Skip to Content

Europese duurzaamheid (2): wanneer is groen groen?

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Duurzaamheid is een van de belangrijkste thema’s op dit moment. Zowel in Nederland als in Europa. Nederlandse verzekeraars lopen voorop, maar ook zij zullen de komende jaren veel werk moeten verzetten. Wat komt er op de sector af? Wat is het doel van die nieuwe regels? En wat betekent het voor de praktijk?

In 2021 worden Europese regels van kracht die de financiële sector dwingen (nog) transparanter te worden over haar duurzame prestaties, zodat klanten beter weten wanneer een product wel of niet ‘groen’ is. De diverse regels zijn opgenomen in het EU Sustainable Finance Action Plan dat in maart 2018 in de Europese Commissie is vastgesteld. In de livestream Duurzaamheid: wanneer is groen groen? is het Verbond van Verzekeraars vooral ingegaan op de impact van die nieuwe Europese regelgeving. In het vorige artikel, onder de titel ‘Europese duurzaamheid: wanneer is groen groen?’, keek Anne Schoemaker (Sustainalytics) als Product Manager naar alle verschillende verordeningen en initiatieven van het EU-actieplan. In dit tweede deel gaat Suzanne Kröner-Rosmalen van Stibbe Advocaten vooral in op de informatie die volgens de SFDR-verordening moet worden verstrekt.

Gedragsverandering

De zogenoemde Sustainable Finance Disclosure Regulation, kortweg SFDR genoemd, is een verordening die een verbeterde informatievoorziening over de duurzaamheidsaspecten van financiële producten tot doel heeft. “De Europese Commissie wil vooral een gedragsverandering teweegbrengen”, meent Kröner-Rosmalen.

Volgens haar blinkt de SFDR niet uit in duidelijkheid en is er momenteel sowieso veel regelgeving in beweging die allerlei verplichtingen schept voor de financiële sector. “Dat maakt het lastig voor verzekeraars. SFDR verandert veel sectorale regelgeving, waaronder Mifid en IDD, maar heeft ook invloed op de verslagleggingsregels. De gevolgen van SFDR zijn sectoroverschrijdend. Werkelijk alles haakt op elkaar in en alle informatie, zowel op de website als in marketingdocumenten, moet met elkaar stroken. Zo niet, dan dreigt het juridische gevaar van misleiding.”

De vier disclosures van de SFDR
1. Principal Adverse Impact Disclosure, oftewel het plaatsen van een makkelijk en toegankelijk geschreven Adverse Sustainability Statement op de website.
2. Product Pre Contractual Disclosure, de productinformatie die vooraf moet worden verstrekt.
3. Product Website Disclosure, een aparte webpagina onder de noemer Sustainability Related Disclosures.
4. Product Periodic Disclosure, de jaarlijkse verantwoording, bijvoorbeeld in de vorm van een jaarverslag.

Vier disclosures

In juridische termen zijn er straks twee levels van regels. Level 1 is de regelgeving die rechtstreeks uit de verordening volgt en uit zo’n twintig artikelen bestaat. En level 2 betreft de meer technische uitvoeringsregels, die in de conceptversie maar liefst 54 artikelen omvat. “Kort samengevat betekent het dat de zogenoemde financial market participants - waaronder verzekeraars, aanbieders van beleggingsverzekeringen, ontwikkelaars van pensioenproducten, maar ook adviseurs en tussenpersonen vallen - informatie moeten verstrekken over onderwerpen als het klimaat, milieu, sociale factoren als werkgelegenheid, mensenrechten en de corporate governance”, legt Kröner-Rosmalen uit.

In totaal zijn er vier disclosures (zie ook kader) die de eindbelegger meer duidelijkheid moeten verschaffen. De eerste bestaat, simpel vertaald, uit een verklaring die verzekeraars en andere dienstverleners op hun website moeten plaatsen. “Dat is op entiteitsniveau en moet vooral antwoord geven op de vraag hoe je rekening houdt met ongunstige effecten van je beleggingen of beleggingsadvies. De andere drie disclosures hebben betrekking op je producten. Per product moet informatie worden verstrekt en uiteraard hoort daar bijvoorbeeld ook een jaarverslag bij. Doel van alle vier disclosures is dat de klant de juiste keuze kan maken en producten beter met elkaar kan vergelijken.”

Suzanne Kröner-Rosmalen, Stibbe (advocaten)

Lichtgroen of donkergroen?

Bijzondere aandacht had Kröner-Rosmalen voor de tweede disclosure (de Product Pre Contractual Disclosure). “Deze verplichting voor de pre-contractuele informatie gaat al gelden vanaf maart 2021 en is het meest concreet voor de eindbelegger. Wanneer is groen groen? Over welke producten hebben we het dan?” Kröner-Rosmalen typeerde de producten in drie smaken: donkergroen, lichtgroen en neutraal. “Een donkergroen product is een zogenoemd artikel 9-product, een sustainable investment dat aan behoorlijk wat voorwaarden moet voldoen voordat je het zo mag noemen. Denk aan investeringen in economische activiteiten die bijdragen aan een ecologische of sociale doelstelling, bijvoorbeeld aan het energieverbruik, de afvalverwerking, de circulaire economie of een sociale doestelling als integratie. De belegging mag geen enkele schade toebrengen aan die doelstelling en uiteraard moet de instelling ook een good governance-beleid voeren.”

De definitie van een lichtgroen product, ook wel een artikel 8-product genoemd, is een stuk minder duidelijk, meent ze. “Het gaat dan om een product dat ecologische en/of sociale kenmerken promoot. Dat geeft weinig richting, maar gelukkig heeft de EU inmiddels templates van de precontactuele informatie gepubliceerd, zodat er een beetje beeld ontstaat van de informatie die de sector straks moet verstrekken.”

Veel onduidelijk

Dat bracht haar tot de slotconclusie dat de regelgeving nog veel onduidelijkheden oproept. “Want waarom wordt er wel veel aandacht geschonken aan een definitie voor artikel 9, maar is het voor artikel 8 zo onduidelijk? Dat levert ook veel vragen op over de afbakening. Mag je een product dat niet onder artikel 8 of 9 valt nog wel groen noemen? Kunnen we dat zelf vaststellen? En vanaf wanneer gaan we dat doen? Producten houden zich ook niet aan de landsgrenzen, dus wat is de territoriale reikwijdte? Aan welke standaarden moeten met andere woorden niet-EU-landen voldoen? En hoe zit het met de samenloop met andere regelgeving als Solvency II?”
Het is allemaal niet altijd even helder, benadrukte Kröner-Rosmalen, “maar de commissie lijkt geenszins van plan te zijn om ook maar iets uit te stellen. Dat betekent dat de eerste verplichtingen in maart op verzekeraars afkomen en mijn devies is daarom hetzelfde als dat van Anne Schoemaker: ga aan de slag. Zelfs als je denkt al heel ver op weg te zijn, kan een frisse blik geen kwaad.”

Wil je het webinar graag terugkijken? Dat kan via deze link!

Tijdens het webinar kwam ook Anne Schoemaker van Sustainalytics aan het woord. Benieuwd naar haar verhaal dat eerder op verzekeraars.nl is verschenen? Klik hier.

Shutterstock 1888881763

Schademiddag 2024

  • 5-6-2024
  • Event
  • Vakkennis

Was dit nuttig?