De vraag of het te verwachten pensioen toereikend is, vormt de belangrijkste sleutel om deelnemers te activeren en informeren over hun pensioen. Daarom staat bij iedere deelnemer één vraag centraal: Wat is de pensioendoelstelling en hoe kan de pensioenregeling de deelnemer helpen de pensioendoelstelling zoveel mogelijk te verwezenlijken? Dat schrijft het Verbond in de vandaag gepubliceerde visie op keuzebegeleiding, die handvaten biedt voor verzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI’s).
Samen verzorgen verzekeraars en PPI's voor miljoenen pensioendeelnemers de pensioenen, waarvan 1,3 miljoen actieve deelnemers, enkele miljoenen gewezen deelnemers en 900.000 gepensioneerden. Ze voeren voor ruim 50.000 werkgevers de pensioenregelingen uit. Goede keuzebegeleiding wint aan belang, nu zogeheten premieregelingen met meer keuzemogelijkheden voor deelnemers gemeengoed worden. In de Wet toekomst pensioenen wordt geregeld dat ook werkgevers die een pensioenregeling bij een pensioenfonds hebben de overstap maken naar premieregelingen.
Begrippenlijst
Om deelnemers nog beter te kunnen ondersteunen slaan verzekeraars en PPI’s de handen ineen. Praktijkervaringen (best practices) en de meest recente inzichten van de (gedrags)wetenschap worden gedeeld. Gestreefd wordt naar het bepalen van risicoprofielen van deelnemers en risicolabels van pensioenregelingen die in vergelijkbare gevallen gelijke uitkomsten geven. Er wordt gewerkt aan een begrippenlijst voor keuzebegeleiding, zodat eenduidig en begrijpelijk gecommuniceerd wordt. Daarbij wordt ook afstemming gezocht met de Pensioenfederatie, die het document 'Taal op Groen' heeft gepubliceerd.
Deelnemers activeren
Volgens directeur Harold Herbert van het Verbond kunnen verzekeraars voortbouwen op jarenlange ervaring met premieregelingen en het voortouw nemen met keuzebegeleiding. "Het inrichten van een keuzeomgeving heeft voor ons niet veel geheimen meer, de grote vraag is nu hoe we deelnemers kunnen activeren zodat ze er ook gebruik van gaan maken. Pensioen wordt door de WTP een stuk eenvoudiger, maar veel mensen zien het nog als ingewikkeld en dat schrikt af. Het helpt ook niet als we blijven roepen dat we het beste pensioenstelsel ter wereld hebben. Men denkt dan al snel: het zit wel goed’’.
Door te laten zien wat er werkelijk wordt opgebouwd en hoe zich dat verhoudt tot het gewenste inkomen voor later, komt volgens Herbert al snel de vraag op tafel: "maar wat ik kan doen? Met welke keuzes kom ik het dichtst bij mijn doel? Verzekeraars en PPI’s reiken tools aan die deelnemers helpen zelf beslissingen te nemen. Er zijn keuzeomgevingen ingericht waarin zij geïnformeerd worden en in kaart wordt gebracht wat de financiële gevolgen zijn van eventuele keuzes. Keuzebegeleiding leidt niet tot persoonlijke aanbevelingen. Daartoe zijn onafhankelijke adviseurs, die het hele financiële plaatje in kaart kunnen brengen".
Was dit nuttig?