Skip to Content

Brede onvrede in Tweede Kamer over UBO-register

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Financiële ondernemingen/Wwft-plichtige instellingen zijn niet blij zijn met het UBO-register, omdat het register slechts een beperkte set gegevens over UBO’s (Ultimate Beneficial Owner) openbaar maakt: de geboortedag ontbreekt. Maar ook de betrokkenen van wie gegevens in het register komen te staan zijn kritisch, waaronder wetenschappers, de Autoriteit Persoonsgegevens en non-gouvernementele organisaties gericht op transparantie.

Dit was de afdronk van de rondetafel op woensdag 22 mei jongstleden tussen de vaste commissie Financiën van de Tweede Kamer en diverse belanghebbenden over het komende nationale UBO-register.

Het kabinet diende hiervoor begin april een wetsvoorstel in, waar de Tweede Kamer nu over moet gaan stemmen. Voor het zover is, wilden de commissieleden zich nader informeren via de rondetafel. Namens de financiële sector was de Nederlandse Vereniging van Banken vertegenwoordigd, waarmee het Verbond nauw contact onderhoudt in dit dossier. Uit vele hoeken is veel kritiek op het wetsvoorstel. Zo vrezen familiebedrijven voor hun privacy, wetenschappers en NGO’s wijzen op de verschillen tussen Europese lidstaten (terwijl criminelen zich niet aan landgrenzen houden) en de Autoriteit Persoonsgegevens vroeg zich af of het wetsvoorstel de privacy niet al te zeer schaadt.

Het Verbond heeft herhaaldelijk aangegeven dat verzekeraars graag hun bijdrage willen leveren aan het bestrijden van financiële criminaliteit, zoals witwassen van geld en financiering van terrorisme. Maar dat zij daar wel ‘een goed gevulde gereedschapskist’ voor nodig hebben, zoals minister Hoekstra zelf beaamde in het recente debat over 10 jaar na de financiële crisis. “Het UBO-register kan verzekeraars in potentie veel kosten en tijd besparen bij het opsporen van kwaadwillenden, maar zoals de minister het nu voorstelt, is het een gemiste kans,” aldus algemeen directeur Richard Weurding in een eerdere reactie op het wetsvoorstel.

De vraag is nu wat de Tweede Kamer met deze kritiek kan, en vervolgens het Ministerie: het UBO-register is verplicht op basis van een Europese richtlijn. Daar komt Nederland niet onderuit en veel bewegingsruimte is er niet. Op 29 mei dient de Tweede Kamer schriftelijke vragen in (inbreng verslag) waarbij geput wordt uit de inzichten van de verschillende partijen tijdens het rondetafelgesprek. Het Verbond blijft pleiten voor meer toegang voor financiële instellingen, omdat het register dan in ieder geval goed benut kan worden in het kader van UBO-controle.  


Was dit nuttig?