Skip to Content

“Het verdrietige bericht bereikte mij afgelopen zondag. Ik was er stil van. Net voor de eeuwwisseling was ik werkzaam bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE), als medewerker op de afdeling Buitenbeurshandel. Ik moest denken aan onze eerste ontmoeting. Dat was tijdens een bijeenkomst van de STE. Arthur zat aan dezelfde tafel als ik in het Krasnapolsky-hotel en stelde heel scherpe vragen over de buitenbeurshandel. Arthur was altijd scherp. Als je als STE-medewerker voorgestelde besluiten rondom vergunningaanvragen of auditrapporten ging toelichten tijdens een STE-bestuursvergadering, dan wist je dat je het dossier tot in de fijnste details op orde moest hebben. Dus niet ‘Volgens mij zit het zo’, want dan kreeg je steevast van Arthur terug: ‘Kun je mij uitleggen hoe het exact zit?’. Feiten, feiten en nog eens feiten. En als het moest, dan was in zijn visie een rechtszaak ook prima. Zelfs als de STE verloor, want dan is er ten minste jurisprudentie. ‘En kunnen we verder’, hoor ik hem zeggen.

"Feiten, feiten en nog eens feiten"

Zondag moest ik ook denken aan de eerste contouren van het gedragstoezicht op de verzekeringssector. Grofweg waren er twee – parallelle - sporen. Een was gericht op het optuigen van wetgeving (de Wet financiële dienstverlening) en het andere op de vormgeving van het AFM-toezicht op tussenpersonen, iets breder geformuleerd: op de verzekeringssector. Dat spoor liep weg van de vrijblijvendheid onder de SER-registratie naar een vergunningplicht voor tussenpersonen. En dus ook onder het gedragstoezicht van de AFM. Veel tussenpersonen waren daar (aanvankelijk) faliekant op tegen. Er volgden veel informatiebijeenkomsten (de tomaten vlogen je soms net niet om de oren), maar ook werkbezoeken aan advieskantoren (met de Volvo S80 op een klein pontje de rivier over) en veel, heel veel gesprekken om zaken uit te leggen. De toenmalige NBVA in Tiel gaf aanvankelijk aan nooit onder het toezicht te willen vallen, maar dat veranderde na een indringend gesprek dat de chef van de toezichthouder met ze had.

De STE kreeg er diverse nieuwe taken bij. Befaamd beeld uit die tijd is de toeterfiguur waaruit ook grafisch bleek hoe sterk de organisatie groeide. Uiteraard schuurde dat in de sector. Arthur’s uitspraak “Wij zijn geen menseneters” tijdens een bijeenkomst voor tussenpersonen schoot zondag weer door mijn hoofd. Arthur zocht nadrukkelijk de dialoog op. Hij deed dat vanuit zijn scherpe analyse en heldere visie op de toekomst van het toezicht op tussenpersonen en verzekeraars.
Bij de start van het Platform Financiële Dienstverlening (waar de gesprekken plaatsvonden tussen de sector en de toezichthouder over de vormgeving van thema’s als integriteit/gedrag, vakbekwaamheid, zorgplicht, klachtenafwikkeling en het risico georiënteerde toezicht) wilde een enkele partij in eerste instantie niet meedoen. Arthur respecteerde dat, met woorden in de strekking van “Als u zover bent, zwaan kleef aan ... wij starten alvast als u het niet erg vindt”. Hij zwaaide vervolgens met zijn hand en zei eenieder gedag. De publieke zaak ging voor.

"Wij zijn geen menseneters"

Arthur Docters van Leeuwen heeft voor (oud-) AFM’ers veel betekend. Hij was een leermeester, ook voor mij. Arthur vormde een inspiratiebron om je in te blijven zetten voor de maatschappelijke zaak. Bij tegenslag, als de hakken in het zand worden gezet, maar ook bij voorspoed, als de zaken goed gaan. Misschien wel juist dan. Zo’n instelling vormt je. Veel oud-AFM’ers, ook ik, zitten nu in een andere rol, in of buiten de financiële sector. Arthur zag ons altijd als een ambassadeur.

De toezichtomgeving waarin wij nu opereren, is een resultante van zijn scherpe visie. Ik denk aan het cross-sectorale en het risico-georiënteerde toezicht. Maar ook aan de bescherming van de klant, ongeacht het distributiekanaal. Compliance in de verzekeringssector is qua standaard doorontwikkeld tot een gelijkwaardig niveau als in de bancaire sector of de effectenhandel, die al veel eerder onder het STE-toezicht stonden. Er staat iets goeds op de rails en dat hebben wij voor een belangrijk deel aan Arthur Docters van Leeuwen te danken."

Arthur, mede namens het Verbond van Verzekeraars, heel veel dank daarvoor!