
Het is volle bak in Nieuwspoort. Alle krukken en stoelen in het perscentrum zijn bezet. Het onderwerp leeft, zou je kunnen zeggen. Maar niet in die mate die Verbondsdirecteur Harold Herbert zou wensen. “Het onderwerp komt er in de verkiezingsprogramma's bekaaid van af. Niet iedere partij is even gedetailleerd over de plannen om het oplopende aantal arbeidsongeschikten te beteugelen, terwijl die keuzes juist zo belangrijk zijn voor onze krappe arbeidsmarkt.”
Chagrijn
Het stijgende aantal arbeidsongeschikten leidt tot veel chagrijn in onze samenleving, benadrukte Focco Vijselaar van VNO-NCW. “Ziekteverzuim staat hoog op het chagrijnlijstje van werkgevers. Ze moeten veel (betalen), maar mogen niks. Het is niet makkelijk om op te lossen, want een oplossing vergt moed en een breed draagvlak.”
Piet Fortuin die namens CNV de microfoon overnam, vindt dat we niet alleen naar het probleem, maar vooral naar de oplossing moeten kijken. “Laten we voorkomen dat mensen arbeidsongeschikt worden. De balans privé en werk moet in orde zijn en dat lukt als je werknemers meer autonomie geeft. Zelf keuzes kunnen maken, voorkomt al voor een deel dat mensen uitvallen.”
Preventie
Het werd al snel het meest gebruikte woord tijdens het verkiezingsdebat: preventie. Ook door de kandidaat-Kamerleden. Daan de Kort (VVD) is van mening dat we nu te veel kijken naar arbeidsongeschiktheid, terwijl we moeten kijken naar arbeidsgeschiktheid. “Een beperking kan ook een verrijking zijn. De beste masseurs zijn blind of slechtziend. Met een talentindicatie kunnen we mensen veel meer activeren om mee te doen. Een baan is meer dan alleen een baan en we hebben iedereen nodig.”
Inge van Dijk (CDA) gebruikte twee voorbeelden uit de praktijk waarmee ze wilde aantonen dat het probleem van uitvallen veel groter is dan het lijkt. “Ik was pas bij een congres in hartje Rotterdam en merkte dat veel mensen boos waren over het betaald parkeren. Mensen hebben geen tijd om op de fiets te komen, want ze hebben haast, moeten drie banen met elkaar combineren en zijn opgefokt. Daarnaast sprak ik vorige week met een aantal studentenverenigingen. Er zijn zoveel studenten die het niet meer trekken. De druk is overal hoog. Dat maakt het probleem complexer, maar het is ook groter. We moeten het gesprek daarom breder voeren in de samenleving.”

Verzekeringsarts
Opvallend was dat de Kamerleden het roerend eens waren over de stelling dat de verzekeringsarts zijn oordeel mag geven op basis van het aangeleverde dossier en niet standaard een eigen medisch onderzoek hoeft te doen. Een goede en concrete oplossing om de druk bij verzekeringsartsen en het UWV wat te verlagen. “Mits werknemers wel de vrijheid houden om alsnog het oordeel van de verzekeringsarts te vragen als ze dat willen”, voegde Mariëtte Patijn (GL-PvdA) toe. Ze vroeg daarbij nog specifiek aandacht voor mensen die geen werkgever hebben, “maar hier zijn we het grotendeels wel over eens.”
Nathalie Berkel (D66) ging zelfs nog een stapje verder en stelde een wetswijziging voor. “We hebben in de wet vastgelegd wat een arts mag als iemand al ziek is. Maar wat nou als we de kennis en expertise van een verzekeringsarts eerder gebruiken? Waarom zetten we die medische specialiteit die superschaars is niet in voor preventieve doeleinden? Dan kunnen we zowel de werknemers als de werkgevers helpen, omdat we daarmee veel eerder inzetten op het van werk naar werk begeleiden.”
Het effectiever inzetten van verzekeringsartsen is een mooie gedachte, aldus Karin Hoogteijling (OVAL), want het begint volgens haar helemaal aan de voorkant. In dat kader haalde ze een TNO-onderzoek aan “waaruit blijkt dat een groot deel van het verzuim valt onder de noemer arbeidsconflict of ik vind mijn werk niet meer leuk”.
Afschaffen IVA?
Op de derde en laatste stelling, het verlagen (van 75 naar 70 procent) of afschaffen van de IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten) reageerde Inge van Dijk (CDA) als eerste. “Ik vind deze ingewikkeld. Liever niet en anders hoogstens als een laatste redmiddel. Wij willen graag versimpelen en voor nieuwe gevallen versoberen, maar ik maak me zorgen over mensen die tussen de wal en het schip vallen. Wordt vervolgd dus!”
Mariëtte Patijn (GL-PvdA) noemde de IVA een “fantastisch goed” en zou het heel bitter vinden om dat af te schaffen. “Dit zijn de aller-kwetsbaarste mensen die duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Wel moeten we kijken naar de uitvoeringsproblemen en de bezwaarprocedure(s).”
Ook de VVD is niet voor afschaffing. Daan de Kort: “Wij kiezen er liever voor om de bijstand twee jaar te bevriezen. Ik zal de laatste zijn die beweert dat mensen niks meer kunnen, bijvoorbeeld na een dwarsleasie, maar er zal altijd een groep blijven die niet meer kan werken.”
Nathalie Berkel (D66) heeft tot slot moeite met het woord duurzaam. “Wat kan iemand over tien jaar? Hoe kun je die inschatting maken? Wie heeft er zo'n glazen bol? Ik vind het onrechtvaardig hoe we het nu hebben geregeld. Alle verschillende varianten die zijn gebaseerd op inschattingen doen geen recht aan de werkelijkheid. Het is een complex vraagstuk, dus zomaar voor of tegen zijn, kan niet. We hebben meer nuance nodig.”