Skip to Content

“We worstelen met de bewijslast bij beroepsziekten”

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Hij is al zo’n dertig jaar advocaat en gespecialiseerd in aansprakelijkheidszaken. Chris van Dijk (Kennedy Van der Laan) was te gast bij het Verbond om te praten over de (on)mogelijkheden van een beroepsziekteverzekering. “Het is een gemiste kans als we niet eens willen onderzoeken of het werkt.”

Tijdens een (online) heisessie van het Platform Aansprakelijkheid is Van Dijk als laatste spreker aan de beurt. Hij valt daar behoorlijk met de deur in huis als hij zegt: “Het viel me net op dat ik de meeste rimpels heb van jullie allemaal. Hoe komt dat? Sport ik te veel? Is het genetisch bepaald? Of heb ik wellicht een beroepsziekte?”
Zijn boodschap werd na die binnenkomer meteen al duidelijk: “Dat is dus precies de discussie die we steeds met elkaar voeren als het gaat over beroepsziekte. Het causaal verband tussen het werk en een ziekte is heel lastig vast te stellen.”

Kostbaar

Ook een paar dagen later maakt Van Dijk in een interview van zijn hart geen moordkuil. Hij vindt dat we op zoek moeten naar een ander stelsel voor het afwikkelen van beroepsziekten. “De drempel voor de benadeelde om zijn claim toegewezen te krijgen, is in het huidige systeem (te) hoog, kostbaar en ongewis. Bovendien is het verband tussen werk en ziekte vaak niet (meer) goed vast te stellen. Veel ziektebeelden kunnen mensen ook buiten het werk hebben opgelopen. Denk maar aan kanker. Of er is sprake van een combinatie tussen werk en privé, zoals bij een burnout. En dan is het schadeafwikkelingstraject, zelfs als de claim wordt toegewezen, ook nog eens onaanvaardbaar lang. Het duurt vaak een jaar of zes.”

"Het causaal verband is en blijft een grote hobbel"

Sluipend proces

Van Dijk is bijna altijd de verweerder in rechtszaken, namens verzekeraars, maar concludeert dat de benadeelde bij beroepsziekten nu wel heel vaak zijn claim niet krijgt toegewezen. “In zijn algemeenheid staat het verband tussen het ongeval en het werk bij werkgeversaansprakelijkheid wel vast. Het ongeval gebeurt immers op één specifiek moment. Bijvoorbeeld als een werknemer tijdens zijn werk van een trap valt. Bij beroepsziekten is dat anders. Daar is het vooral een sluipend proces. Neem een schilder die dertig jaar lang met oplosmiddelen heeft gewerkt en depressief is geworden. Is hij dat geworden door het opsnuiven van die oplosmiddelen of is er een andere oorzaak? Heeft hij er ‘simpelweg’ aanleg voor? Of speelt er privé iets? Is hij een kind verloren? Echt bewijzen dat hij ziek is geworden door die oplosmiddelen is zo ontzettend moeilijk.”

Mesothelioom

Zelfs bij mesothelioom (de kankervorm die alleen ontstaat na blootstelling aan asbest) is het causaal verband niet altijd vanzelfsprekend. Van Dijk noemt een voorbeeld van een badmeester die na 25 jaar werken mesothelioom kreeg en een keer of zes aanwezig was geweest bij het repareren van bankjes die rondom het zwembad stonden en asbest bevatten. “Het zwembad kon een rapport overleggen waaruit bleek dat de blootstelling te beperkt was om causaal verband aan te nemen. Daarbij speelde mee dat we vrijwel allemaal, ook in ons privéleven, asbestvezels binnenkrijgen. Die badmeester heeft niks gekregen.”
Zo kent Van Dijk talloze voorbeelden en komt hij keer op keer terug op die bewijslast van het verband tussen ziekte en werk. “In veel zaken over blootstelling aan Chroom 6 zijn bijvoorbeeld door de gemeente Tilburg en het ministerie van Defensie uit coulance uitkeringen gedaan, terwijl juridisch niet vaststond dat de ziekte een gevolg was van het werk. Ik ben ervan overtuigd dat de kans groot is dat veel oud-defensiemedewerkers geen uitkering hadden gekregen als ze hadden moeten procederen. Het causaal verband is en blijft een grote hobbel. Dat is uit juridisch oogpunt wel te begrijpen, maar maatschappelijk doet het niet altijd recht aan de situatie.”

"Eerlijk gezegd sta ik altijd te popelen om bij Radar te vertellen hoe het echt zit. Het beeld dat wordt geschetst, klopt vaak niet!"

Radar

Als advocaat treedt Van Dijk ook in beroepsziektezaken op als verweerder van een verzekeraar, namens een werkgever. En hij zegt het zonder enige bravoure, maar hij wint ze (bijna) allemaal. “Natuurlijk hangt dat ook af van je eigen selectie”, benadrukt hij. “Als ik niks in een zaak zie, zeg ik tegen de verzekeraar: niet doen. Dan breng je je geld alleen maar naar mij, terwijl je het beter aan de benadeelde kan geven. We moeten niet gaan procederen om het procederen.”
De vraag rijst. En wordt ook gesteld. Waarom zouden verzekeraars het stelsel willen wijzigen als ze nu vaak winnen? Verzekeraars keren toch graag zo min mogelijk uit? Van Dijk zucht. “De laatste pakweg vijftien jaar is er veel verbeterd. Behandelaars van verzekeraars willen een schade gewoon netjes regelen. Meestal doen ze dat heel goed, maar soms gaat dat fout. Net zoals iedere beroepsgroep of elke organisatie wel eens fouten maakt. Dat doen jij en ik ook.”
Volgens Van Dijk verdienen verzekeraars ‘die slechte naam’ niet. “Eerlijk gezegd sta ik altijd te popelen om bij Radar te vertellen hoe het echt zit. Het beeld dat wordt geschetst, klopt vaak niet. Ook verzekeraars willen het slachtoffer centraal stellen.”

Voordelen beroepsziekteverzekering

Dat laatste is juist zo belangrijk, omdat er nu veel geld gaat naar deskundigen. Onnodig, meent Van Dijk, want veel discussie kan worden voorkomen met een verzekering voor beroepsziekten. “Er zijn nu altijd twee medisch adviseurs en twee belangenbehartigers betrokken. Ik kan me voorstellen dat een benadeelde zijn eigen belangenbehartiger wil houden, maar waarom is één medisch adviseur niet afdoende?”
De voordelen van een beroepsziekteverzekering die Van Dijk opsomt, zijn legio: minder discussie, snellere procedure, harmonieuzer proces, minder afhankelijkheid door directe band tussen benadeelde en verzekeraar. “Er is wel een mits en een maar”, zegt hij. “Belangrijk is namelijk dat er duidelijke en faire afspraken kunnen worden gemaakt in de voorwaarden. Dat is nog niet zo makkelijk, maar het biedt wel kansen voor meer maatwerk. Zo kunnen er specifieke bepalingen over causaal verband worden opgenomen. Of over hulp om een zo goed mogelijk herstel te bereiken. Het is wellicht een extreem voorbeeld, maar als iemand nu in coma ligt, moeten we alsnog het verloren inkomen bepalen. En hoewel de familie nu dat verloren inkomen niet zelf kan vorderen, gaat het in feite wel naar hen toe. De benadeelde zelf kan er immers niks meer mee. Ik vind dat zinloos. Het perspectief zou veel meer moeten worden gericht op wat er nog wel mogelijk is voor zo’n benadeelde. Het doel is dan overigens niet een bezuiniging, maar een veel zinniger manier van schadeafwikkeling.”

"Veel discussie kan worden voorkomen met een verzekering voor beroepsziekten"

Proef

Van Dijk hoopt dat verzekeraars de haalbaarheid van een beroepsziekteverzekering verder willen onderzoeken. “Een van de grootste voordelen heb ik namelijk nog niet genoemd en dat is dat partijen minder tegen over elkaar komen te staan. Het is dan immers niet meer de tegenpartij, maar je eigen verzekerde waarvoor de schade moet worden afgewikkeld.”
Voor een echte stelselwijziging ligt de bal bij de bedrijfstak en de politiek, denkt hij. “Sociale partners zijn tegen. Waarschijnlijk vanuit een WAO-allergie. Ik hoop daarom dat verzekeraars een proef met een beroepsziekteverzekering zonder stelselwijziging willen doen, want we moeten echt iets bedenken voor de beroepsziekteclaims. Ander idee is het invoeren van een lijst met beroepsziekten die worden vergoed. Volgens mij zijn IJsland en wij de enige landen die zo’n lijst niet hebben. Waarom niet? Misschien moeten we in Nederland meer kijken naar wat andere landen doen. Mooi voorbeeld is Zweden. Zij hanteren een iets ander (aansprakelijkheids)systeem voor schade die in het verkeer is opgelopen. Deze schade wordt snel vastgesteld door een onafhankelijke commissie. Als de uitkomst je niet zint, kun je alsnog uitwijken naar het aansprakelijkheidsrecht, maar bijna niemand doet dat. Ook wij moeten creatiever worden in het zoeken naar oplossingen bij letselschade. Ik zou het hoe dan ook een gemiste kans vinden als het invoeren van een verzekering voor beroepsziekten niet eens verder wordt onderzocht.”


Was dit nuttig?