Het Wereld natuur fonds heeft deze maand het Living Planet Report 2024 gepubliceerd. De uitkomsten zijn schrikbarend. Sinds 1970 is meer dan zeventig procent van de biodiversiteit verloren gegaan. In dit tweede deel van een serie over schadeverzekeraars het verhaal van Univé.
Harold Hendriks is Sustainability Officer bij Univé. Dat houdt in dat hij Univé helpt bij de transitie naar een duurzame samenleving. Toverwoord daarbij is lef, vindt hij zelf. “Er komt ongelooflijk veel op verzekeraars af. We zijn net een beetje gewend aan klimaatverandering en dan komt de biodiversiteit al weer om de hoek kijken. Maar, het volgt elkaar ook heel mooi op, want één ding is zeker: zowel klimaatverandering als biodiversiteit raakt ons allemaal. En of het nou gaat om de acceptatie van risico’s, de schadebehandeling of de beleggingsafdeling, iedereen krijgt te maken met deze thema’s.”
Werkterrein verbreden
Tijdens het webinar Natuur- en biodiversiteitsverlies voor schadeverzekeraars dat het Verbond in oktober organiseerde, ging Hendriks vooral in op de relatie tussen biodiversiteit en klimaatverandering. “Schadeverzekeraars moeten op een andere manier naar hun polishouders kijken. In welke regio’s, sectoren en doelgroepen zijn zij actief? Wat is het bijbehorende duurzaamheidsprofiel? En in hoeverre zijn schadeverzekeraars in staat om te helpen klimaatverandering tegen te gaan en biodiversiteit te herstellen? Wij zijn steeds meer gewend om een ‘klimaatbril’ op te zetten bij onze dagelijkse activiteiten, maar moeten ons werkterrein nu verbreden naar biodiversiteit.”
Nulmeting
De aanpak is hetzelfde. Alleen het thema en de aandachtsgebieden verschillen. Toch waarschuwt Hendriks voor te veel optimisme. “Het is belangrijk dat een verzekeraar niet te hard van stapel loopt.”
Hij benadrukt dat de stap van klimaatverandering naar biodiversiteit minder groot (en minder gecompliceerd) is als je de methodiek, benadering en de multidimensionale aanpak al hebt toegepast. “Maar, begin ook dan bij het begin: met een nulmeting. Breng eerst je risico's in kaart en ga dan pas kijken of en hoe je je omgeving kunt helpen.”
Impact assessment
Hij laat een plaatje zien dat volgens hem ‘alleszeggend’ is. “Verzekeraars starten vaak met een impact assessement. Waar zitten de gevoeligheden en onderlinge afhankelijkheden? Aan de beleggingskant, maar ook als het gaat om de verzekeringstechnische risico's? In het linkerblokje staan de risicofactoren van klimaatverandering op een rijtje: windstorm, overstroming van rivieren, zeespiegelstijging, hagel, extreme neerslag, droogte, hitte en bosbranden. Rechts zie je de risicofactoren van biodiversiteit en helemaal bovenaan staat dat klimaatverandering één van de drijvers is. Dat zegt genoeg, toch? Als je de risico’s van klimaatverandering al goed in kaart hebt gebracht, gaat je dat enorm helpen bij biodiversiteit.”
Veel hulpmiddelen
Om die risicofactoren, en dus eigenlijk de problemen van biodiversiteit, goed in kaart te brengen, moeten verzekeraars in scenario's denken. Op basis van die scenario's kunnen verzekeraars vervolgens hun strategie ontwikkelen. “Begin klein", raadt Hendriks aan. “Start met een (kleine) portefeuille en breid dat later uit. En weet je iets niet, kijk dan eens om je heen en zoek gericht naar informatie. Er zijn zoveel goede platforms en open sources die kunnen helpen."
Zo hebben organisaties als EIOPA en het NGFS (Network for Greening Financial Systems) al veel hulpmiddelen gepubliceerd. Scenario's, opinies, maar ook hoe je een ORSA moet inrichten voor klimaatverandering. Daarnaast publiceren de TCFD (Taskforce on Climate-related Financial Disclosures) en de TNFD (Taskforce on Nature-related Financial Disclosures) op hun websites uitstekende rapporten over de methodieken en risicofactoren.
Harold Hendriks: "Zelfs het 'tegels eruit, groen erin' helpt de biodiversiteit vooruit"
Ambitie
Volgens Hendriks willen verzekeraars graag in beweging komen. “Bijzonder goed, want schadeverzekeraars hebben een belangrijke rol als het gaat om het verzekerbaar houden van risico’s en het stimuleren van gedragsverandering. Hoe gaan ze hun producten straks inrichten? Krijgen klanten die adaptieve maatregelen nemen een korting? Zelfs als verzekeraars het zogenoemde ‘tegels eruit, groen erin’ of een groenere leefomgeving meer kunnen stimuleren, helpt dat de biodiversiteit al een beetje vooruit.”
Hij komt er een paar keer op terug in zijn inleiding. “Durf en begin gewoon. Maar leg de lat niet meteen té hoog. Zorg met andere woorden voor een passend ambitieniveau en bespreek dat met de bestuurders. Wil je netjes aan wet- en regelgeving voldoen en gewoon compliant zijn? Of wil je meer en misschien zelfs een koploper worden?”
Het verschil maken
Univé wil daarin, afhankelijk van het thema, graag variëren. “Wij willen meer zijn dan alleen een verzekeraar die compliant is aan wet- en regelgeving", benadrukt Hendriks. “Maar dan moet je wel weten wat je echt waar kunt maken. Ambitie is mooi. Dat moet ook, maar het moet wel passen bij je bedrijf. Daarom hanteren wij een tijdshorizon van 2050, met 2030 als eerste ijkpunt. In 2030 is de CSRD al enkele jaren van kracht en zal de buitenwereld willen weten of wij op koers liggen in de transitie naar een duurzame verzekeringssector. Wat hebben wij op dat moment als verzekeraar en belegger bijgedragen om klimaatverandering te verminderen en biodiversiteit te herstellen? Welk verschil hebben wij dan gemaakt?”
In het derde deel van de serie Biodiversiteit voor schadeverzekeraars gaat Pieter van Dusseldorp (Deloitte) dieper in op de transmissiekanalen tussen verzekeraars en natuur.
Was dit nuttig?