"Big Data kan ongewenste subsidiërende solidariteit tegengaan"

Het begrip solidariteit wordt vaak in verband gebracht met het begrip “solidair zijn”: iets of iemand willen steunen vanuit een gevoel van verbondenheid. Ook binnen verzekeren is solidariteit een belangrijk begrip. Sterker nog, het verzekeringsbedrijf ontleent zijn bestaansrecht eraan. Maar solidariteit is geen doel op zich. “Misschien kunnen we daarom beter spreken over risicodeling. Want dat is waar het in werkelijkheid om gaat”, aldus actuaris Egbert Kromme.

Als de risico’s voor alle verzekerden voor wat betreft schadekans en verwachte schadegrootte exact gelijk zijn, lijkt het logisch om deze te delen en alle verzekerden dezelfde premie te laten betalen. Maar als een huis met een waarde van € 500.000 afbrandt, zal de schade groter zijn dan wanneer een huis van € 200.000 afbrandt. En wanneer een auto van € 50.000 wordt gestolen, is de schade ook groter dan wanneer een auto van € 20.000 wordt gestolen. Logisch dus om de verzekerde met het duurdere huis en de verzekerde met de duurdere auto een hogere premie te laten betalen.
Dezelfde redenering gaat op als de schadekans niet voor alle verzekerden gelijk is. Als twee verzekerden alleen van elkaar verschillen, omdat de ene 10.000 kilometer per jaar rijdt en de andere 60.000 kilometer, dan betaalt degene die meer kilometers simpelweg een hogere premie, omdat zijn risico groter is.
Bij levensverzekeringen geldt iets soortgelijks. Iemand die rookt heeft een grotere kans op overlijden dan iemand die niet rookt. Logisch dus dat een roker een hogere premie betaalt voor zijn overlijdensrisicoverzekering. Eigenlijk zou het dan ook logisch zijn dat deze roker een lagere premie betaalt voor zijn lijfrente of pensioenverzekering, maar er is slechts één verzekeraar geweest die dat ooit heeft doorgevoerd.

Mannen-vrouwen
Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen en op basis daarvan is het logisch als vrouwen een lagere premie zouden betalen voor een overlijdensrisicoverzekering. Vroeger was dat ook zo, maar als gevolg van Europese wetgeving waarin wordt geregeld dat mannen en vrouwen gelijk moeten worden behandeld, mag dit onderscheid in premie niet meer worden gemaakt. Het rare is alleen dat er juist als gevolg van deze Europese wetgeving ongelijkheid wordt gecreëerd tussen mannen en vrouwen. Doordat de premies voor mannen en vrouwen gelijk moeten zijn, terwijl vrouwen een lagere sterftekans hebben, betalen zij teveel premie voor hun overlijdensrisicoverzekering ten opzichte van het risico dat ze lopen en mannen betalen te weinig. Gevolg van deze wetgeving is dat vrouwen worden gediscrimineerd. De wetgever bemoeit zich hier met risicodeling en heeft bepaald dat er een oneerlijke risicodeling moet plaatsvinden die in het voordeel werkt van mannen waardoor vrouwen gedwongen worden solidair te zijn met mannen.
Op grond van dezelfde Europese wetgeving geldt voor de lijfrente en pensioenverzekering  precies het omgekeerde. Ook in ons sociale zekerheid stelsel zien we iets soortgelijks. Op basis van het verschil in sterftekansen hebben vrouwen een levensverwachting die bijna drie jaar hoger is dan die van mannen. Als je zou uitgaan van eerlijke risicodeling, zouden mannen zo’n twee jaar eerder AOW moeten krijgen dan vrouwen. Mannen zijn hier op hun beurt solidair met vrouwen en werken daarom een jaartje langer door.

Afnemende solidariteit
Door de toenemende beschikbaarheid van data ontstaat steeds meer informatie waar een verzekeraar gebruik van kan maken om onderscheid in risico’s te kunnen toepassen. Het aantal verschillende risicogroepen waarbinnen een risico wordt gedeeld, kan daardoor toenemen en het aantal verzekerden binnen een risicogroep kan juist afnemen. Dit wordt vaak aangeduid met “afnemende solidariteit”, maar verzekeringstechnisch is er niets aan de hand. Het risico van alle verzekerden wordt nog steeds gedeeld met alle andere verzekerden. Er is dus nog steeds sprake van een volledige risicodeling. Het enige dat er gebeurt, is dat op basis van meer en betere informatie over de verwachte schade er voor iedere verzekerde een premie kan worden vastgesteld die beter het specifieke risico weergeeft. Dit is risicodeling en heeft niets te maken met “niet solidair zijn”. Tenzij we het “solidair” zouden vinden dat een verzekerde met een goedkope auto die weinig kilometers rijdt een hogere premie betaalt om een verzekerde met een dure auto die veel kilometers rijdt te subsidiëren? Als de maatschappij vindt dat bepaalde groepen verzekerden gedwongen solidair moeten zijn met andere verzekerden door de ene groep de andere te laten subsidiëren, dan zal dat via wetgeving moeten worden geregeld. Voor een commerciële verzekeraar is het onverstandig om dit te doen, zeker als andere verzekeraars dat niet doen. Het kan voor een verzekeraar juist heel aantrekkelijk zijn om net een stap verder te gaan in het maken van onderscheid dan een andere verzekeraar. Daarom zijn investeringen in Big Data en in actuarissen die gebruik maken van Advanced Data Analytics een must voor elke verzekeraar, om te voorkomen dat ongewenste subsidiërende solidariteit optreedt binnen de portefeuille.

Beter afgestemde premie
Als wordt gesproken over “afnemende solidariteit” bij verzekeringen, wordt wel beweerd dat naarmate meer en meer informatie beschikbaar komt en gebruikt wordt, uiteindelijk iedere verzekerde precies de premie betaalt die past bij zijn eigen schade en daarmee het eind van verzekeren is bereikt. Dat is natuurlijk helemaal niet het geval. Stel dat een verzekeraar precies kan uitrekenen dat op basis van allerlei mogelijke risicokenmerken de premie voor de verzekering van mijn huis precies € 300 per jaar bedraagt, dan is verzekeren nog steeds interessant. Niemand kan namelijk precies voorspellen of mijn huis zal afbranden en wanneer dat dan eventueel zal gebeuren. Er is nog steeds sprake van even veel risicodeling als voorheen, alleen de subsidiërende solidariteit is afgenomen waardoor ik een beter op mijn risico afgestemde premie betaal. Deze afnemende solidariteit wordt pas een probleem wanneer als gevolg van toenemend onderscheid voor een bepaalde groep verzekerden de premie zo hoog zou worden dat deze onbetaalbaar wordt en dit geen direct gevolg is van zelfgemaakte keuzes of zelf te beïnvloeden gedrag. Bij een verzekering voor een huis of een auto is dit wat minder goed voor te stellen, maar bij een zorgverzekering bijvoorbeeld wel. Als deze situatie zich voordoet, is het niet de verantwoordelijkheid van de verzekeraar, maar van de maatschappij om dit via wetgeving te corrigeren, zoals we zien bij de zorgverzekeringswet. Wij als maatschappij bepalen dan dat wij bepaalde groepen willen steunen vanuit een gevoel van verbondenheid. En dat noemden wij dus solidariteit.