Skip to Content

Europa onder de loep: Europese verkiezingen brengen een bijzondere dynamiek

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Komende zomer is het zover: de verkiezingen voor het Europees Parlement vinden dan plaats in 27 lidstaten. Wat hebben deze aanstaande verkiezingen voor effect op het Brusselse reilen en zeilen? En wat betekent dit voor de lobby voor de verzekeringsbranche? Jochem van Stiphout, Europa-lobbyist voor het Verbond, praat ons bij.

Wat is er aan de hand op dit moment?

“Er is een politiek akkoord bereikt over het tegengaan van witwassen. Er is door parlementariërs en vertegenwoordigers van het Raadsvoorzitterschap de hele nacht doorgehaald om het er voor de Europese Verkiezingen ‘door te krijgen’. Binnen de Europese Commissie kijkt men ondertussen vooral vooruit: Welke problemen zijn er en welke krijgen prioriteit? De Commissie begint ook al met uitvragen, bijvoorbeeld hoe een bepaalde wet herzien kan worden. Deze tweedeling zorgt voor een bijzondere dynamiek; aan de ene kant wordt er nog keihard getrokken om zaken voor de verkiezingen rond te krijgen, aan de andere kant zitten we nu in een brainstormfase voor de periode na de verkiezingen.”

"Aan de ene kant wordt er nog keihard getrokken om zaken voor de verkiezingen rond te krijgen, aan de andere kant zitten we nu in een brainstormfase voor de periode na de verkiezingen."

Welke dossiers worden op dit moment nog afgerond op verzekeringsgebied?

“De dossiers waar we op dit moment nog druk mee zijn, zijn de herziening van Solvency II en de Retail investment strategy. Hierbij staat centraal hoe consumenten gestimuleerd kunnen worden om beleggingsproducten af te sluiten en welke regels hiervoor gelden. Daarnaast zijn we bezig met het afronden van de AI- verordening en de Due dilligence-verordening waarbij we stil staan bij welke verantwoordelijkheid je daarin hebt als verzekeraar.
FIDA is een ander traject waar we mee bezig zijn. Dit betreft open data voor verzekeraars waarbij we nadenken over hoe je regels kunt opstellen over welke data je kunt delen met anderen om zo nieuwe diensten en producten aan klanten aan te bieden. Sommige zaken worden ook niet afgerond, omdat velen al druk bezig zijn met het verkiezingsproces. Dat leidt dus voor sommige dossiers tot een half jaar vertraging, maar de meeste onderwerpen kunnen we nog voor de verkiezingen afronden.”

Wat zijn de thema’s die de Europese Commissie nu voor het volgende mandaat verkent?

“We denken mee over de kapitaalmarktunie. De kapitaalmarktunie maakt het makkelijker om te beleggen in andere EU-landen. De regels om te investeren en beleggen in de verschillende Europese landen verschillen nog veel van elkaar. De landen in de EU willen dit oplossen door de Europese kapitaalmarktunie te versterken. Hierbij denken we na wat alternatieve mogelijkheden zijn. Nu zijn vooral banken en overheden aan zet, maar ook private equity-partijen, verzekeraars en pensioenfondsen kunnen een grotere rol gaan spelen binnen de kapitaalmarktunie.”

Een heel ander onderwerp dat centraal staat, is volgens Van Stiphout Europees defensiemateriaal. “Door de oorlog in Oekraïne is een groot deel van het Europese defensiemateriaal die kant opgegaan en zijn er nu veel tekorten. Als Europa hebben we nu niet de industriële capaciteit om een en ander aan te vullen. Het is voor bedrijven in de defensie-industrie ook moeilijk om aan kapitaal te komen. In de afgelopen decennia zijn de investeringen in defensiematerieel van de financiële sector, mede door toegenomen aandacht voor IMVO (Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen), ook verder afgenomen.
De Europese Commissie wil daarom dat er nu wat gedaan wordt om te voorkomen dat er een groot veiligheidsprobleem ontstaan. Dan worden we als EU namelijk afhankelijk van andere landen, waar we niet altijd de beste band mee hebben.” Van Stiphout merkt dat soms best lastig kan zijn om verzekeraars uit te dagen om hierover in gesprek te gaan, zeker omdat de meeste nu volop bezig met de implementatie van Europese regels, bijvoorbeeld op het gebied van duurzame beleggingen en de rapportages voor de CO2-voetafdruk. “Je merkt dat hier veel capaciteit in gaat zitten en dan is het vaak lastig om (verder) vooruit te kijken.”

Tot slot. Welke onderwerpen draagt het Verbond/Insurance Europe zelf aan?

“Een van de dingen waar wij aandacht voor vragen bij de Europese Commissie is toegang tot data en dan specifiek data die in voertuigen zit. Je ziet dat er in de auto-industrie heel veel innovatie plaatsvindt, waarbij data een steeds belangrijke rol speelt. Dit raakt natuurlijk zaken als mobiliteit en verkeersveiligheid. Op dit moment is het zo dat de data die een voertuig bezit in handen is van de voertuigfabrikant. Als we in de toekomst naar slimme, zelfrijdende auto’s gaan is de rol van deze data veel groter. Het is daarom opvallend dat alleen de autofabrikant beslist wat er met de data gebeurt. Zo kan de fabrikant ervoor kiezen om de data zelf te houden of aan te bieden of door te verkopen aan een datamakelaar. Wij vinden het bijzonder dat een klant niets te zeggen heeft over zo’n waardevolle dataset. We willen daarom dat de autobezitter meer zeggenschap moet krijgen over wat er met de data gebeurt. Een verzekeringsvoorbeeld hierbij is dat automobilisten mogelijk korting kunnen krijgen op een WA-verzekering als ze een veilige rijstijl hebben. Kortom, het is erg interessant voor verzekeraars; wanneer er inzicht is in de data kunnen ze bijvoorbeeld diensten goedkoper of zelfs nieuwe diensten aanbieden.”

"Het is opvallend dat alleen de autofabrikant beslist wat er met de data gebeurt"

Tot op heden delen de fabrikanten de data niet, vervolgt de lobbyist. “Er ligt wel een wetsvoorstel om er iets aan te doen, maar dat ligt al twee jaar op de plank. Kom nou door met wet- en regelgeving denk ik dan, hierdoor kan de verzekeringsbranche nieuwe innovatieve producten aanbieden. Nu is er sprake van marktfalen.”

Tot slot hoopt hij dat er minder rapportageverplichtingen komen op het gebied van sustainable finance; dit zorgt vaak ook voor onnodige overlap. “Een en ander kan meer gestroomlijnd verlopen waardoor verzekeraars het makkelijker kunnen implementeren. Wij bieden dus een kritische blik: zijn alle rapportages noodzakelijk of kan het wat minder?”, besluit Van Stiphout.

 


Was dit nuttig?