Skip to Content

Meer transparantie is welkom

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Het Verbond heeft, samen met de Nederlandse Vereniging van Banken en de Pensioenfederatie, in Europa aangedrongen op meer transparantie van de drie Europese Supervisory Authorities. Daarnaast pleiten de drie organisaties, via hun Europese moeders, ook voor het behoud van de overheidsbijdrage.

Nederlandse onder toezicht staande instellingen hebben met een groot aantal toezichthouders te maken. Naast de AFM en DNB zijn dat ook drie Europese Supervisory Authorities, kortweg ESA’s genoemd - de Europese Banken Autoriteit (EBA), de Europese Securities and Markets Authoriteit (ESMA) en de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA). Onze belangrijkste boodschap op een consultatie van de Europese Commissie over de toekomst van de  ESA’s is met name gericht op betere checks and balances. “Wat ons betreft hebben de ESA’s geen nieuwe bevoegdheden nodig. De bestaande zijn ruim voldoende om effectief de taken uit te voeren”, schrijven de NVB, Pensioenfederatie en het Verbond in een reactie. Sterker nog, de drie organisaties zien wel nog genoeg ruimte voor verbetering.

Prijskaartje

Zo is het voor Nederlandse banken sinds zij onder Europees toezicht vallen, niet meer duidelijk hoeveel zij voor dat toezicht betalen. En door dat gebrek aan transparantie kunnen ze ook niet beoordelen of het toezicht efficiënt, doelmatig en proportioneel is. Datzelfde geldt overigens, in min of meerdere mate, voor verzekeraars en pensioenfondsen. Kort samengevat pleiten de drie daarom voor meer inzicht in de geldstromen van de Nederlandse toezichthouders naar de ESA’s, zodat zij ook een oordeel kunnen vellen over het prijskaartje dat aan het toezicht hangt.

Naast het pleidooi voor meer transparantie pleiten de drie ook voor handhaving van de overheidsbijdrage. Als het aan de Europese Commissie ligt, worden de toezichtkosten van de drie ESA’s volledig bij de onder toezicht staande instellingen gelegd. Nu betalen de nationale toezichthouders zestig procent van deze kosten en wordt de overige veertig procent door de Europese Commissie betaald. Het hoeft nauwelijks een betoog dat de drie koepels vrezen voor een ongewenste stijging van de toezichtkosten. “Er is geen enkel ander EU-agentschap dat volledig door de markt wordt bekostigd.” De organisaties pleiten er in hun brief dan ook voor dat in ieder geval een deel van de toezichtkosten uit de Europese begroting moet worden betaald. Dat zorgt ook voor de nodige democratische controle op de uitgaven van het Europees Parlement.


Was dit nuttig?