Skip to Content

Gebruik Solvency II-review als aanjager voor investeringen door verzekeraars

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Dat na vijf jaar het huidige toezichtskader Solvency II aan herziening toe is, snapt iedereen. De wereld  kan in vijf jaar immers behoorlijk veranderen. Dat laten de COVID-pandemie, maar recent ook de  oorlog in Oekraïne, maar al te zeer zien. Aanpassingen zijn dan ook nodig.

“De herziening van Solvency II kan er juist voor zorgen dat onze sector, als grootste institutionele belegger van Europa, haar rol kan pakken bij de enorme investeringsuitdagingen waar Europa de komende jaren voor staat,” aldus Richard Weurding, algemeen directeur van het Verbond van Verzekeraars, tijdens het ACIS- symposium bij de UvA in Amsterdam.

Weurding doelt hierbij niet alleen op het herstel van de huidige economische crisis. Hij doelt ook op het klimaatneutraal maken van Europa via de Green Deal en de inhaalslag op het gebied van digitalisering. Weurding was, naast Armand Schouten, directeur Divisie Toezicht Verzekeraars van De Nederlandsche Bank en CFO van Aegon Nederland, Boaz Magid, een van de sprekers bij het symposium met als titel ‘Het 1e lustrum van Solvency II: Fête, Farce of Force Majeure?' Onder leiding van Roger Laeven, Hoogleraar Mathematics and Economics of Risk aan de UvA, lieten de sprekers hun licht schijnen op de herziening en waar in hun ogen de knelpunten en verbeterpunten zitten.

Gebruik review als aanjager voor lange termijn investeringen

Volgens Weurding kan de huidige herziening, die hij liever een tour de force noemt, bij alle uitdagingen waar Europa voor staat een  rol van betekenis vervullen. “Mits de Europese Commissie (EC) verzekeraars daadwerkelijk de kans geeft hun lange termijn investeringskracht in te zetten voor een economisch krachtig en duurzamer Europa”, aldus Weurding. “Die investeringskracht kan en zal niet ten volle benut worden als de Commissie en het Europees Parlement vasthouden aan hun voorgestelde eisen voor het aanhouden van bufferkapitaal. De door EIOPA voorstelde verzwaring van de huidige kapitaallast met ongeveer 60 miljard euro verminderd de investeringscapaciteit van de verzekeringssector met ongeveer 170 miljard aandelenbeleggingen of 680 miljard obligatiebeleggingen. Een deel van deze onnodige verhoging wordt onvermijdelijk  doorgegeven aan de consument. Met als gevolg: Hogere premies.” Volgens Weurding staat een dergelijk resultaat in schril contrast met wat beleidsmakers van verzekeraars verwachten als grootste institutionele belegger binnen Europa. ”De Europese Commissie heeft grote delen van het advies van EIOPA overgenomen, maar probeert, geloof en hoop ik, wel rekening te houden met onze investeringscapaciteit.”

Geen duidelijke informatie over juiste extrapolatie van LLP naar UFR

Een ander belangrijk punt is het voorstel om de huidige extrapolatiemethode voor de rentecurve te wijzigen. Volgens Weurding maakt het voorstel het huidige systeem nog ingewikkelder. "En het is ook niet nodig omdat er al mechanismen zijn om ervoor te zorgen dat verzekeraars, zelfs bij blijvend lage tarieven, voldoende beleggingen aanhouden voor zeer langlopende verplichtingen."

“Het grootste probleem hier”, vertelt Weurding, “is dat er géén onderliggend wetenschappelijk onderzoek of kennis is die ons kan adviseren wat de juiste extrapolatie is. Daarmee verwordt het tot een politiek onderwerp van loven en bieden. Koehandel dus. Het komt erop neer dat het pad van extrapolatie van het LLP naar de UFR  heel steil kan zijn of heel vlak, en alles er tussenin. Een steile extrapolatie betekent dat de waardering van langlopende verplichtingen gebeurt tegen een hogere rente, zodat de verplichtingen lager zijn en de bijbehorende kapitaaleis ook. Een vlakke extrapolatie doet het omgekeerde. U kunt vast wel raden wat het voorstel van EIOPA is en waar de industrie staat”, waarbij Weurding het aanwezige publiek inkijkt. “Precies: EIOPA wil een vlakke extrapolatie en de industrie wil een meer steile extrapolatie. In het EIOPA-concept-advies van 2019 leidde dat tot een enorme extra kapitaaleis voor met name Nederlandse en Duitse verzekeraars. Daar schrokken wij van, maar de toezichthouders gelukkig ook. In hun eindadvies voegde EIOPA er een overgangsmaatregel aan toe, die een geleidelijke invoering in acht jaar mogelijk maakt. Hoeveel en of dat de pijn zal verzachten, is afhankelijk van de marktsituatie op dat moment en het betreffende EU-land.”

Voorkom een schaduw-kapitaaleis

“Wat heel merkwaardig is,” vervolgt hij, “is het voorstel dat verzekeraars openbaar moeten maken wat hun kapitaalratio zou zijn zónder die overgangsmaatregel. Dat zorgt toch meteen voor een hogere schaduw-kapitaaleis. Waarvan de kapitaalmarkt onmiddellijk wil weten hoe de verzekeraar dat probleem oplossen.” Dat maakt de overgangsmaatregel in de ogen van Weurding de facto zinloos. “Het punt dat de verzekeringssector wil maken, is dat Solvency II primair de belangen van de polishouders moet dienen. En dan is de eerste vraag: is extra kapitaal nodig, of kan het risico met minder vergaande middelen geadresseerd worden? Het huidige kader houdt al goed rekening met het lange termijn renterisico. De rekenrente om de verplichtingen te berekenen, is al erg laag. Dit biedt de juiste prikkels voor risicobeheer voor nieuwe contracten.”

Dan komt Weurding op de volatility adjustment of volatiliteits-aanpassing, afgekort VA. Zonder VA staat zelfs een verzekeraar bloot aan enorme kunstmatige volatiliteit door marktbewegingen. Zonder de VA zou bijvoorbeeld voor verzekeraars de financiële crisis van 2008-2009 rampzalig kunnen zijn verlopen en had ook de eurocrisis van 2011-2012 forse problemen kunnen veroorzaken. “Dat is dan ook precies de reden dat de VA is opgenomen in de richtlijn na de financiële crisis”, stelt Weurding.

Ga kunstmatige volatiliteit tegen

“De huidige volatiliteitsaanpassing zorgt voor kunstmatige volatiliteit. Dat moeten we terugbrengen, ook toezichthouders zijn het daarover met ons eens.” Zijn oproep aan het Europees Parlement: “Ga kunstmatige schommelingen van de kapitaalratio’s tegen die veroorzaakt worden door korte termijn fluctuaties in kapitaalmarkten. Dat kan door in de formule aan knoppen te draaien. Maar dan moeten we wel aan de juiste knoppen draaien, en in de juiste richting,” bepleit Weurding.

Risicomarge gebaseerd op verouderde aannames

Ook staat Weurding in zijn verhaal stil bij de risicomarge die volgens hem gebaseerd is op verouderde aannames. ”In 2007, toen de kapitaalmarktrente nog fors hoger was dan vandaag, fixeerde EIOPA (zonder veel onderbouwing) de Cost of Capital op 6% (dit zijn de kosten die een verzekeraar maakt om de contant gemaakte toekomstige kapitaaleisen te financieren). Omdat de kapitaalmarktrente nu fors lager is, kunnen we de Cost of Capital dus flink naar beneden bijstellen. De Commissie komt op vijf procent, wij komen op een realistische drie procent. “Maar”, zo benadrukt Weurding, “verzekeraars kunnen veel meer kapitaal voor investeringen vrijmaken als de risicomarge in lijn wordt gebracht met het huidige rentepeil. Dit leidt tot lagere kapitaaleisen. Daarom zijn wij kritisch op het huidige voorstel van de Europese Commissie.”

Pak operationele complexiteit en nalevingslasten aan

Daarnaast is Weurding van mening dat we de operationele complexiteit en nalevingslasten van Solvency II moeten aanpakken. “Zorg ervoor dat proportionaliteit in de praktijk echt werkt, door ook de rapportagevereisten te vereenvoudigen en te stroomlijnen. Dat leidt tot een meer gediversifieerde en efficiëntere verzekeringsmarkt, wat direct gunstig is voor de Europese consumenten.”

Last but not least stond Weurding ook nog stil bij de behandeling van hypotheken onder Solvency II. "Wij zien absoluut geen reden om Solvency II op dit punt aan te passen, zeker niet als dit in de praktijk leidt tot een toename van de toch al hoge kapitaalslast.”

Discussieer live mee over Solvency II: zet 15 maart in de agenda!

De wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie voor de herziening van de Solvency II-richtlijn liggen sinds september 2021 op tafel. Hoewel de besprekingen over de review tussen de EU-lidstaten inmiddels vrij ver gevorderd zijn, is het Europese Parlement  nog drukdoende zijn standpunt te bepalen over veel cruciale vragen: van het waarborgen van financiële stabiliteit en consumentenbescherming. Tot het versterken van de investeringscapaciteit van de sector om zo de groene transitie en het economisch herstel van Europa zo goed mogelijk te ondersteunen. Het Gesamtverband der Deutschen Versicherungswirtschaft e.V. (het Duitse Verbond) heeft toonaangevende stemmen van het Europees Parlement en de Europese verzekeringssector bereid gevonden met elkaar te discussiëren over de Solvency II-review:

- Markus Ferber, lid van het Europees Parlement
- Eero Heinäluoma, lid van het Europees Parlement
- Allegra van Hövell-Patrizi, CEO, AEGON Nederland NV
- Moderatie: Jörg Asmussen, CEO, Duitse verzekeringsvereniging

Het event is live te volgen via LinkedIn op dinsdag 15 maart tussen 15-16 uur via deze link: https://lnkd.in/eXTEv4Fw

Meld je aan en discussieer live mee!

Solvency Shutterstock 1975180988

Solvency II herzieningen

  • 6-6-2024
  • Webinar
  • Toepassing wet- en regelgeving

Was dit nuttig?