Skip to Content
Arnold Van Vliet 2025 09 23 4

"Het lijkt misschien op science fiction, maar we zitten er middenin"


Hij twijfelt wel eens of een positieve boodschap beter aankomt dan alle doemscenario’s over het klimaat. “Dat is echt een duivels dilemma. Ik stem mijn boodschap altijd af op mijn gehoor, maar ga geen halleluja-verhalen vertellen. We moeten in rap tempo natuurinclusief gaan werken. Als we dat niet doen, dan zullen we op de blaren moeten zitten.”


Arnold van Vliet (Wageningen Universiteit) is bioloog en oprichter van de Natuurkalender. Hij is een van de keynote speakers tijdens het AIAG Congres en neemt geen blad voor de mond. “Mensen moeten weten wat er gebeurt, de juiste vragen stellen en hun verantwoordelijkheid nemen. Ook de financiële sector moet een ethisch kompas hebben.”

AIAG Congres

Het gesprek met Van Vliet vindt vlak voor het AIAG Congres plaats dat dit jaar in Rotterdam wordt gehouden. Hij trapt zijn relaas al af voordat er ook maar één vraag is gesteld. “Ik houd me bezig met de effecten van ons handelen op de biodiversiteit. Daarnaast reken ik uit wat de natuur oplevert voor onze samenleving en voor de economie. En ik ben betrokken bij een groot project met financiële organisaties, waarin wij tot en met 2050 berekenen welke veranderingen ons wereldwijd staan te wachten wat betreft de druk op de natuur. Wat betekent het verlies van natuur voor de vele diensten die de natuur levert aan de samenleving, waaronder bestuiving, verbeteren van bodemkwaliteit en waterbeschikbaarheid? Hoe beïnvloedt het verlies van dit soort ecosysteemdiensten de wereldeconomie? En tot slot kijken we welke aanpassingen er mogelijk zijn, uiteraard met een uitgebreide kosten-batenanalyse.”

“Ik kan niet vaak genoeg benadrukken dat we vooral naar de extremen moeten kijken”

Kosten en impact

Het verhaal van Van Vliet is niet nieuw. Dit voorjaar sprak hij tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer van het Nederlandse parlement ook al over de kosten en impact van klimaatverandering. De toekomst die hij daar schetste, leek wel science fiction. Zo krijgt heel Europa in 2050 te maken met intense hitte, waardoor het aantal hittedoden in Europa in extreem warme zomers op kan lopen tot 153.000. Onvoorstelbare aantallen die je even op je in moet laten werken.
Daarnaast krijgen we te maken met droogte, watertekorten, muggen met virussen en met plagen die zich door de hitte extra snel kunnen verspreiden. De beruchte Xylella die meer dan 300 plantensoorten bedreigt, zorgt voor massale sterfte bij fruitbomen.
Van Vliet kijkt, met de kennis van nu, op twee A-viertjes naar onze gezondheid en leefomgeving in 2050. “Ik kan niet vaak genoeg benadrukken dat we vooral naar de extremen moeten kijken. We kijken te vaak naar gemiddelden, een gemiddelde temperatuurstijging of de gemiddelde neerslag, ook verzekeraars, terwijl de grootste effecten bij die weersextremen optreden.”

Koralen verbleken

Alle veranderingen gaan zo snel en zijn zo grootschalig dat dieren en planten zich niet meer kunnen aanpassen, benadrukt Van Vliet. “Als het te heet wordt, is dood simpelweg dood. Het lijkt misschien op science fiction, maar geloof mij maar: we zitten er middenin. Kijk alleen eens naar de weersextremen die wereldwijd gaande zijn. De bosbranden, de hitte. Vorig jaar hebben we de vierde massale golf van koralensterfte gezien. Tachtig procent van de koralen zijn in één jaar tijd verbleekt, dus grotendeels afgestorven. Ik krijg daar echt de rillingen van. Eén miljard mensen zijn voor hun voedselvoorziening afhankelijk van die koralen. En de verwachting is dat dit de komende jaren met verder stijgende temperaturen jaarlijks zal gebeuren. Dat betekent einde oefening voor het koraal. En voor degenen die alleen economie interessant vinden: koralen leveren jaarlijks meer dan 375 miljard dollar aan goederen en diensten aan de samenleving.”

“Tachtig procent van de koralen zijn in één jaar tijd verbleekt, dus grotendeels afgestorven. Ik krijg daar echt de rillingen van”

Hoe erg is het dat wij de natuur zo aan het verpesten zijn?

“We zijn compleet afhankelijk van de natuur, maar in ons land hebben we dat helemaal niet door. Natuurlijk, we hebben vorig jaar gemerkt dat de koffieprijzen omhoog zijn gegaan door weersextremen. We lopen tegen stikstofgrenzen aan. En we beginnen problemen te krijgen met de kwaliteit en beschikbaarheid van ons drinkwater, maar overall hebben we er in ons dagelijks leven niet zo’n last van. Als wij ons voedsel hier niet kunnen verbouwen, dan halen we het toch ergens anders vandaan.”

Waarom moet zo’n klein dichtbevolkt landje als Nederland vooroplopen bij het beschermen van de natuur?

“Wij denken dat we goed bezig zijn en als zeer klein landje toch geen verschil kunnen maken. Maar als je naar de cijfers kijkt, kun je prima concluderen dat we de grootste eikels van deze wereld zijn. Kijk eens naar deze website waarop duidelijk wordt in hoeverre het ene land andere landen helpt om aan duurzaamheidsdoelen te voldoen. Wij staan in die index op plek 164, van de 167. Er zijn dus maar drie landen die het per hoofd van de bevolking nog slechter doen dan wij. Die slechte score heeft onder andere te maken met de het negatieve effect dat onze handel heeft op milieu en maatschappij in andere landen. Wij zijn een belastingparadijs voor grote bedrijven. Ook met onze enorme landbouwimport veroorzaken we veel negatieve effecten op onder meer de beschikbaarheid van water in andere landen. Het zou reden genoeg moeten zijn om ons kapot te schamen.”

“De schadelijke effecten van onze manier van leven zitten onvoldoende in onze economie. Dat moet echt veranderen"

Zijn verzekeraars zich voldoende bewust van die dreigende risico’s door natuurverlies?

“Dat geloof ik niet. Ik merk in alle gesprekken die ik voer met mensen, ook in de landbouw en de financiële sector, dat er vrijwel geen kennis is over hoe de natuur zal veranderen en welke gevolgen dat kan hebben. Laat staan als we het hebben over de interacties tussen klimaatextremen, gifgebruik, landgebruiksverandering, beschikbaarheid van schoon water en natuurverlies. En er zijn tal van risico’s. Neem de fysieke risico’s: het verlies van oogst doordat we veel goederen en diensten die de natuur ons levert kwijtraken. Maar denk ook aan de zogenoemde transitierisico’s. Ik verwacht dat wetgeving een grote rol gaat vervullen. Wereldwijd, regionaal en landelijk spreken we nu af dat we onze natuur moeten beschermen en de waterkwaliteit op orde moeten hebben. Als dat niet lukt, zul je in toenemende mate door de samenleving tot de orde worden geroepen en voor de rechter worden gedaagd. Kijk maar naar de stikstofcrisis in Nederland en vanaf 2027 de waterkwaliteitscrisis. Naast die wettelijke worden ook reputatierisico’s steeds meer een issue. Waar investeer je in als bedrijf en waar ben je bij betrokken? Welke verantwoordelijkheid draag je voor de veroorzaakte schade aan natuur en maatschappij via het verlies aan talloze diensten die de natuur ons niet meer levert?”

Hoe kan het dat onze financiële dienstverlening de natuur nog niet standaard meeneemt?

“Het is complex, variabel en misschien wel het belangrijkste: het toebrengen van schade aan natuur en milieu zit niet in onze prijzen verdisconteerd. Als een agrariër met gif spuit, beïnvloedt dat de waterkwaliteit. Mensen worden ziek, onze waterzuivering wordt duurder, maar al die kosten worden niet doorberekend in de prijs van de producten. De schadelijke effecten van onze manier van leven zitten met andere woorden onvoldoende in onze economie. Dat moet echt veranderen.”

Is de verzekerbaarheid in het geding?

“Je ziet dat al in delen van Amerika plaatsvinden. Neem de branden in LA of de orkaanschade in sommige gebieden. Dat is allemaal niet meer verzekerbaar. Het gebeurt dus nu al. De ervaring leert dat veel financieel dienstverleners nog maar net zijn begonnen met de natuur. En als je een blik werpt op de scenarioberekeningen kun je rustig stellen dat wat we nu meemaken peanuts is bij wat er op ons af komt de komende jaren. Er komen bijvoorbeeld steeds meer plekken waar het warmer dan 40 graden wordt. Dan is het toch echt einde gewas. Als je daar nog bij optelt dat er steeds minder gif mag worden gebruikt, waardoor de bewegingsmogelijkheid minder groot wordt, dan weet je ook dat de sector kwetsbaarder wordt. Als je als verzekeraar in de agrarische sector niet volop bezig bent met natuur, klimaat en milieu, neem je je klanten en jezelf niet serieus.”

“Verzekeraars hebben een sleutelpositie bij het duurzamer en natuurinclusiever maken van onze samenleving. Ze zijn nu al het vangnet voor bedrijven en individuen”

Hoe zie jij de rol van verzekeraars?

“Ik vind dat verzekeraars, maar ook banken en pensioenfondsen een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Ook toekomstige generaties moeten gebruik kunnen maken van de natuur. Bovendien hebben we te maken met grote verschillen in ruimtelijke effecten. Er zijn regio’s in de wereld (Afrika, Azië en Zuid-Amerika) waar de effecten mede door ons handelen veel groter zijn dan bij ons. Dat blijkt ook wel uit de index die ik daarnet liet zien. Dat is in belangrijke mate een ethisch vraagstuk.”

Pleit jij daarom voor een ethisch kompas voor verzekeraars?

“Ik ben een integraal denkende naar de toekomst kijkende bioloog met weinig tot geen kennis van de verzekeringswereld. Toch durf ik wel te stellen dat verzekeraars een sleutelpositie hebben bij het duurzamer en natuurinclusiever maken van onze samenleving. Ze zijn nu al het vangnet voor bedrijven en individuen. Verzekeraars hebben via hun cijfers en kennis inzicht in waar en bij welke extreme omstandigheden de samenleving kraakt. Voeg natuur en de diensten die de natuur levert toe aan de risicoanalyses. Ongetwijfeld kunnen verzekeraars allerlei prijsmechanismen inbrengen, zodat ze de kosten voor niet meebewegen in rekening brengen bij hun klanten. Verzekeraars kunnen hun klanten stimuleren en helpen om hun bedrijfsvoering maximaal natuurinclusief te maken. Tegelijkertijd kunnen ze zich voorbereiden op de toenemende weersextremen door klimaatverandering in samenhang met natuurverlies te analyseren. Natuurlijk is dat complex, maar het is wel behapbaar te maken. Voor jezelf als verzekeraar en ook voor je klanten. Maak bijvoorbeeld continu gebruik van de actualiteit. Als er schade ontstaat door extreme droogte, hitte, overstromingen, uitbraken van nieuwe ziekten en plagen is het verstandig om gelijk te denken wat het zou betekenen als het twintig procent extremer zou zijn en welke opties er zijn om de impact te voorkomen. Kijk vaker vooruit en dan niet naar gemiddelden over periodes van twintig tot dertig jaar, maar naar de extreme jaren daarbinnen. Maak ook gebruik van de data en kennis die er al zijn en nog gaat komen. En daag ten slotte wetenschappers uit om met antwoorden te komen op de vragen die je hebt. Ik ben er, ondanks dat alle stoplichten op rood staan, van overtuigd dat als we hier vol mee aan de gang gaan we vitale en winstgevende bedrijven in stand kunnen houden, de leefomgeving gezonder en mooier wordt en we elkaar met een gerust hart in de ogen kunnen kijken.”

(Tekst: Miranda de Groene - Beeld: Ivar Pel)

Wat is de natuur (ons) waard?

Samen met een groot aantal collega-onderzoekers en adviseurs organiseert Arnold van Vliet dit najaar een online masterclass Wat is de natuur (ons) waard?
In zes interactieve sessies leren deelnemers:
1. De basis van natuurwaardering
2. Welke informatie beschikbaar is en hoe ze die kunnen gebruiken
3. Hoe je het toepast in je eigen werk/omgeving
4. Een netwerk opbouwen van mensen die hier ook actief mee bezig zijn.
Interesse? Meer informatie en aanmelden kan via deze link.