll dan vooral verder!