Skip to Content

Portret Ingrid Visscher (de Vereende)

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

“Ik ben toe aan een ander ritme”

Ze is bijna acht jaar directievoorzitter bij de Vereende en voelt zich daar als een vis in het water. Toch stopt Ingrid Visscher (60) in november met werken. Ze vindt dat het tijd wordt om het stokje door te geven, maar boven alles is ze toe aan een ander ritme.

Het gesprek vindt plaats op de Handelskade in Rijswijk. Tot dit najaar het onderkomen van de Vereende, een speciale verzekeraar voor bijzondere risico’s. Of, zoals Visscher het zegt: “Wij bieden een vangnet voor risico’s die reguliere maatschappijen niet willen of kunnen verzekeren.”

Imke

In september vindt de verhuizing plaats naar het pand van het Verbond van Verzekeraars in Den Haag. Visscher kijkt ernaar uit, maar zal er tegelijkertijd niet lang meer bij zijn. Ze gaat vervroegd met pensioen. Dat heeft te maken met haar eigen houdbaarheid (“acht jaar is een mooie periode”), maar ook met haar behoefte om zich in een toezichtrol in te zetten voor maatschappelijke organisaties. “Mijn baan is super, maar heel intensief. De tijd vliegt en ik wil nog zoveel andere dingen doen.”
Ook de ziekte van dochter Imke speelt een rol bij haar besluit om eerder met pensioen te gaan. Het doet haar zichtbaar pijn als het over Imke gaat. Ze is 23 jaar, studeert in Delft (bouwkunde) en woont sinds anderhalf jaar noodgedwongen weer thuis. “Ik heb het er met haar over gehad en ze vindt het oké als ik vertel dat ze long covid heeft. Het ging niet meer op kamers. Ze heeft onze hulp hard nodig.”

Persoonlijk

Ingrid Visscher (1962) is als trainee bij Aegon begonnen en heeft daar elf jaar in diverse functies gewerkt. Daarna is ze bij Delta Lloyd Zorg aan de slag gegaan, voordat ze in 2007 de overstap maakte naar Unicef Nederland.
Toen ze zo’n zeven jaar later met haar collega-directeur concludeerde dat de directie wel van twee naar één kon, is Visscher zelf teruggetreden.

Sinds 2015 is ze directievoorzitter bij de Vereende. Daarnaast is ze al ruim vier jaar lid van het Verbondsbestuur. En ze is commissaris bij Ansvar en Turien & Co.
Visscher woont met man Robert en dochter Imke in Voorschoten.

Internationale Vrouwendag

Visscher is een bedachtzame vrouw. Ze neemt de tijd voordat ze antwoord geeft. En ze heeft het gesprek goed voorbereid. Het blaadje met daarop haar eigen aantekeningen ligt voor haar. Af en toe kijkt ze ernaar.
Het is Internationale Vrouwendag. Dus de vraag rijst meteen aan het begin van het gesprek. Heeft ze daar wat mee? “Veel minder dan vroeger. Toen ik in 1987 bij Aegon begon, heb ik me wel geroerd in de man-vrouw discussies. Niet zo heftig hoor. Ik ben niet iemand die de barricades opgaat. Ons traineeklasje was overigens wel netjes 50/50, maar in de top van de verzekeringsbedrijfstak was dat in de jaren tachtig een heel ander verhaal. In die tijd waren er amper vrouwen in het (hogere) management te vinden.”

Verbondsbestuur

Dat is nu, 36 jaar later, flink verbeterd. Gelijkheid is gewoner geworden, vindt Visscher. “Kijk naar het Verbondsbestuur. Annette Mosman (APG-bestuursvoorzitter en Topvrouw van het Jaar 2022) was in 2015 het eerste vrouwelijke bestuurslid. Natuurlijk is dat rijkelijk laat, maar inmiddels zijn we met drie vrouwen in het bestuur vertegenwoordigd: Bianca Tetteroo (Achmea), Allegra van Hövell-Patrizi (Aegon) en ik. Ik ervaar het in het Verbondsbestuur niet als een issue. Er komen ook steeds meer vrouwen op belangrijke en relevante posities in de verzekeringsbranche.”

"Er komen steeds meer vrouwen op belangrijke en relevante posities in de verzekeringsbranche"

Ambassadeur

Toch is ze zich terdege bewust van de ambassadeursrol die ze als directievoorzitter heeft. “Ik vind het belangrijk om het goede voorbeeld te geven en andere vrouwen te helpen. Zonder toezeggingen en quota overigens, want daar ben ik geen voorstander van. Ik wil liever anderen inspireren en geloof heilig in stimuleren. Mijn leidinggevende bij Delta Lloyd heeft mij destijds gestimuleerd om stappen te zetten. Hij zei dat ik het kon en dat gaf me vertrouwen. Zonder hem was ik misschien nooit op mijn 38e voor de eerste keer directeur geworden. Als iemand vaak genoeg tegen je zegt dat je het kunt, dan kun je het ook.”

Vertrouwen

Het woord is gevallen en zal nog vaker aan bod komen: vertrouwen. Visscher hoopt dat haar dochter haar vertrouwt, zoals zij vroeger ook haar ouders kon vertrouwen. “Het is de belangrijkste les die mijn man en ik onze dochter willen meegeven. Fouten maken is niet erg. Dat doen we allemaal. Maar probeer het, ga niet meteen bij de pakken neerzitten en vertrouw op jezelf.”
Zelf komt ze uit een gezin waar aanpakken de gewoonste zaak van de wereld was. “Mijn vader en moeder waren beiden ontzettend creatief. Toen ze bedachten dat we wel eens konden gaan kamperen, maakten ze samen een vouwwagen. Mijn vader bouwde de onderkant. Mijn moeder naaide de tent. Dat had ze nooit eerder gedaan. Ik was nog klein en vond dat geweldig. Maar misschien was ik nog wel meer onder de indruk dat ik, als meisje van tien jaar, ook achter die naaimachine mocht zitten. Mijn moeder zei: hier heb je een paar lapjes stof, probeer het maar. Het leverde mij een veilig gevoel op. Ik kreeg ruimte om van alles te doen en als het niet lukte, waren mijn ouders er om me te helpen.”

"Als iemand vaak genoeg tegen je zegt dat je het kunt, dan kun je het ook"

Unicef

Dat vertrouwen speelde ook een grote rol toen Visscher in 2007 directeur werd bij Unicef. “Veel mensen dachten dat het een schok voor me zou worden, na twintig jaar werken in de verzekeringsbedrijfstak. Niets was minder waar. Ja, het is een andere wereld. De mensen die er werken zijn ontzettend bevlogen. Ik heb ronduit genoten van de passie, die ik bij verzekeraars wel eens mis, maar tegelijkertijd heeft Unicef ook doelen. Het is, net als elke verzekeraar, een organisatie die moet worden geleid. Ook bij Unicef moeten de juiste mensen op de juiste plekken werken. Een heleboel dingen zijn hetzelfde, maar zeker is dat ik een geweldige tijd heb gehad. Ik had geen dag willen missen.”

Reis naar Jemen

Ze heeft in die zeven jaar niet alleen veel geleerd, maar ook veel gezien. Samen met reisorganisatie Djoser, een partner van Unicef, heeft ze een indrukwekkende reis naar Jemen mogen maken. “Ik ben op plekken geweest waar geen toerist komt. Naar kleine plaatsen in de bergen waar een afgelegen schooltje staat. Ik heb daar vooral goed kunnen zien hoe Unicef werkt. Het bouwen van een school is niet zozeer het werk van Unicef. Het is vooral duwen en trekken op de achtergrond om echt structureel iets te kunnen veranderen. Bij de overheid lobbyen om het schoolgeld af te schaffen bijvoorbeeld. Of het faciliteren van de leiding van de scholen. Maar ook het belang van ouderparticipatie is me daar wel duidelijk geworden. Die hele reis was als een film voor me, die ik zo weer kan afspelen. Unicef heeft me gevormd.”

Relativeren

Zo kan Visscher nu veel beter relativeren dan vroeger. “Als je diepe ellende hebt gezien, wordt het een stuk makkelijker om nee te zeggen tegen onbelangrijke dingen. Zo vond ik het, toen ik net terug was uit Jemen, best lastig dat mijn dochter kon zeuren om niks. Wij hebben het zo ontzettend goed hier en realiseren ons dat niet. We hebben echt alles.”
Het werken voor Unicef heeft Visscher zowel persoonlijk als zakelijk veranderd. “Als het gaat om het belang van humanitaire hulp weet ik nu dat grotere professionele projecten beter werken dan kleinere initiatieven. Hoe sympathiek die laatste ook zijn, ze zijn vaak afhankelijk van bepaalde personen. Als zij vertrekken, valt het hele initiatief in duigen.”
Je moet ontwikkelingswerk met eigen ogen zien om erover te kunnen oordelen, meent Visscher. “Ik ben bijvoorbeeld anders gaan stemmen en kijk altijd heel nadrukkelijk naar de paragraaf ontwikkelingswerk in het politieke programma van een partij.”

De Vereende

Na zeven jaar Unicef zou ze wel zien wat er op haar pad kwam. Als het maar geen verzekeraar was. Het werd de Vereende en laat dat nou net “de allerleukste baan” zijn die ze ooit heeft gehad. “Waarom? Omdat het zo goed bij mij past. Wij komen op voor slachtoffers en zoeken naar een oplossing voor iedereen. Wij zijn een vangnet en streven niet naar winstmaximalisatie. We hebben een dienende rol en wachten tot we nodig zijn, maar zijn niet afwachtend.”
Typerend voor Visscher is ook dat ze graag wil benadrukken dat de Vereende meer is dan alleen een verzekeraar. “Ook het Waarborgfonds Motorverkeer, het Nederlands Bureau Motorrijtuigverzekeraars, de Atoompool en de NHT (Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorisme) horen bij ons. We hebben met een breed palet aan stakeholders te maken: klanten, slachtoffers, verzekeraars, herverzekeraars, de overheid. Ik mag met iedereen praten en kan daarbij leunen op alle kennis die we in huis hebben. En dan mogen we ook nog eens zo nu en dan iets nieuws gaan doen, zoals misschien straks met de overstromingspool.”

"Als je diepe ellende hebt gezien, wordt het een stuk makkelijker om nee te zeggen tegen onbelangrijke dingen"

Geduld

Ze knikt, bijna vragend. “Dat is toch een geweldige baan? Ik houd ervan om iets uit de knoop te halen. Letterlijk en figuurlijk. Ik heb er ook het geduld voor. En ik houd van lange, houdbare, duurzame oplossingen.”
Het zoeken naar oplossingen is wat Visscher, maar ook de Vereende kenmerkt. “Medewerkers krijgen hier de tijd voor research. Dat maakt het leuk om hier te werken. We hebben behoefte aan een mix van nieuwsgierigheid en deskundigheid. Aan mij de taak om een veilige werksfeer te creëren, waarbij we ook ambitieus zijn. Misschien zijn we soms wel iets té ambitieus. We worden steeds professioneler en scheppen veel op ons bord. Het zit niet in ons systeem om iets of iemand te laten vallen, maar de vraag rijst soms wel hoeveel kansen we iemand moeten gunnen. In brainstormsessie discussiëren we daar geregeld over. Ook bij ons houdt het een keer op.”

Vangnet

Visscher klinkt enorm bevlogen, vooral als het over ‘haar’ Vereende gaat. Noem de verzekeraar bijvoorbeeld geen afvoerputje, want dan wordt ze bijna boos. “Wij zijn een vangnet. Afvoerputje vind ik zo negatief klinken. We hebben respect voor iedere klant/benadeelde en gaan ver in het zoeken naar oplossingen. Een mooi voorbeeld is de verhuur van tuktuks, waar regelmatig echt lelijke schades vallen. Voordat wij het punt bereiken dat we ‘nee’ tegen dit risico zeggen, kijken we eerst nog samen met de klant en de assurantieadviseur naar preventiemaatregelen en eisen die we aan de bestuurders kunnen stellen.”

Geraniums

Ze wil het stokje graag goed overdragen en bemoeit zich daarom wel met het profiel van haar opvolger, maar niet met de opvolging zelf. Ze is totaal niet bang dat ze achter de geraniums belandt, maar kijkt intussen wel alvast uit naar het hebben van meer tijd voor maatschappelijke rollen en voor haar dochter. “Afgelopen jaar heb ik mezelf voor het eerst op een retraite getrakteerd. Ik ben naar een oogstfeest geweest en heb daar van alles over zaaien en oogsten geleerd. Toen wist ik het zeker en heb ik de knoop doorgehakt. Ik ben echt toe aan een ander ritme.”

(Tekst: Miranda de Groene - Fotografie: Foto Moque - Monique Westendorp)


Was dit nuttig?