Ja, deze dekkingen hebben toegevoegde waarde als de Directe Schadeafhandeling niet van toepassing is. Bijvoorbeeld als een buitenlands gekentekend voertuig betrokken is (voertuig is niet bij de RDW geregistreerd). Of bij schade met een andere verkeersdeelnemer dan een motorrijtuig.
Daarnaast is de rechtsbijstandsdekking op een motorrijtuigverzekering vaak ruimer dan alleen verhaal van materiële voertuigschade. Geschillen over het verhalen van letselschade, die ontstaan door deelname aan het verkeer met een motorrijtuig zijn bijvoorbeeld meeverzekerd. Net als een geschil met een garage.
Bovendien houdt de klant altijd de keuzemogelijkheid een beroep te doen op zijn rechtsbijstandverzekering en de claim bij de aansprakelijke verzekeraar in te laten dienen, in plaats van bij de eigen verzekeraar op basis van het serviceconcept Directe Schadeafhandeling.
Het gaat hier om een eenvoudig proces voor de klant, wat men prima kan doorlopen zonder belangenbehartiger. Als de klant bij aanvang van de schade kiest voor een belangenbehartiger, kan de klant voor de schadeafhandeling worden verwezen naar de verzekeraar van de aansprakelijke partij. Een andere mogelijkheid is om de belangenbehartiger er bij de start van het traject op te wijzen dat het hier in het algemeen gaat om een eenvoudig proces waarbij het aannemelijk is dat de kans beperkt is dat aan de redelijkheidstoets wordt voldaan.
De bedrijfsregeling Directe Schadeafhandeling geeft aan dat de schade die de eigen verzekeraar aan zijn klant vergoedt alle schade omvat die de klant ook kan vorderen bij de WAM-verzekeraar van de aansprakelijke partij op basis van het geldende recht. Buitengerechtelijke kosten kunnen deel uitmaken van die schade.
Deze lumpsumvergoeding is geen schade die de klant lijdt en deze valt daarom niet onder de regeling. Daarnaast geldt dat de rechtsbijstandverzekeraar op grond van het convenant BGK-M een vergoeding ontvangt van de verzekeraar van de aansprakelijke partij.