De bewustwording van Nederlanders over de eigen woningbeveiliging wordt weliswaar groter, maar men overschat nog schromelijk de beveiliging van hun huis.
Zo denkt slechts een kwart van de deelnemers aan een onderzoek van de stichting Nationale Inbraakpreventie Weken dat hun achterdeur de zwakste plek is, als het gaat om inbraakbeveiliging. In werkelijkheid is het echter veel slechter gesteld met die achterdeuren.
“En met ‘slecht’ bedoelen experts, dat een inbreker moeiteloos binnen 3 minuten een slot kan open¬breken”, aldus Coen Staal, voorzitter van de Nationale Inbraakpreventie Weken. Als we naar de voordeuren kijken, dan kunnen we daar dezelfde conclusie trekken: slechts 1 op de 6 (17%) denkt dat hun eigen voordeur de zwakste plek is, terwijl eerder onderzoek aantoonde, dat ook van de voordeuren 4 van de 5 niet voldoende zijn beveiligd.
Actie nodig
De stichting heeft een foldertje gemaakt, dat tijdens de Nationale Inbraakpreventie Weken in nagenoeg alle bouwmarkten en ijzerwarenspeciaalzaken gratis wordt verstrekt. Hierin staat op eenvoudige manier uitgelegd waarop consumenten moeten letten en wat zij kunnen doen om de beveiliging van hun huis beter op orde te krijgen.
Ook online
Ook heeft de stichting op haar website de ‘Inbraak Preventie Check’ geplaatst, waarmee consumenten aan de hand van het klikken op foto’s hun eigen situatie makkelijk in kaart kunnen brengen. Daarnaast heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid diverse materialen beschikbaar gesteld die verzekeraars kunnen gebruiken om bekendheid te geven aan ‘Maak het ze niet te makkelijk’. In het Handboek Preventiecampagne Woninginbraak lees je meer over de campagne en hoe je het campagnemateriaal kunt inzetten.
Was dit nuttig?