Skip to Content

CO2, verzekerbaarheid en smart solutions

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Klimaatwerkconferentie: grijs? Of kleur bekennen?

CO2, verzekerbaarheid en slimme oplossingen. Dat waren de onderwerpen die op de Klimaatwerkconferentie 2021 aan bod zijn gekomen. In deze longread een verslag van een inspirerende dag.

Het woord is aan het klimaat: elke graad telt!

“Er is echt wel iets aan de gang. In elke regio in de wereld zijn de hete zomerdagen nu duidelijker warmer dan aan het begin van de 20e eeuw. En het gaat maar door: elke graad telt,” zo waarschuwde Bart van den Hurk (Deltares), één van de hoofdauteurs van het recent verschenen IPCC klimaat-rapport. Van den Hurk verzorgde de aftrap van de zesde Klimaatwerkconferentie van het Klimaatcommitment.

Life changing experience

Hij heeft het schrijven aan het IPCC-rapport ervaren als een life changing experience. Eens in de zes-zeven jaar wordt namelijk alles wat de wetenschap over klimaat heeft gepubliceerd, wereldwijd geanalyseerd. “Die grondigheid is groot, maar dat moet ook wel, als je de hele wereld wilt vertellen wat er aan de hand is. En er is echt iets aan de hand: het klimaat is in beweging, op een manier die niet eerder is gebeurd”, zo stelt Van den Hurk.

Lees het complete verhaal van Bart ...

 

Bart van den Hurk (Deltares): "Als we nu stoppen met het terugdringen van de CO2-uitstoot, blijft de zeespiegel nog eeuwen stijgen"

5e Klimaatwerkconferentie: Grijs? Of kleur bekennen?

Stap je uit grijs of blijf je erin om (via engagement) invloed uit te oefenen? Het is een belangrijke en veel gestelde vraag na de publicatie van het IPCC-rapport. En nu dus ook een vraag die Femke de Vries tijdens de vijfde Klimaatwerkconferentie van het Klimaatakkoord hardop stelde aan de vijf brancheorganisaties.

Bart van den Hurk, een van de hoofdauteurs van het ICCP-rapport gaf een schot voor de boeg: "We moeten niet wachten op overheden. De verandering moet van onderop komen", voegde hij eraan toe. Een besluit om afscheid te nemen van 'grijs' draagt bij aan die verandering. Hij gaf de aanwezigen in aanloop naar de paneldiscussie een insider-blik op het IPCC-rapport als mede-auteur. Van den Hurk vindt het prachtig om te zien dat er vanuit de wandelgangen in Glasgow een netwerk wordt gesmeed: “Een groep bedrijven die groot genoeg is om iets meer dan een voorloper te zijn. Het is een krachtig signaal vanuit de bedrijvensector, maar vergeet ook de consumenten niet die verandering eisen.”

Verzekeraars kiezen voorlopig voor engagement

Terug naar de vraag van De Vries. Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond van Verzekeraars, antwoordde dat dit vraagstuk bovenop tafel ligt. Want wat doe je nu echt met grijze aandelen? “Als ik door de oogharen kijk, kiezen de meeste verzekeraars voorlopig nog voor engagement.” Hij wilde graag benadrukken dat publiek-private samenwerking de weg voorwaarts is om klimaatverandering beheersbaar te houden, maar wees er tegelijkertijd op dat duidelijkheid een van de belangrijkste voorwaarden is om effectief te zijn. “Niet alleen op de korte, maar vooral op de middellange termijn. De overheid moet veel meer de regie nemen. Het wordt continue geroepen, maar het komt nog onvoldoende van de grond.”
Vanuit de risicokant ziet Weurding eenzelfde beweging: “Overstroming is maar voor een deel gedekt door verzekeraars. We moeten daar nú naar kijken en vanuit publiek-private samenwerking veel meer doen dan we doen, ook samen met internationale herverzekeraars.”

Overheid moet kiezen

Eelco Dubbeling, directeur van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), voegde daaraan toe dat het enorm zou helpen als er duidelijkheid komt over transitiepaden. “Als de overheid zegt: vanaf die datum gaan we van fossiel af, dan heb je een helder pad. Als de overheid die keuze niet maakt, dan moeten wij het doen, als bedrijf of als sector en samen. Ik denk dat wij daar als koepels een taak bij hebben.”

Data zijn belangrijk

Iris van de Looij, algemeen directeur van DUFAS, reageerde door aan te geven dat ieder bedrijf zijn eigen stijl en plannen heeft. Maar wat echt belangrijk is, zijn beschikbare data om die plannen te kunnen realiseren. “Creëren we die standaarden als sector zelf of creëren we standaarden op basis van wetenschap en koppelen we daar een transactiedoelstelling aan? We kunnen zelf veel bepalen, maar hebben wel steun nodig.” Dubbeling: “En als dat te lang duurt; dan gaan we daar zelf het gesprek over aan met de overheid en de bedrijven waarin wij investeren.”

Doen we genoeg?

Daarop stelde De Vries de volgende vraag: doen we als sector wel genoeg? “Rapporteren is één. Concreet actie ondernemen is twee”, aldus Edith Maat, directeur van de Pensioenfederatie. “Maar zelfs dan blijft de vraag of we wel ambitieus genoeg zijn? De doelstelling van het Klimaatcommitment is heel helder, maar hoe vertaal je dat naar de praktijk? En is het wel genoeg? Wat we doen, zullen we continue moeten bijstellen. En we moeten eeuwig blijven leren of het de juiste strategieën zijn. Daarbij gaat het er niet om wat goed of fout is, maar of we wel voldoende vooruitgang boeken.”

Wij moeten als sector de pijn opzoeken

Dubbeling meende op zijn beurt dat er vooruitgang wordt geboekt, maar dat we tegelijkertijd ook streng voor onszelf moeten zijn. “Ik ben blij dat er tijdens Glasgow gesproken is over steenkool, maar het gaat niet snel genoeg. Dus moeten wij versnellen en de pijn opzoeken.” Enno Wiertsema, directeur van Adfiz, is dat met hem eens: “Het is niet genoeg om tevreden te zijn over de eigen inzet als het geheel niet genoeg is. Dus de eigen grens opzoeken en hard aan de bak, met elkaar. Daarbij hoort ook het opzoeken en zo nodig opvoeden van de klant.” Het is, volgens hem, de kunst om “de klant te laten zien dat klimaatactie aan twee kanten iets oplevert: voor het klimaat, maar ook financieel.”
De ramp in Limburg heeft duidelijk gemaakt dat adviseurs een belangrijke rol spelen bij de bewustwording, meent Weurding. “Wij hebben daarvan geleerd dat ondernemers dicht aan de Geul wel een polis hadden afgesloten, maar niet altijd voor het overstromingsrisico dat zij liepen. Daar is in die gevallen blijkbaar een andere keuze gemaakt en dat is jammer. Zeker gezien het leed dat de overstroming heeft veroorzaakt en nog steeds veroorzaakt.”

Maak de resultaten van engagement transparant

Volgens Van de Looij ligt de uitdaging ook in het beter laten zien wat het effect is van engagement. “Ook wat betreft de producten die uit fossiel voortkomen, want daar ontbreekt het nu aan. Deel de succesverhalen om van te leren!”. Maat vulde daarbij aan dat “op de lange termijn natuurlijk iedereen uit fossiel moet. Dat betekent dat we met elkaar een enorm transitievraagstuk moeten oplossen. Want hoe kom je daar op een goede manier? Hoe krijg je energie duurzaam geproduceerd? Dat moeten we oplossen vanuit ieders verantwoordelijkheid, en dat doen we ook vanuit het Klimaatcommitment.”

Dubbeling: “Ik mis leiderschap bij de inbreng vanuit de politiek. Er wordt door de AFM gekeken naar de zorgplicht, bijvoorbeeld bij het verduurzamen van je huis. Maar als je kijkt wat er allemaal moet gebeuren om je huis te verduurzamen, is het een ingewikkelde opgave. Dat moet handiger, efficiënter en makkelijker, bijvoorbeeld via een alles in 1-pakket.”

Beloften voor volgend jaar

Eelco Dubbeling: “Wij zijn de natuur kwijtgeraakt. We moeten terug naar die natuur en zorgen dat we de natuur actief helpen, vooral door mogelijk te maken. Door samen mijlpalen te stellen, die te halen en op de deur te kloppen bij de overheid voor heldere transitiepaden en kaders waarbinnen wij kunnen opereren en vooral door actie te nemen.”
Edith Maat: “Er komen nieuwe thema’s bij, zoals biodiversiteit, circulaire economie en klimaatadaptatie. Deze thema’s moeten we sectorbreed aanvliegen en kennis met elkaar delen. De discussie goed met elkaar voeren en onze rol pakken.”
Enno Wiertsema: “Bewustwording en klimaatactie: voor de adviseurs ontwikkelen wij nu een werkprogramma, waarvan over een jaar grote delen gereed zullen zijn. Dit gaat over de Sustainable Devlopment Goals van de VN, dus iets verder dan alleen klimaat, maar Sustainable Development Goal of Duurzame Ontwikkelingsdoel nummer 13 zal daar zeker een plek in hebben. Doel 13 is Klimaatactie. Het programma helpt adviseurs hun klanten duurzame adviezen te geven waar dar gewenst en mogelijk is, voor nu en voor de toekomst.”
Iris van de Looij: “De kracht van een koepel is samen doen wat je niet alleen kunt. Dus samen zorgen voor meer harmonisatie van de meettechnieken en het inregelen van relevante data om zo de juiste keuzes te maken. Vanuit een platform kunnen we leren van elkaar en vervolgens standaarden implementeren.”
Richard Weurding: “Het heeft topprioriteit om publiek-private samenwerking te realiseren rondom de aanpak van klimaatverandering, Een tweede voorstel is om de ervaringen met engagement met elkaar te delen. Hiervoor zouden we een infrastructuur kunnen opbouwen binnen de financiële sector, zodat we elkaar makkelijk kunnen vinden en vanuit gedeelde ervaring meer impact kunnen maken. Daarbij wijst Weurding op de ervaringen binnen het in het IMVO-convenant voor de verzekeringssector. Een laatste prioriteit is het aanpakken van het overstromingsrisico via meer publiek-private samenwerking.”

 

Financiële denkkracht gevraagd!

"Hoe kunnen wij innovatieve financiering mogelijk maken? Ik nodig iedereen die er verstand van heeft uit om mee te denken en bij te dragen aan het mogelijk maken van oplossingen die écht het verschil maken." Liselotte de Koning, directeur van het Rode Kruis Prinses Margriet Fonds, deed een prangende oproep tijdens haar presentatie op de zesde Klimaatwerkconferentie: "We zijn op zoek naar denkkracht!"

Mangroves

De Koning liet haar publiek kennismaken met tal van innovatieve voorbeelden om klimaatschade aan mens en omgeving te voorkomen. Zoals het aanleggen van mangroves voor de kust die fungeren als golfbrekers. Of stormbestendige scholen die ook gelijk als evacuatiecentrum kunnen dienen. Of vele kleine dammetjes, zodat zware regenval in een vallei niet tot overstromingen benedenstrooms leiden. En dat dit allemaal hard nodig is, blijkt uit het feit dat in de afgelopen tien jaar 83 procent van alle natuurrampen gerelateerd is aan extreem weer en klimaat. 1,7 miljard mensen zijn getroffen door deze klimaat- en weergerelateerde rampen. "Wij kunnen nu al niet meer voldoen aan alle noodhulp. Het is ook niet meer te betalen. Daarom komt de nadruk steeds meer te liggen op voorkomen," zo benadrukte zij eerder ook al in een longread.

Het Rode Kruis is bekend van de noodhulp, die altijd vanuit de missie ‘het voorkomen en verzachten van menselijk leed’ wordt verleend. Met vertegenwoordigers en veertien miljoen vrijwilligers in bijna alle landen (192), bevindt het Rode Kruis zich in de haarvaten van een land. "Daardoor zien wij dagelijks de impact van klimaatgerelateerde rampen en dat zal alleen maar toenemen", aldus De Koning. "Orkanen worden zwaarder, neerslag wordt intenser en droog wordt nog droger."

Steeds grotere nadruk op voorkomen van klimaatschade 

Ze noemt het “dus heel belangrijk” om veel meer te doen aan preventie.  “We kunnen meer doen in de voorbereiding, aan de hand van concrete programma’s. Daarmee vergroten we niet alleen de weerbaarheid, maar we besparen ook geld: elke euro die wordt geïnvesteerd in preventie, bespaart gemiddeld zeven euro aan noodhulp en wederopbouw." Alles hangt volgens De Koning samen met het landschap waar mensen in leven. Een goed ecosysteem vormt een natuurlijke buffer. Daarom investeert het Rode Kruis in samenwerking met natuurorganisaties. "Om hun kennis te gebruiken, zodat we de samenleving aan de hand van innovatieve oplossingen goed kunnen voorbereiden en naar de lange termijn kunnen kijken.” De Koning benadrukte de humanitaire impact die het veranderende klimaat heeft. “Wij willen graag samen met mensen uit de financiële sector nadenken over (de financiering van) oplossingen. Bijvoorbeeld over de ontwikkeling van de Mangrove Insurance Facility, een parametrische verzekering die werkt met Catastrophe Bonds. Kijk voor meer informatie op rodekruis.nl/rampenpreventie.

Liselotte de Koning (Rode Kruis PMF): "Wij willen graag samen met mensen uit de financiële sector nadenken over (de financiering van) oplossingen"

Ad Vlems (initiatiefnemer ecodorp Boekel): "De bouwsector is wereldwijd verantwoordelijk voor 35 procent van de CO2-uitstoot"

Ecodorpen helpen tegen klimaatverandering

Slimme en duurzame oplossingen om klimaatverandering tegen te gaan. Ad Vlems, initiatiefnemer van het ecodorp Boekel, heeft er genoeg. En hij voert ze ook uit. Hoe hij dat doet, liet hij zien tijdens een deelsessie van de zesde Klimaatwerkconferentie van het Klimaatcommitment. Achmea is een belangrijke partner van het ecodorp.

Ad Vlems is sinds augustus de eerste echte Klimaatburgemeester van Nederland. Een eervolle benoeming van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De belangrijkste reden voor de benoeming is het door Vlems ontwikkelde én gerealiseerde ecodorp in Boekel. Twaalf jaar geleden zette hij het op papier en nu is het werkelijkheid: een grotendeels zelfvoorzienende gemeenschap in klimaatbestendige en zelfs klimaatpositieve huizen. “Van groot belang”, zo benadrukte hij, “omdat de bouwsector wereldwijd verantwoordelijk is voor maar liefst 35 procent van de CO2-uitstoot.”

Nieuwsgierig naar de ins en outs van het eerste ecodorp van ons land? Lees gauw verder ...

Living Lab tegen bodemdaling

Projectleider Edwin Lokkerbol van het Living lab Bodem & Technologie van de gemeente Gouda ging tijdens de deelsessie in op een groot en kostbaar risico voor huizen- en gebouwenbezitters: bodemdaling door droogte. Hij liet daarbij ook zien wat de gemeente Gouda, een van de laagst gelegen gemeentes van Nederland, daaraan doet.

“Bodemdaling is niet alleen een technisch vraagstuk”, benadrukte hij. “Want hoe ga je bouwen in een bodem die steeds verder zakt? En hoe doe je dat zo duurzaam mogelijk? Campus Gouda gebruikt letterlijk onze eigen leefomgeving als living lab om studenten te laten leren en werken. Hoe kunnen we met elkaar bodemdaling tackelen en een mooie, leefbare wereld voor de volgende generatie maken? Ontzettend boeiend, want we gaan dat innovatief, duurzaam en circulair doen. Onderwijsinstellingen van verschillende niveaus kunnen elkaar hierin versterken.”

Edwin Lokkerbol (gemeente Gouda): "Bodemdaling is niet alleen een technisch vraagstuk"

“Betrek de verzekeraar aan het begin erbij, niet aan het eind”

Verzekeraars staan te vaak aan het eind van een besluitvormingsproces. “En je hebt die verzekeraar juist nodig aan het begin, zeker bij het bedenken van innovatieve oplossingen om klimaatverandering te keren,” zo benadrukte Vanessa Otto-Mentz van Deloitte tijdens een deelsessie van de Klimaatwerkconferentie van het Klimaatcommitment.

Otto-Mentz, partner duurzame oplossingen bij Deloitte, pakte door op de presentatie van Edwin Lokkerbol van het Living lab Bodem & Technologie en Ad Vlems van Ecodorp Boekel door dit belangrijke punt te adresseren. “De sector kan juist het verschil maken door samen te innoveren, samen te leren en zo bij te dragen aan een verzekerbare wereld. Beloon daarom goed gedrag. Maak de voorwaarden van de verzekering helder. En zorg ervoor dat je vanaf het begin betrokken bent en meepraat, zoals Achmea, waardoor je meer gevoel krijgt over wat de mensen in de ecowoningen in Boekel beweegt. Dan weet je namelijk ook welke risico’s er wel of juist niet zijn.”

Netto-nultransitie: hoe?
Zoals Otto-Mettz benadrukte in haar bijdrage speelt de verzekeringssector, net als de rest van de financiële sector, een cruciale rol bij het mogelijk maken van de netto-nultransitie. Maar hoe kan de sector polishouders helpen (en stimuleren) om hun activa en activiteiten koolstofarm te maken? Welke innovatie is er nodig in het acceptatieproces om netto nul bedrijfsmodellen, technologieën en levensstijlen mogelijk te maken? En hoe kan de bredere waardeketen van verzekeringen bijdragen aan een snellere transitie? Het antwoord op deze vragen en meer staat in het rapport Klimaatproductinnovatie binnen de verzekeringssector dat Deloitte samen met ClimateWise (een initiatief van het University of Cambridge Institute for Sustainability Leadership) en Icebreaker One heeft gemaakt.

Preventie maakt het verschil 

Otto-Mentz stond ook stil bij een ander belangrijk punt. “Als je je (meer) richt op preventie, kun je het verschil maken in de vertrouwensrelatie met de klant. Normaal gesproken heb je alleen met die klant te maken als er schade is. Dat kun je met meer preventie veranderen.”
Ad Vlems is het helemaal met haar eens: “Je kunt je geld nu uitgeven aan een slimme oplossing om zo in de toekomst te besparen.” Dat voordeel ziet Lokkerbol ook, maar er is volgens hem wel een mindshift voor nodig. Als voorbeeld noemt hij de publiek en private samenwerking die noodzakelijk is om het grondwater in Nederland beter te managen. “Nu is ons land zo ingericht dat het water snel wegstroomt naar zee. Dat moet anders, ook wat de riolering betreft. We moeten er juist voor zorgen dat we het water bij ons houden.”

Niet concurreren op klimaat

Otto-Mentz besloot de Klimaatwerkconferentie met een oproep: “Hoe kun je breed kijken naar steden en hoe kun je daar nu aan bijdragen en niet pas achteraf bij schade? Wat verzekeren we nu en wat willen we in de toekomst verzekeren?”
Zij herinnerde het publiek eraan dat wat nu verzekerbaar is, dat in de toekomst niet hoeft te zijn. En wees daarbij op de discussie rondom diesel en elektrische auto’s. “We moeten dus veel groter kijken, met elkaar en vooral niet teveel willen concurreren op klimaatverandering. De klimaatverandering wacht namelijk niet. Dus: Speed up!”

Vanessa Otto-Mentz (Deloitte): "Verzekeraars staan te vaak aan het einde van de besluitvorming. Je hebt ze aan het begin nodig!"


Was dit nuttig?