In veel Europese lidstaten is het pensioenstelsel minder ontwikkeld dan in Nederland. Het EU-pensioenpakket kan daarvoor een zet in de goede richting zijn. Het Verbond onderschrijft deze doelen, maar wijst er wel op dat de nieuwe Europese regels het Nederlandse pensioenstelsel niet opzadelt met hogere (toezichts)kosten. Of inefficiënte communicatieverplichtingen bovenop de communicatie die al geldt voor de tweede pijler. In deze pijler is het aanvullend pensioen via de werkgever geregeld.
Het Verbond wijst er verder op dat Nederland al een sterk en robuust pensioenstelsel heeft. De Commissie wil met het pensioenpakket lidstaten motiveren hun pensioenstelsel te verbeteren, ook met het oog op het voorkomen van armoede onder gepensioneerden. Het Nederlandse stelsel bestaat uit de eerste pijler (regelt de AOW, het basispensioen), aanvullende pensioenen in de tweede pijler (aanvullend pensioen via de werkgever) en de derde pijler met individuele producten waarmee je zelf pensioen opbouwt.