Skip to Content

Vooral ‘s nachts betreden criminelen, vaak goed georganiseerde bendes, de terreinen om (vracht)auto’s, werkmaterieel en kostbare onderdelen te stelen. Denk aan velgen, banden, airbags, werktuigen, navigatiesystemen en xenonverlichting. Diefstal en schade heeft vaak grote impact op de betreffende ondernemer. Risicodeskundigen van netwerk mobiliteit & transport, verenigd in het Verbond van Verzekeraars en het Register RRP (NVVK), hebben hiervoor twee handreikingen ontwikkeld. Een voor mobiliteitsbedrijven (versie 3.4) en een voor logistieke -en transportbedrijven (versie 2.5). Met behulp van deze handreikingen kunnen risicoklassen bepaald worden en daarmee het gewenste preventie- en beveiligingsniveau.

Beide handreikingen zijn eind 2024 opnieuw door de netwerkleden beoordeeld. Zij concluderen dat de opzet en indeling nog actueel zijn, maar op onderdelen kunnen worden aangescherpt.

Toegevoegde onderdelen

In de handreiking voor Mobiliteitsbedrijven is daarom aan de ‘Uitgangspunten en definities’ (paragraaf 2) toegevoegd dat organisatorische zaken zoals sleutelbeheer, een gevraagde verklaring omtrent gedrag, screening van personeel en cyberrisico's buiten beschouwing zijn gelaten. Deze zaken verdienen wel de aandacht van de verzekerde en verzekeraar. Verder is aan de ‘Meeneembeperkende maatregelen' (paragraaf 4.3) toegevoegd de aanvullende mechanische versnellings-, selectiehendel of stuurasslotvergrendeling.

G23 Risico-indeling

In de handreiking voor Transport- en Logistieke bedrijven is dit keer alleen de G23 Risico-indeling aangepast. Vooruitlopend op de verwachte aanpassing van de G23-clausule is aan categorie III toegevoegd ”Hoogwaardige bouwmaterialen (niet vallende onder categorie IV, zijnde non-ferro metalen of elektronica), waaronder boilers, zonnepanelen en heatpipes”.

De handleidingen sluiten goed aan op de Verbeterde Risicoklassenindeling van het CCV, VRKI 2.0. Met de handreikingen kunnen verzekeraars en mobiliteits-, transport- en logistieke bedrijven hun risicoklasse bepalen.