Skip to Content

Petra Hielkema (EIOPA)

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

“Dialoog leidt tot betere wetten”

Ruim een jaar geleden stapte ze over van DNB naar EIOPA, de Europese toezichthouder voor verzekeraars en pensioenfondsen. Petra Hielkema is de eerste vrouwelijke voorzitter en presenteerde dit najaar de strategie voor 2023 tot 2026. Waar liggen de prioriteiten? Wat wil ze zelf? En hoe groot is de impact van de inflatie in Europa?

Haar benoeming in het voorjaar van 2021 trok veel belangstelling. Nederland had met Hielkema een belangrijke Europese positie in de wacht gesleept. Het leverde haar zelfs een felicitatie van toenmalig demissionair minister Wopke Hoekstra op. Zelf zei ze dat ze “de pensioenfondsen en verzekeraars wil uitdagen een rol te spelen in de transitie naar een meer weerbare en duurzame economie”. Ze noemde haar benoeming een “mooie, maar ook spannende stap”.
Als Divisiedirecteur Toezicht bij DNB kende Hielkema de verzekeringssector al goed. Maar op het terrein van pensioen moest ze naar eigen zeggen “wel een been bijtrekken”.

Het interview vindt plaats in een vergaderzaal bij het Verbond van Verzekeraars. Hielkema heeft vlak daarvoor de strategische prioriteiten van EIOPA gepresenteerd aan het Verbondsbestuur. Ze blijkt een makkelijke en enthousiaste prater die bovendien wars is van enige autoriteit. “Als ik een lidstaat bezoek, wil ik ook altijd bij de nationale toezichthouder met de mensen op de werkvloer praten. Ik wil graag weten waar zij tegenaan lopen in hun werk voor EIOPA. Daar wordt soms met verbazing op gereageerd. Maar het wordt wel zeer gewaardeerd.”

Persoonlijk

Petra Hielkema is in het voorjaar van 2021 benoemd tot voorzitter van de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA). In september van dat jaar is ze begonnen aan haar vijfjarige termijn.
Daarvoor was Hielkema Divisiedirecteur Toezicht Verzekeraars bij DNB, waar ze verantwoordelijk was voor het prudentieel toezicht op Nederlandse verzekeraars.

Laten we eens met de deur in huis vallen. Je bent nu ruim een jaar voorzitter. Hoe bevalt het in Frankfurt?

“Goed. Het is een ongelooflijk leuke rol, maar het was ook wennen dat eerste jaar. Vooral in coronatijd. Ik zat in Frankfurt, samen met mijn Executive Director Fausto Parente. Vrijwel de rest van mijn collega’s zat ergens in Europa. Dat heeft tot maart dit jaar geduurd, vooral door de strenge regels in Duitsland. Het had veel nadelen, maar ook één voordeel. Als ik ergens sprak, hoefde ik niet meteen in mijn eentje de vloer op. Na mijn praatje beantwoordde ik wat vragen en kon ik weer verder. Dat is in groot contrast met hoe het nu gaat.”

Hoe bedoel je?

“Als ik nu op een conferentie ben, word ik geregeld aangesproken. Leuk en leerzaam, maar daar moest ik moest wel aan wennen. Het aantal keren dat je als Nederlandse toezichthouder of als voorzitter van EIOPA wordt aangesproken, verschilt nogal. Ik moet tegenwoordig alle zeilen bij zetten om bij de koffie te komen.”

Is de overstap van een nationale naar een Europese toezichthouder zo groot?

“Die is klein en groot tegelijk. Ik heb, op vier jaar na, altijd verzekeringstoezicht gedaan bij DNB. Veel van wat wij nu doen, heeft te maken met toezicht, beleid en Solvency II. Bekend terrein dus. In die zin is de stap van DNB naar EIOPA een kleine geweest. Nieuw voor mij was wat ik het AFM-werk noem. Daar moest ik wel een been bijtrekken. Maar wat ik vooral als een grote stap heb ervaren, is die van een kleine lidstaat naar Europa. Als ik nu wat zeg, spreek ik namens Europa. Dat geeft een totaal andere uitgangspositie, want iedere lidstaat kijkt nu naar mij. Ik spreek immers met de Amerikanen, de Japanners en de Zwitsers. Die rol was ik als Nederlandse niet gewend. Een grote stap, maar wel heel leuk.”

"Als ik nu wat zeg, spreek ik namens Europa. Die rol was ik als Nederlandse niet gewend!"

Wat vind je er zo leuk aan?

“Ik mag nu op een ander niveau meepraten. Omdat ik dit jaar voorzitter ben van de drie ESA’s (EBA, ESMA en EIOPA), ben ik op dit moment ook de tweede vice voorzitter van de European Systemic Risk Board. De voorzitter is Christine Lagarde en de vice voorzitter Stefan Ingves (“de Zweedse Klaas Knot”). Als deputy is de kans dat ik echt moet voorzitten erg klein, maar het feit dat ik er zit, vind ik echt leuk. De thema’s raken de kern van de financiële en economische ontwikkelingen in de EU. Ik vind de Europese discussie sowieso uitermate interessant. Ik zit veel dichter op de onderwerpen. En om beter te snappen wat er her en der gebeurt, bezoek ik geregeld een van de lidstaten. Ik probeer in twee dagen tijd, van vroeg tot laat, zoveel mogelijk te leren van dat land. Wie zijn hier? Hoe ziet hun markt eruit? Wat zijn hun zorgen? Waarom zijn die zorgen er? En wat kunnen wij als Europese autoriteit doen? Als Europese toezichthouder kun je veel meer impact hebben dan als toezichthouder in Nederland. Dat is razend interessant.”

Crème de la crème voor een liefhebber van toezicht?

“Zeker. Het is de next level. En dat dan ook nog op een plek waar ik het verschil kan maken in diversiteit. Doordat ik nu op boardniveau zit, kan ik mijn eigen accenten leggen. Wij hebben bijvoorbeeld onlangs gevraagd om de noodzaak van diversiteit bij verzekeraars en pensioenfondsen in de wet op te nemen. Of dat gaat gebeuren is een tweede, maar ik kan het wel aangeven als een thema dat ik belangrijk vind.”

Dat heb je bij je aantreden ook gedaan. Een van jouw persoonlijke speerpunten was om meer vrouwen naar de top te krijgen en te streven naar een betere balans in diversiteit.

“Ja, dat gaat vaak ongemerkt. Ik krijg geregeld berichten van dames op mijn LinkedIn, die mij een voorbeeld noemen. Het feit dat ik heel open ben over het combineren van mijn privéleven met een carrière helpt daarbij. En, niet onbelangrijk, ik blijf mezelf. Ik heb, al in mijn tijd bij DNB, de ruimte gepakt om aandacht te vragen voor diversiteit. Ik loop bijvoorbeeld zelden in een donkerblauw pak.”

Wat is en doet EIOPA?

EIOPA is een Europese autoriteit die toezicht houdt op verzekeraars en bedrijfspensioenfondsen. Daarnaast geeft EIOPA advies, onder meer aan de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. Ook heeft de autoriteit bevoegdheden om in actie te komen als de nationale toezichthouders er onderling niet uitkomen of niet handelen conform de wet.
EIOPA wil het algemeen belang beschermen door bij te dragen aan de stabiliteit en doeltreffendheid van het financiële stelsel op de korte, middellange en lange termijn.

Het gaat je nog steeds aan je hart?

“Aandacht blijft nodig. Vrouwen hebben nog steeds een groter pensioengat dan mannen om maar één ding te noemen. Ik heb laatst een briljant boek gelezen (Invisible women) over datagebruik. De schrijfster komt met voorbeeld na voorbeeld dat de data zelf al biased is. Een van de voorbeelden is dat iemand graag genderneutraal beleid in een Zweeds dorp wilde. Zij nam ook het sneeuwbeleid onder de loep om te kijken of dat wel genderbias is. En wat bleek? De eerste sneeuwschuivers gingen de weg op voor de vroege werkers. Dat zijn meestal mannen, in een goede auto. Met twee centimeter sneeuw lopen zij niet zo’n risico, en omdat er pas later op de fietspaden en bij bushaltes kon worden geveegd, vielen veel mensen die onderweg naar school waren. Toen ze dat sneeuwschuifschema hebben omgedraaid, is het aantal ongelukken en daarmee ook de letselschade drastisch gedaald. Dat is toch een mooi voorbeeld dat je zelf nooit zou verzinnen? Ik probeer in het dagelijks leven bij veel dingen te letten op kleur, sekse, maar zeker ook op achtergrond. Ik doe dat ook bewust in mijn eigen team.”

Doe je dat omdat je op deze stoel zit en je min of meer verplicht voelt om op diversiteit te letten? Of komt het helemaal uit jezelf?

“Ik liep op mijn zestiende al met een vrouwenteken om mijn nek, dus daarover geen twijfel. Daarnaast heb ik een man die ook met diversiteit bezig is. Als je niks doet, loop je wat mij betreft hopeloos achter. Ieder mens heeft support nodig. Ik herinner me als de dag van gisteren dat de herverzekeraars in ons land onder toezicht kwamen. Joanne Kellerman sprak ze toe. Ik werkte als beleidsadviseur bij DNB en had alles voorbereid. Op het moment dat ze begon te praten, dacht ik: daar kan ik dus ook staan. Het stomme is dat ik dat bij mannen nooit heb gedacht. Ooit heb ik een uitspraak van Danièle Nouy (onder meer voormalig hoofd bankentoezicht bij de ECB) in mijn oren geknoopt. Zij zei aan het eind van een lezing: nog even één ding, speciaal voor de dames. Als je ooit wordt gevraagd als voorzitter voor een internationale werkgroep, dan zeg je eerst ja en daarna ga je pas nadenken. Ik heb dat altijd onthouden.”

"Op het moment dat Joanne Kellerman begon te praten, dacht ik: daar kan ik dus ook staan"

Hoe komt het dat de verhoudingen nog steeds zo scheef zijn?

“Geen idee. Er wordt vaak gezegd dat er geen goede mensen zijn te vinden, maar dat vind ik onzin. Je moet ze wel willen vinden. Maar zelfs als je ze niet kunt vinden, dan kun je ze toch opleiden? Ik heb lang gedacht dat hard werken en je best doen genoeg moet zijn, maar hoe hoger je komt, hoe meer mannen er in de zaal zitten. Dat viel overigens net bij het Verbondsbestuur reuze mee. Misschien omdat het Verbond er aandacht aan heeft gegeven? Mijn man zegt altijd: als je op CEO-niveau zit, moet je oppassen met foto’s. Sta je ineens in de krant of op social media met alleen mannen in grijze of blauwe pakken.”

Wat zijn andere hot topics in Europa?

“De macro-economische ontwikkelingen zijn op dit moment hét onderwerp van gesprek. De situatie is heel zorgelijk gegeven de impact van Russische oorlog tegen Oekraïne, de energiecrisis en de impact op de Europese markt. We zitten in een enorm veranderende wereld en krijgen met andere rentes te maken. Voor verzekeraars is een hogere rente niet zo verkeerd, maar de weg is hobbelig. Dat gaat niet in één soepele beweging en vraagt dus om aandacht voor de risico’s. Daarnaast is en blijft de duurzaamheid een hot topic in Europa. De rol voor verzekeraars is op dat terrein heel wezenlijk. Ik noem dat altijd verzekeren met impact. Verzekeraars kunnen immers helpen met prikkels, zodat we met zijn allen groener worden. En wat voor mij heel belangrijk is en vooral in andere Europese landen speelt, is de waarde van de verzekering. Als je een product verkoopt, moet het ook waarde bieden. In Europa noemen we dat value for money. Hoe wordt een product ontwikkeld, verkocht en vervolgens gemonitord? Worden producten ontwikkeld voor en verkocht aan de juiste doelgroep? Levert het de polishouders iets op? Zijn de kosten terecht? Met dat soort vragen houden wij ons bezig. En tot slot gaan we toezicht houden op de cloud-providers, waaronder Amazon-web, Google en dat soort bedrijven. We hebben inmiddels een richtlijn, maar moeten nog handen en voeten aan het toezicht geven. Een enorme klus.”

Spannend?

“Zeker. Vooral omdat het voor ons ook nieuw is. Ik ben blij dat ik bij DNB al de nodige ervaring heb opgedaan voor operationeel toezicht. Ik weet daardoor al iets over infrastructuren en dat komt nu goed van pas. De bedrijven die deze diensten aanbieden, hebben steeds gezegd dat alles in orde is. Nu moeten ze het laten zien en dat zal voor hun ook best wennen worden.”

"we gaan ook toezicht houden op cloud-providers als Google en Amazon-web. Een enorme klus"

Dat wordt een compleet nieuwe vorm van toezicht. Kunnen jullie dat zelf of moeten jullie een nieuwe groep op de arbeidsmarkt aanboren om toezicht te houden?

“Dat laatste, dus het wordt een extra grote uitdaging. Wij hebben in totaal, met de drie ESA’s, dertig fte toegewezen gekregen, waarvan tien voor EIOPA, en zullen in de ict-hoek op zoek moeten. Maar dat is pas als we van start gaan. Het ontwerpen en het schrijfwerk moet uit de bestaande capaciteit komen. Dat wordt een pittige kluif, maar uiteraard doen we dat samen met de ESA’s en de nationale toezichthouders. Ik houd van technologie en nieuwe dingen, geloof ook in de noodzaak van het toezicht. Het zal vast wel eens gaan schuren, maar het zijn professionele bedrijven. Ze zijn niet argwanend en als alles op orde is, zoals zij zelf zeggen, hoeven ze het alleen maar te laten zien.”

Intussen neemt de wet- en regelgeving ook voor verzekeraars alleen maar toe. Snap jij dat ze wel eens zuchten onder al die regeldruk?

“Ja, dat snap ik. Het is ook een hoop. Ik denk dat het voor iedereen geldt, want niemand kan een blik mensen opentrekken als er iets nieuws komt. Dat geldt ook voor ons. Ik moet geregeld naar mijn team kijken en denken: hoe dan? We zijn begonnen met prudentieel toezicht. Daar kwam het gedrag bij en inmiddels neemt de duurzaamheid, digitalisering, cyber en IT ook een flink stuk in beslag. Het palet wordt steeds groter, terwijl de teams niet meegroeien. En dat dan ook nog in een tijd waarin er een war on talent gaande is. We hebben allemaal it-kennis nodig. Dat maakt het niet makkelijk. Al helemaal niet voor een sector die niet bekend staat als het meest sexy deel van de economie.”

Verzekeraars mogen wel wat meer reclame maken voor zichzelf?

“Dat vind ik wel. Kijk nou eens naar AI. Wij komen met een verordening, met allerlei mooie termen en definities, maar wat doen verzekeraars? Al jaren? En met welke technologie? Het is eigenlijk super hip wat ze doen, maar verzekeraars noemen het geen AI. Ze hebben het over een mathematisch model. Verzekeraars zouden ook kunnen zeggen: ‘Ach, wij zijn al sinds jaar en dag in de weer met Artificial Intelligence. Wij hebben daar heel veel ervaring mee’. Dat doen ze niet, want dat zit niet in hun aard. Maar is het daardoor ook minder sexy? Nee natuurlijk niet. En ook hier helpt diversiteit. Het eerste waar velen in Europa aan denken bij verzekeraars, is mannen in pakken. Die uitstraling is heel belangrijk voor je imago. Daar kun je niet alleen wat aan doen, daar moet je wat aan doen.”

"Het eerste waar veel mensen in Europa aan denken bij verzekeraars, is mannen in pakken. Daar kun je niet alleen wat aan doen, daar moet je wat aan doen!"

Tot slot, wat kan EIOPA doen om die regeldruk wat te verlichten?

“Een paar dingen. Wij zorgen onder meer voor guidance. Sommige verzekeraars geven, bijvoorbeeld bij de application guidance over duurzaamheid in de ORSA, aan dat ze daar weinig aan hebben. Zij zijn al veel verder, maar een ander deel zegt: dank je wel. Het tweede dat wij doen, is dat we serieus aandacht vragen voor de tijdslijnen voor het ontwikkelen van beleid. Wij moeten voldoende tijd krijgen voor consultatie. We zijn nu bijvoorbeeld bezig met de Principles voor Averse Impact binnen de Taxonomie-verordening en hebben specifiek voor die verordening meer tijd gevraagd aan Brussel. Die tijd hebben we ook gekregen. Wij vinden dat belangrijk, omdat de besluitvorming wordt verrijkt als de markt de tijd heeft om op die consultatie te reageren. Die dialoog moet er zijn. En blijven!”

(Tekst: Miranda de Groene)


Was dit nuttig?