Voor automatische waardeoverdracht gelden grensbedragen. Pensioenuitvoerders kunnen pensioenen automatisch overdragen als ze groter zijn dan € 2,- per jaar, maar kleiner dan de wettelijke afkoopgrens.
Heel kleine pensioenaanspraken van minder dan € 2,- vervallen en komen toe aan het collectief. Voor een premieovereenkomst moet een pensioenuitvoerder bepalen welk kapitaal correspondeert met een aanspraak van € 2,-. Welke kapitalen per leeftijd corresponderen met een aanspraak van € 2,- vind je hier.
Het grensbedrag voor automatische waardeoverdrachten uit DB-regelingen is gelijk aan de afkoopgrens van kleine pensioenen. De minister stelt de wettelijke afkoopgrens jaarlijks vast. De grens voor de afgelopen vijf jaar is hieronder opgenomen.
Jaartal | Bedrag |
2025 | € 613,52 |
2024 | € 592,51 |
2023 | € 594,89 |
2022 | € 520,35 |
2021 | € 503,24 |
Op basis van de Pensioenwet wordt alleen een DB-afkoopgrens vastgesteld. Pensioenuitvoerders berekenen met hun eigen factoren welk kapitaal in premieregelingen correspondeert met deze afkoopgrens. Dit leidt tot verschillende afkoopgrenzen .
In het nieuwe stelsel vindt alleen nog opbouw plaats in DC-regelingen. Voor deelnemers is het transparanter als dan ook de DC-afkoopgrenzen uniform en wettelijk verankerd zijn. Vooruitlopend hierop kunnen pensioenuitvoerders vrijwillig gebruikmaken van uniforme afkoopgrenzen voor kapitaal- en premieregelingen.
Je vindt de Uniforme afkoopgrenzen voor kapitaal- en premieregelingen hier.