Stel je voor. De lente is nu écht aangebroken. De zon schijnt. En je besluit lekker aan de slag te gaan in je tuin. Maar dan blijkt je zitmaaier en ander tuingereedschap gestolen. Het gebeurt steeds vaker, zo stelt Dennis Sillen. Hij is risicodeskundige bij Univé en zit in de werkgroep-crimi van het Verbond. “Vooral particulieren in het buitengebied zijn vaak slachtoffer van ‘tuindiefstal’. Met name zitmaaiers en tuingereedschap van een duur merk, zijn populair bij dieven.”
Over tuindiefstal lees je niet vaak. Hoeveel diefstallen van tuingereedschap zijn er ongeveer?
“ Zeer nauwkeurige cijfers zijn bij diverse verzekeraars niet exact te registreren doordat hoveniers niet altijd als zodanig zijn opgenomen in te selecteren schadecijfers. De categorie is bijvoorbeeld niet ingevoerd of een klusbedrijf voert de tuinwerkzaamheden als neventaak uit. Ook kan het zijn dat het hoveniersbedrijf deels agrarisch is en in die hoedanigheid in de polisadministratie is opgenomen.”
Welk tuingereedschap wordt het vaakst gestolen?
“Zowel bij particulieren als bij hoveniers is dit tuingereedschap van bepaalde dure merken. Hierbij kun je denken aan de handgereedschappen van bijvoorbeeld Stihl en Makita en bij zitmaaiers aan een specialist als Stiga. Diefstal gebeurt vaak overdag, tijdens het werken in de tuin of als particulieren of hoveniers even niet in de tuin aanwezig zijn. Naast handgereedschappen als motorzagen, heggenscharen en bladblazers zijn ook al jaren zitmaaiers een gewild item bij het dievengilde. Diefstal hiervan vindt vaak plaats bij particulieren in het buitengebied.”
"Naast handgereedschappen als motorzagen, heggenscharen en bladblazers zijn ook al jaren zitmaaiers een gewild item bij het dievengilde"
Hoe kunnen particulieren en hoveniers de kans op diefstal verkleinen?
“Je kunt denken aan het uitnemen van sleutels bij gereedschap of het tuinmateriaal vastmaken met een hardstalen slot of ketting. Dit is bijvoorbeeld een goede beveiligingsoplossing voor zitmaaiers, die nog vaak in een minimaal afgesloten houten schuurtje worden gestald. Voor hoveniers die professioneel tuingereedschap hebben, zijn er ook track and trace-oplossingen om de gestolen spullen te traceren. Veel diefstallen worden overigens gepleegd door gelegenheidsdieven, dus met eenvoudige maatregelen die weinig kosten, kun je deze criminelen al afschrikken. Voor locaties met veel nieuwe apparaten die erg gewild zijn, zijn er meer specifieke beveiligingsmaatregelen nodig, omdat daar veelal beroepsinbrekers op afkomen.”
Dennis Sillen, risicodeskundige bij Univé.
Veel hoveniers hebben een bedrijfsbus. Kunnen ze ook die nog beter beveiligen?
“Jazeker. Voor hoveniers die in een tuin aan het werk zijn is het belangrijk dat de spullen in een afgesloten bus liggen. Ik begrijp dat het makkelijk is om tijdens werkzaamheden het gereedschap op de aanhanger te leggen om het snel te kunnen pakken. Een kwaadwillende voorbijganger kan echter helaas op die manier wel heel gemakkelijk zijn slag slaan. Gelukkig beschikken vrijwel alle bestelbussen van hoveniers over een trekhaak. Als er geen aanhanger gemonteerd is, dan is een slot dat op de trekhaak is te vergrendelen en voorkomt dat de achterdeuren geopend kunnen worden een goede fysieke beveiliging. Om het openbreken van bestelbussen te voorkomen, is het verder verstandig om deze na werktijd in de bedrijfshal te parkeren. Het beste is dan dat deze bij voorkeur is voorzien van een inbraakmeldsysteem. Dit is trouwens ook vaak een vereiste bij een zakelijke eigen goederen- of transportverzekering.”
Waarom is dit meldsysteem zo belangrijk?
“Bij een reguliere bedrijfshal kunnen dieven met standaardgereedschap vaak al binnen drie minuten binnen zijn. Als er een meldsysteem is, hebben ze maar een beperkte tijd om tuingereedschap te stelen. In het geval van een hoveniersbedrijf of detailhandel gespecialiseerd in tuingereedschappen worden dan vooral (accu-) tuingereedschappen meegenomen. Deze zijn namelijk makkelijk mee te nemen en vertegenwoordigen per object relatief hoge waardes vanaf zo’n vijfhonderd euro per item. Als er geen alarm is, hebben dieven vrijwel alle tijd en zullen ze alles van waarde meenemen. Extra camera’s zijn een goede aanvulling hierop, met name camera’s met bewegingssensoren. Hierbij kan namelijk meestal op afstand worden meegekeken, waardoor een alarmmelding als gecontroleerd wordt beschouwd. Deze meldingen hebben een hogere prioriteit voor de opvolging bij de politie.”
"Accu-tuingereedschappen zijn makkelijk mee te nemen en vertegenwoordigen per object relatief hoge waardes vanaf zo’n vijfhonderd euro per item."
Tot slot. Kan de hal zelf nog meer beveiligd worden?
“Jazeker. De relatief makkelijk te kraken overheaddeur is meestal eenvoudig te beveiligen. Dit is meestal een standaard roldeur, die ook wel sectionaaldeur wordt genoemd. Zo’n deur is meestal eenvoudig te beveiligen. Zo kan deze extra worden afgesloten door bijvoorbeeld een discusslot in de rail te plaatsen. Dit werkt vertragend en zorgt ervoor dat de kans dat er minder wordt meegenomen aanzienlijk is. Ook het spanningsloos maken van de roldeuren na inschakelen van het alarm is een zeer effectief vertragend middel. Verder kunnen hoveniers er over nadenken om spullen op etages te leggen en kunnen ze gereedschap dat om veiligheidsredenen is voorzien van beugel(handvatten) afsluiten met kabelsloten van gehard staal."
Sillen benadrukt dat het belangrijk is om hierbij gecertificeerd materiaal te gebruiken, bijvoorbeeld categorie ART-3 (motor)fietskabelsloten. Ook het visueel markeren van gereedschap kan slim zijn. Hoveniers kunnen hun gereedschap dan op de gewone manier gebruiken, maar dieven kunnen het dan niet meer zo makkelijk doorverkopen. Tot slot is het een optie om een compartiment te maken. "Dit kan een inpandige gemetselde ruimte zijn met een volkern buitendeur. Dit is een massief houten deur van minimaal 38 millimeter dikte. Deze deur moet dan afgesloten worden met SKG tweesterren hang- en sluitwerk. Dit is hang- en sluitwerk dat volgens het bouwbesluit minimaal aanwezig dient te zijn op alle buitendeuren van nieuwbouwwoningen. Dit is veelal maatwerk waarbij verzekeraars wel richtlijnen hebben en kunnen verstrekken aan hun verzekerden of hun adviseur.”
Trend: Van tuingereedschap op benzine naar gereedschap met litium-ion accu’s
Sillen signaleert ook een trend op tuingereedschapgebied. Zo maakt tuingereedschap op benzine steeds meer plaats voor gereedschap dat veelal met een lithium-ion accu wordt aangedreven.
“Deze nieuwe generatie gereedschap heeft grote voordelen ten opzicht van het traditionele gereedschap. Denk hierbij aan rust en minder verstoring voor vogels en insecten in tuinen en parken. Voor professionals die veelvuldig met deze gereedschappen werken is het beter voor de gezondheid. Zeker met de handgereedschappen op benzine staat de hovenier of diens werknemer namelijk direct in zeer verontreinigde lucht te werken. Verder naar de toekomst gedacht is het voor verzekeringsadviseurs belangrijk om dit aspect te benoemen, omdat een werkgever in alle redelijkheid een werknemer niet aan onnodige gevaren dient bloot te stellen. Bij mogelijk te relateren gezondheidsschade zijn claims in de toekomst eerder waarschijnlijk dan mogelijk. Verder is er dus veel milieuwinst en krijgt je hoveniersbedrijf een (groene) uitstraling.”
Nadelen aan deze accu- gereedschappen zijn er volgens de risicodeskundige ook. “Dit zit 'm vooral in de brandbaarheid van (defecte) accu’s. Bij grootschalig gebruik kunnen er voor de laadinrichting en -plaats ook eisen worden gesteld door een verzekeraar. Bijvoorbeeld een kluis of een brandwerende inpandige ruimte om de accu in te bewaren en op te laden. Wat in elk geval praktisch is, is om eigenaren en medewerkers direct actie te laten ondernemen indien een accu heel snel ontlaadt of in het geheel niet meer werkt. Deze moet direct brandveilig worden weggelegd. Worden gereedschappen in een seizoen niet gebruikt, dan is het belangrijk om deze voor ongeveer de helft opgeladen te bewaren, dit voorkomt volledig ontladen met defect tot gevolg. Tot slot is het bewaren van een geheel opgeladen accu voor de prestatie van de accu en voor de brandveiligheid niet ideaal.”
Was dit nuttig?