Politieke partijen hebben in hun verkiezingsprogramma’s veel aandacht voor de sociale zekerheid. Ze willen vooral kleine werkgevers verlichten als het gaat om ziekte en arbeidsongeschiktheid. Hoe kan dat op de beste manier? Zowel OVAL als verzekeraars denken dat kleine werkgevers vooral zijn geholpen met een betere steun tijdens de re-integratie van hun medewerkers om zo de lasten te verlichten.
Wat gaat nu goed en wat kan beter? Onder leiding van Marijke Roskam (BNR) gingen vijf Kamerleden eerder deze week in debat na drie korte pitches van SEO Economisch Onderzoek, MKB-Nederland en OVAL. Onderwerp van gesprek was ons sociale zekerheidsstelsel. Dat moet bescherming bieden aan werknemers, maar ook voldoende prikkels geven aan werkgevers om zieke werknemers weer aan het werk te krijgen. Hamvraag die op tafel lag: hoe kunnen we dat het beste doen, met name voor de kleine(re) werkgevers? Moet het tweede jaar loondoorbetaling voor die werkgevers worden overgenomen door de overheid of door het UWV? De sociale zekerheid belooft hoe dan ook een hoofdthema voor het nieuwe kabinet te worden.
MKB-Nederland, SEO en OVAL zien niet zoveel in het collectiviseren van het tweede ziektejaar
Een knip leidt tot meer kosten
Opvallend in het debat was dat MKB-Nederland tegenover het plan van veel politieke partijen stond om het tweede ziektejaar door het UWV te laten regelen. Sterker nog, Beleidssecretaris Anneloes Goossens van MKB-Nederland, benadrukte dat dat plan “werkgevers echt niet helpt”, omdat de werkgever twee jaar verantwoordelijk blijft voor re-integratie na herstel. “Dat leidt tot een nadelige breuk in de re-integratie en uiteindelijk tot meer in plaats van minder verzuim en dus ook meer kosten.”
Een conclusie die onder meer werd gedeeld door Bas ter Weel van SEO Economisch Onderzoek. Hij gaf een economische beschouwing op ziekte en arbeidsongeschiktheid naar aanleiding van een nieuwe analyse op het huidige stelsel. “Als kleine werkgevers een publieke verzekering voor het tweede ziektejaar van hun werknemers krijgen, leidt dat tot een knip halverwege in het re-integratietraject en uiteindelijk ook tot minder prikkels in het eerste jaar.”
Goossens brak op haar beurt wel een lans voor een kortere loondoorbetaling voor het mkb, maar dan door “echt inkorten en niet collectiviseren”. Ze pleitte voor een veel eerdere inzet van het zogenaamde tweede spoor, dus ontslaan en de werknemers elders aan het werk helpen. Maar voor eerder ontslaan lijkt de politiek niet warm te lopen.
"Een knip in het re-integratietraject leidt ook tot minder prikkels in het eerste jaar"
Verzuim-ontzorgverzekering en fiscale steun
Volgens Ter Weel is het beter om de knelpunten op de private markt op te lossen. Hij noemde onder meer het transparanter maken van de Verzuim-ontzorgverzekering. Een maatregel die ook de VVD omarmt. Tweede Kamerlid Judith Tielen benadrukte, naast haar warme pleidooi voor toch één jaar loondoorbetaling, dat de Verzuim-ontzorgverzekering beter bekend moet worden. “Ondernemers moeten weten dat die er is en de voordelen zien”.
Hilde Palland van het CDA zoekt naar de juiste route. “Hoe kunnen we nou het beste de loondoorbetaling verkorten zonder dat daarbij de knip met de werkgever wordt gelegd, omdat we niet willen dat het juist leidt tot hogere werkeloosheid?” Palland ziet ook andere mogelijkheden: “we willen de binding met de werkgever behouden, maar de kleine werkgever tegemoetkomen met fiscale regelingen.”
Behoud huidig stelsel
Gijs van Dijk (PvdA) pleitte grotendeels voor het behoud van het huidige stelsel. “Voor de tijd van Lubbers hadden we wel echt een probleem. Elke zieke werknemer werd wel heel makkelijk een collectieve verzekering in geduwd en de werkgever was er vanaf. Dat was een soort sociaal schandaal. Eigenlijk is ons stelsel nu een heel groot succes. Door de verantwoordelijkheid bij de werkgever te leggen en verzekeraars daar een rol in te geven, zien we dat het verzuim enorm is gedaald. En daarmee ook de lasten voor werkgevers. Voor de kleine werkgevers moeten we niet toe naar een stelselwijziging, maar naar premiecompensatie of nog betere hulp bij de re-integratie van mensen. Bij het terugbrengen van de loondoorbetaling naar één jaar verschuif je het probleem.”
Ook Senna Maatoug van GroenLinks ziet dat spanningsveld. Zij benadrukte vooral het belang om mensen niet te verliezen. “We moeten scherp zijn in onze afweging. Aan de ene kant willen we de bescherming van de werkgever niet achteruit laten gaan, maar aan de andere kant is er de financiële last van met name de kleine werkgever. Voor GroenLinks is het belangrijk dat we weten dat als je mensen goed begeleidt, mensen dan behouden blijven voor de arbeidsmarkt.”
Doorrekeningen
In de tussentijd had Steven van Weyenberg (D66) nog even snel naar de doorrekeningen van zijn concurrenten gekeken. “VVD, PvdA en D66 maken alle drie geld vrij voor een collectief tweede jaar. Daar ben ik juist zo blij mee. Dat tweede jaar loondoorbetaling is een groot probleem voor veel mkb’ers. Ik hoor te vaak bij kleine werkgevers dat ze daardoor geen mensen durven aannemen. De prikkel werkt misschien wel te goed. We moeten echt iets met dat financiële risico van het tweede jaar.”
"We moeten echt iets met dat financiële risico van het tweede jaar"
Wendbaarheid en weerbaarheid
In de sessie waarin Michel Verwoest van Human Total Care een pitch verzorgde, stonden de termen wendbaarheid en weerbaarheid centraal. Volgens Verwoest hebben eerdere maatregelen, waaronder de invoering van de Wet Verbetering Poortwachter, prima gewerkt. “We zijn van acht naar vier procent verzuim gegaan. En hoewel we zeker tegemoet moeten komen aan de uitdagingen van morgen hebben we geen nieuwe stelselwijziging nodig. Integendeel, want daarmee zouden we het individuele probleem verschuiven naar het collectief. We moeten die kleine werkgevers helpen en niet het probleem verschuiven naar een ander potje.”
D66 en CDA pleiten in dit kader hartstochtelijk voor betere leerrechten en budgetten. “Laten we een leven lang leuteren nou omzetten in echt leren en dus een concreet scholingsbudget” aldus Van Weyenberg.
Regeerakkoord
De organisatie van het debat, Petra van de Goorbergh van OVAL en Harold Herbert van het Verbond sloten af. Herbert noemde het opvallend dat er veel eensgezindheid is om kleine werkgevers te helpen en om inzetbaarheid van werknemers verder te verbeteren, maar dat het lastig blijkt om beide ambities te verenigen. Hij refereerde nog eens aan het vorige regeerakkoord, waarin ook al een publieke verzekering voor het tweede ziektejaar was opgenomen. “Dat ging toen, om begrijpelijke redenen, niet door. Laten we er geen cyclisch proces van maken door het nu weer op te nemen en opnieuw na een paar maanden te moeten vaststellen dat het toch niet zo’n goed idee is.”
Het perspectief om werkgevers en werknemers te helpen, ligt in het beperken van de re-integratieverplichtingen van werkgevers en het versterken van de eigen regie van de werknemer over zijn inzetbaarheid. Ook Van de Goorbergh wil aan een nieuw kabinet meegeven om geen knip te zetten in die twee jaar. “Een knip betekent ook een knip in de duurzame re-integratie. Het helpt met andere woorden niet om verzuim te voorkomen.”
Van de Goorbergh is vooral blij dat iedereen het erover eens was meer aan preventie te doen. “We moeten voorkomen dat mensen ziek worden, maar daar hebben we geen stelselwijziging voor nodig.”
Was dit nuttig?