Skip to Content

Pensioenakkoord stelt werkgevers voor lastige keuze

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Het Pensioenakkoord stelt werkgevers en werknemers die pensioen opbouwen bij een verzekeraar of een premiepensioeninstelling voor een lastige keuze. Moet de leeftijdsafhankelijke premie worden voortgezet of niet? En als de regeling voor het bestaande personeel wordt omgezet naar het systeem met leeftijdsonafhankelijke premies, hoe voorkomt een werkgever dan dat het personeel daar nadeel van ondervindt?

Daan Schmitz, beleidsadviseur pensioen bij het Verbond van Verzekeraars, vermoedt dat een aantal werkgevers straks zal kiezen voor compensatie in loon. Of misschien zelfs voor extra vakantiedagen om bestaande werknemers te ontzien. Op het eerste oog een begrijpelijke keuze, want deze is relatief eenvoudig te realiseren, maar het tast wel de pensioenopbouw aan. “En dat is zorgelijk”, aldus Schmitz.

Leg eens uit: hoe zit het nou met die premieheffing?

“Je kunt momenteel grofweg op twee manieren pensioen opbouwen: in een premieregeling of via een uitkeringsovereenkomst. In het Pensioenakkoord is afgesproken dat iedereen pensioen gaat opbouwen in een premieregeling. Verzekeraars bieden deze regelingen al geruime tijd aan. Wat je inlegt, staat vast, maar wat het uiteindelijke pensioen is, is in belangrijke mate afhankelijk van het behaalde rendement.’’

Beleidsadviseur Daan Schmitz

Voor verzekeraars verandert er met het Pensioenakkoord dus eigenlijk niet veel?

“De overgang naar premieregelingen is voor pensioenverzekeraars en premiepensioeninstellingen gesneden koek. Die voeren ze immers al uit. De deelnemers hebben echter potentieel wel nadeel van de overgang naar de nieuwe premiesystematiek. Nu is het namelijk nog zo dat de hoogte van de premie is afgestemd op je leeftijd. Omdat een jongere deelnemer langer rendement kan maken over zijn ingelegde premie, hoeft er – voor een vergelijkbare pensioenuitkering - voor hem ook minder premie te worden ingelegd dan voor zijn oudere collega. In het nieuwe systeem gaat iedereen, ongeacht hoe oud of jong je bent, procentueel dezelfde premie betalen.”

Voor wie is dat een nadeel?

“Uit onze berekeningen blijkt dat iedereen die nu al pensioen opbouwt daarvan nadeel ondervindt, maar het zwaarst geraakt, worden werknemers tussen de 45 en 50 jaar. Als voor hen ineens een leeftijdsonafhankelijke premie wordt ingelegd, lopen ze een fors stuk pensioenopbouw mis. Daarom heeft het kabinet bepaald dat werkgevers voor hun bestaande personeel mogen doorgaan met het huidige premiesysteem.”

Probleem opgelost?

“Dat zou je denken, maar dat is niet zo. In ieder geval niet helemaal. Wij vermoeden dat veel werkgevers zullen kiezen voor de voortzetting van de bestaande regelingen, al heeft dat weer als nadeel dat bestaand en nieuw personeel dan verschillende pensioenregelingen krijgen. Dat kan leiden tot vraagstukken over ongelijke behandeling. Maar we krijgen nu ook al signalen dat een aantal werkgevers overweegt om toch over te gaan op een vlakke premie en het bestaande personeel op een andere manier wil compenseren.”

"Een aantal werkgevers overweegt om toch over te gaan op een vlakke premie"

Wat zijn de mogelijkheden?

“Werkgeversvereniging AWVN liet deze week in Pensioen Pro weten dat zij vermoeden dat sommige werkgevers zullen kiezen voor extra vakantiedagen of een iets hoger salaris om het bestaande personeel tegemoet te komen. Op de korte termijn is dat natuurlijk best fijn voor de werknemers, maar als ze met pensioen gaan, kan het ze nog weleens bezuren.”

Waarom storten werkgevers niet gewoon wat extra pensioenpremie om deze werknemers te compenseren?

“Daar biedt de wet inderdaad ruimte voor, maar het hangt uiteraard af van de financiële ruimte die een werkgever heeft. Bovendien betekent dit dat ook nieuw personeel recht heeft op de compensatie. Ook als ze geen nadeel zouden hebben van het nieuwe pensioensysteem.”

Lastig, en nu? Wat moet er gebeuren?

“Het is in elk geval van groot belang dat werkgevers en hun werknemers goed geïnformeerd worden over de diverse keuzemogelijkheden. Dat is nog een hele opgave, want pensioen is per definitie ingewikkeld en geen sexy onderwerp. We hopen dat er een langere compensatietermijn dan de huidige tien jaar kan komen en dat er ruimte komt om de compensatie wel te beperken tot het bestaande personeel.”

"Wij hopen dat er een langere compensatietermijn komt dan de huidige tien jaar"

En als werkgevers en werknemers massaal willen kiezen voor wat extra geld en meer vrije dagen?

“Daar zijn ze natuurlijk helemaal vrij in, maar ik hoop dat eerlijk gezegd niet. Het zou immers een verdere uitholling van het pensioen betekenen en dat was volgens mij nou net niet de bedoeling van het Pensioenakkoord.”


Was dit nuttig?