Skip to Content
Ernst Numann 2025 12 01 1

"Een uitspraak met politieke gevolgen is nog geen politieke uitspraak"


Ernst Numann stopt als voorzitter van de Tuchtraad Verzekeraars. Noodgedwongen weliswaar, omdat hij in september 75 jaar is geworden, maar het is goed zo. Hij is toe aan een ander ritme en heeft nog plannen zat. “Als ik alles nog moet doen wat ik wil doen, moet ik zeker negentig worden.” Een persoonlijk gesprek.

Het interview vindt plaats in een vergaderzaal bij het Verbond van Verzekeraars. Numann ziet er onberispelijk uit met jasje en dasje. Op zijn revers prijkt een speldje dat verklapt dat hij is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Hij kiest zijn woorden met zorg. Bedachtzaam als altijd. Bijvoorbeeld als het gesprek over de Hoge Raad gaat. Numann heeft twintig jaar bij die raad gewerkt en kijkt er met veel dankbaarheid op terug. “Ik heb daar hard gewerkt, maar dat deed iedereen. Het was een intensieve en leerzame periode. Werken voor de Hoge Raad levert voldoening op, ook al ben je het niet altijd eens met een uitspraak. Of met elkaar. Het kan er in de raadkamer best heftig aan toe gaan.”
Volgens Numann wordt er in die raadkamer geregeld fel gediscussieerd. “Maar het wordt nooit persoonlijk. Ik weet nog dat we in de civiele kamer eens een adviseur hadden uitgenodigd die wereldwijd Raden van Bestuur coachte. Die man was naar eigen zeggen gewend aan ‘mensen met een agenda’. Hij had genoten, want hij zag dat er bij de Hoge Raad serieus naar elkaar wordt geluisterd. Een goede regel is bijvoorbeeld dat het jongste lid als eerste het woord krijgt. De voorzitter spreekt als laatste, zodat niemand hem/haar kan napraten. Met name voor jonge rechters is dat een belangrijke regel.” 

Persoonlijk

Ernst Numann (1950) is een veelzijdige jurist en rechter, met een indrukwekkende staat van dienst. Vijf jaar geleden hing hij zijn toga aan de wilgen, omdat hij zeventig jaar was geworden. Dé leeftijdsgrens voor een functie bij de Hoge Raad, waarvan hij tussen 2011 en 2020 de vicepresident was. 

Eind dit jaar neemt hij afscheid als voorzitter van de Tuchtraad Verzekeraars en over ruim een jaar stopt ook zijn voorzitterschap van de Stichting Individuele Verzekeringsaanspraken Sjoa, waarbij hij vanaf het allereerste moment betrokken is geweest.
Numann is medeoprichter van het Centraal Joods Overleg, de koepelorganisatie die in 1999 een akkoord sloot met verzekeraars over de verzekeringstegoeden, waaruit ook de Sjoa-stichting is voortgekomen.

De Hoge Raad ligt steeds vaker - vooral bij sommige politici - onder vuur en dan wordt het soms wel persoonlijk. Wat vindt u daarvan?

“Ik vind kritiek geen probleem, maar het gaat er wel om waarop je die kritiek richt. Van ondermijning van het vertrouwen in de rechtspraak mag geen sprake zijn. Vaak wordt gezegd dat rechters nooit tegenspraak krijgen, maar er is geen beroepsgroep die zo wordt bekritiseerd als de rechterlijke macht. Sterker nog, bijna alle uitspraken van rechtbanken en gerechtshoven kunnen nog één of twee keer opnieuw worden bekeken. Politici en opiniemakers gebruiken vaak het argument dat een rechter op de stoel van de politiek of van het bestuur gaat zitten, maar maken daarbij een verkeerd onderscheid. Zij verwarren uitspraken die politieke gevolgen hebben met politieke uitspraken. Neem de Urgenda-uitspraak, waarin de stichting Urgenda tot aan de Hoge Raad heeft geprocedeerd, omdat ze vindt dat de staat meer moet doen tegen de uitstoot van broeikassen. De Hoge Raad heeft Urgenda gelijk gegeven. Daarna is geregeld het verwijt gevallen dat de rechter in die zaak op de stoel van de uitvoerende macht ging zitten, maar dat was niet zo. Het was een uitspraak die aan de hand van rechtsregels tot stand is gekomen.”

Is de rol van de Hoge Raad nu anders dan pakweg twintig of dertig jaar geleden?

“De Hoge Raad heeft nog steeds dezelfde taken, maar gaat met zijn tijd mee. Dat moet ook. Vroeger werd bij een echtscheiding één van de ouders volgens de wet tot voogd benoemd en de andere ouder tot toeziend voogd. Totdat de Hoge Raad, met het Europees Mensenrechtenverdrag in de hand, heeft bepaald dat die regel moest worden aangepast, omdat het niet meer bij de tijd paste. Net zoals vorig jaar is beslist dat Curaçao en Aruba het homohuwelijk mogelijk moeten maken. Het nemen van dat soort beslissingen hoort ook bij de taak van de Raad. Ik denk dat de meeste mensen inzien dat de Hoge Raad nog steeds gewetensvol zijn werk doet. En nogmaals, kritiek is prima, alleen is de toon soms wat vijandig.”

"Kritiek op de Hoge Raad is prima, alleen de toon is soms wat vijandig"

"In de Tuchtraad hebben we naast vervelende dingen ook wel eens met onzinklachten te maken"

Heeft u, als u nu terugkijkt op uw tijd als Raadsheer en vicepresident, ook wel eens kunnen lachen bij de Hoge Raad?

“Gelukkig wel zeg. Natuurlijk is het persoonlijk leed in zaken soms heel treurig, maar je moet ook kunnen relativeren. Zo maak ik graag woordgrappen. Een collega vroeg mij een keer op de man af: word je daar zelf nou niet moe van? Toen heb ik geantwoord: jawel hoor, maar nog niet half zo moe als jullie.”
Hij lacht, heeft duidelijk een binnenpretje, twijfelt even zichtbaar, maar vertelt dan toch het verhaal van ‘de bewijskwestie’, dat in de raadkamer voor de nodige relativering zorgde. “Een man verdenkt zijn vrouw ervan dat ze een ander heeft. Hij laat haar schaduwen door een detective die hem verslag uitbrengt. De vrouw wordt met die man gesignaleerd in een restaurant en gaat daarna met hem mee naar huis. Het licht gaat aan in de gang, op de trap en uiteindelijk ook in de slaapkamer. ‘En toen?’, vroeg de man. ‘Wat gebeurde er toen?’ Dat weet ik niet, antwoordde de detective, want toen gingen de gordijnen dicht en kon ik niks meer zien, waarop de man vertwijfeld uitriep: nog steeds die onzekerheid!” Een grote glimlach breekt door bij Numann. “Een grapje op zijn tijd hoort bij het bewaken van de goede sfeer en kan zelfs bijdragen aan het verduidelijken van je standpunt.”

Maakt u die grappen ook bij de Tuchtraad Verzekeraars?

“Zeker. Natuurlijk moet je het werk serieus nemen, maar humor is niet alleen nodig, het is ook nuttig. In de Tuchtraad hebben we naast vervelende dingen ook met onzinklachten te maken. Daar moeten we mee dealen en dan helpt een grap om te relativeren en soms om even afstand te nemen.”

Wat is er leuk aan tuchtrecht?

“Bij een rechter gaat het in verzekeringszaken vaak om vragen als: is er dekking of niet? Is er op tijd geklaagd? Is aan alle voorwaarden voldaan voor een uitkering? Hoe groot is de schade? Belangrijke en essentiële vragen, maar wel afstandelijk. Het gaat minder om de mensen en meer om de zaak. Dat is bij tuchtkwesties anders. Daar gaat het om emotie. Wij concentreren ons vooral op het perspectief van de klager. Wat heeft hij/zij ervaren? Het prettige is ook dat wij nooit te maken hebben met individuele beroepsbeoefenaren, zoals een arts of een advocaat, maar met een grote organisatie. Dat maakt ons werk wat gemakkelijker. Het lot van de verweerder, de verzekeringsmaatschappij, valt of staat immers niet met die ene zaak.” 


"Een grapje op zijn tijd hoort bij het bewaken van de goede sfeer"

 

Eind deze maand draagt u de voorzittershamer over. Heeft u bij de Tuchtraad bereikt wat u wilde bereiken?

“Dat is niet makkelijk te zeggen. Over het algemeen wordt de zelfregulering, inclusief alle gedragscodes en brancheregelingen, naar mijn idee goed nageleefd. Misschien wel meer en beter dan twintig jaar geleden.”

Tuchtrecht helpt?

“Jazeker. Daar heb ik geen twijfel over. Ik denk dat het gedrag van verzekeraars in pakweg 25 jaar, in ieder geval sinds de invoering van de Wft (Wet Financieel Toezicht), is verbeterd. Als ik vroeger nog wel eens oude zaken doorlas, dacht ik geregeld: hoe is het mogelijk dat dit is gebeurd. Dat heb ik met de huidige zaken een stuk minder vaak. Mijn indruk is dus dat verzekeraars nu beter hun best doen, maar een onderzoek om die bewering te staven, zou wel leuk zijn.”

Wat kunnen verzekeraars anders/beter doen?

“Zorgen dat er menselijk contact is. Die chatbots zouden sowieso verboden moeten worden. Daarnaast moeten verzekeraars zorgen dat de mensen die de telefoon opnemen, ook verstand van zaken hebben. Het kan niet zo zijn dat een klant aan de telefoon hoort dat er dekking is, terwijl later blijkt dat dat niet het geval is. Ook de behandeling van klachten schiet nog wel eens tekort. Als ik het kort moet samenvatten, zou ik zeggen dat vooral de communicatie beter kan. En dan bedoel ik niet alleen de manier en de toon waarop verzekeraars communiceren, maar ook de kwaliteit ervan.”

"Die chatbots zouden verboden moeten worden"

"De communicatie van verzekeraars kan beter. Zowel de manier en de toon waarop ze communiceren als de kwaliteit ervan"

U bent heel trouw in uw werk en nevenactiviteiten, want u bent ook vanaf het allereerste begin bij de Stichting Individuele Verzekeringsaanspraken Sjoa betrokken?

“Klinkt niet heel dynamisch hé? De Sjoa-stichting is heel speciaal en doet bovendien ontzettend nuttig werk. We helpen een probleem op te lossen dat in meer dan vijftig jaar niet was gelukt en nu in een kwart eeuw wel. Dat is mooi. Het is bijna klaar. Hoewel? Wat is klaar?”

De stichting zou tien jaar bestaan. Dat is meer dan 25 jaar geworden. Steeds werd besloten om het loket langer open te houden. Is het terecht dat het in 2027 stopt?

“De kans dat er nog onbekende geroofde polissen worden gevonden, is heel klein. En het zoeken naar erfgenamen wordt steeds moeilijker. Wie zijn de huidige erfgenamen van iemand die in 1944 is vermoord en geen naaste familie achterliet? Dat is erfrechtelijk een verschrikking. Gelukkig hebben we in veel gevallen te maken met een verklaring van erfrecht uit de jaren 60, maar zestig jaar later zijn er talloze latere erfgenamen die volstrekt onvindbaar zijn. Als we zouden willen, kunnen we nog dertig jaar doorgaan, maar dat gaan we - in overleg met de achterliggende partijen - niet doen. Er moet een keer een eind aan komen. Ik denk ook dat niemand kan worden overvallen door de sluiting van het loket, na vijf keer verlengen. En bovendien blijft er na sluiting bij de individuele verzekeraars nog een deur openstaan.”

"Het is de kunst om alle geschiedenissen van families niet echt tot je te laten doordringen. Dat houd je niet vol"

Zeker in uw jaren als voorzitter van de Sjoa-stichting heeft u veel pijnlijke dossiers onder ogen gekregen. Lukt het u om dat werk niet mee naar huis te nemen? 

“Het is inderdaad de kunst om alle geschiedenissen van families niet echt tot je te laten doordringen. Dat houd je niet vol. Daar moet je je tegen wapenen. De families die ongeschonden de oorlog zijn doorgekomen, komen wij in onze dossiers niet tegen.”

In een eerder interview heeft u verteld dat uw moeder samen met haar ouders Bergen-Belsen heeft overleefd, terwijl uw vader als enige van zijn gezin de oorlog overleefde. Uw gevoel was sterk om ze niet teleur te stellen. Was u dan toch, om in uw woorden te blijven, “een van de jongetjes die alles goed moesten maken”?

“Dat heeft mijn hele generatie, maar dat heeft niks met de Sjoa-stichting te maken. Mijn ouders zijn er niet meer. Dus voor hen hoef ik het niet te doen. Stukjes van het rechtsherstel zijn sinds het einde van de vorige eeuw op mijn pad gekomen en ik voel me daar dan verantwoordelijk voor. Voor de mensen van mijn generatie maakt de oorlog een vanzelfsprekend deel uit van ons wezen. En laten we eerlijk zijn: de gevolgen van die oorlog zijn nog lang niet allemaal weggewerkt. Als er dan recht kan worden gedaan, is de stap om je in te zetten niet zo heel groot.”

"Mijn ouders hebben mijn broer en mij nooit willen belasten met hun oorlogservaringen"

Wat heeft u uit uw eigen jeugd meegenomen naar uw kinderen? Heeft u bijvoorbeeld bepaalde dingen bewust anders gedaan?

“Dat doet iedereen toch? Iedere ouder maakt fouten en dat wil jij anders doen. Om vervolgens weer je eigen fouten te maken. Mijn ouders hebben ons nooit willen belasten met hun oorlogservaringen. Dat hebben ze bewonderenswaardig goed gedaan. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik was opgezadeld met het verleden van mijn ouders. Het was er wel, maar ik had er geen last van. Andersom hebben wij, mijn broer en ik, nooit veel gevraagd, omdat we onze ouders wilden ontzien. Dat geldt trouwens voor iedereen in onze generatie.”

De oorlog was bij u thuis bespreekbaar?

“Er waren bij ons thuis geen taboes, maar de oorlog was zeker geen dagelijks gespreksthema. Mijn moeder heeft altijd verteld over de oorlog, maar dat waren wel steeds dezelfde stukjes uit het hele verhaal. Details eigenlijk. Later, toen ik wat ouder was, hebben mijn ouders allebei aan een interviewboekje meegewerkt en heeft mijn moeder een Spielberg-interview gegeven. In dat interview heeft zij haar hele verhaal verteld en daarna heb ik allerlei puzzelstukjes aan elkaar kunnen passen. Het gekke is dat je pas later in je leven merkt dat het jou mede heeft bepaald. Mijn vader heeft zijn ouders na de oorlog niet meer teruggezien. Ik heb mijn grootouders dus nooit gekend. Dat was voor mij een gegeven. Ik vond dat vooral zielig voor mijn vader, maar had ontzettend lieve grootouders aan de andere kant en heb als kind niet het gevoel gehad dat ik iets miste. Dat verandert als je ouder wordt. Ik kan er soms vreselijk boos om worden. En ook nu ga ik het verleden niet uit de weg. Ik ben bijvoorbeeld bezig met een stamboom van mijn familie. Die wil ik nog verder uitbreiden, zodat ik een boekje kan maken over mijn voorouders en verdere naaste familie.”

Wat wordt dat voor boekje?

“Gewoon een boekje voor mijn kinderen en kleinkinderen over hun familie. Mijn vader was nooit zo mededeelzaam, maar hij had wel een doos vol met (jeugd)foto’s uit Duitsland meegenomen. Die heeft hij of mijn moeder na de oorlog ingeplakt, zonder er iets bij te schrijven. Eind jaren tachtig heb ik met hem bladzijde voor bladzijde doorgenomen. Ik vroeg dan wie er allemaal op stonden en hij vertelde er vaak een verhaal omheen. Ik heb die gesprekken opgenomen en daar ben ik nu ongelooflijk blij mee. Veel verhalen over de familie van mijn moeder ken ik uit hun eigen mond, maar mijn kinderen en kleinkinderen hebben mijn grootouders niet gekend. Ik wil ze met dat boekje vertellen wie hun voorouders zijn geweest.”

(Tekst: Miranda de Groene - Beeld: Ivar Pel)