Een projectteam van het Verbond van Verzekeraars, de Vereende en andere partijen heeft de afgelopen maanden negen verzekeringsopties onderzocht voor een overstroming van de zee en grote rivieren (falen van primaire keringen). Inmiddels zijn er twee richtingen overgebleven die geschikt lijken voor de Nederlandse situatie én uitvoerbaar door verzekeraars.
Het doel is het adequaat en snel afhandelen van schade door overstroming. Hierbij is het belangrijk dat schades vanuit één loket eenduidig worden afgewikkeld. De basis voor alle opties is een operationele regierol voor verzekeraars, ook bij het uitvoeren van de huidige Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). “Dat is alleen werkbaar met duidelijke voorwaarden en werkbare protocollen zodat iedereen weet wie wat moet doen,” legt Vylon Ooms uit, beleidsadviseur klimaatadaptie bij het Verbond en vanaf nu verantwoordelijk voor dit dossier. Ooms neemt dit dossier over van Timo Brinkman die vanaf 1 december Programma-coördinator Duurzaam Schadeverzekeren is bij het Verbond.
Overstromingsverzekeringen
“Zetten we een volgende stap, dan kom je uit bij overstromingsverzekeringen waarbij verzekeraars een deel van het financiële risico dragen,” vult Johan Visser aan, senior projectmanager bij de Vereende. “Mocht bijvoorbeeld een deel van Nederland vanuit de Maas of de Noordzee overstromen. Vervolgens stappen de overheid en eventueel internationale herverzekeraars in bij de echt grote overstromingscatastrofes die Nederlandse verzekeraars niet alleen kunnen dragen.” Visser legt uit dat het hier eigenlijk gaat over een gestapelde constructie, waarbij eerst de verzekeraars het risico dragen tot een bepaald bedrag. Daarna is er sprake van een tweede laag met bijvoorbeeld herverzekeraars en daarboven een derde laag met de overheid. “Dus hoe groter de schade hoe meer lagen er betrokken zijn. Ook hier geldt dat deze scenario’s alleen uitvoerbaar zijn als ook de huidige Wts wordt aangepast,” zo waarschuwt hij. “Deze moet duidelijker uitlegbaar en uitvoerbaar worden: een Wts 2.0,” meent Visser.
Oplossingsrichtingen
Het Verbond heeft de oplossingsrichtingen medio 2023 gepresenteerd aan de ministeries van Financiën, Justitie en Veiligheid en Infrastructuur en Waterstaat. Gezien het grote belang, hebben nog drie andere ministeries zich aangesloten bij de ‘interdepartementale werkgroep’. De ministeries hebben nog geen gezamenlijk standpunt bepaald. Er lopen ondertussen verschillende trajecten aan de kant van de overheid. Zo werkt het WODC in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid aan een advies over de Wts.
Lopende trajecten
In afwachting van het standpunt van de ministeries inventariseert het Verbond alvast de verschillende bijbehorende strategische en operationele vraagstukken. Zo kijkt het platform Klimaat van het Verbond naar ‘hoe en waar bouwen we nog?’, klimaatadaptief herstellen van schade, early warning en toenemende klimaatrisico’s. Vanuit dit platform zet het Verbond in op een bredere coalitie voor klimaatadaptatie, bijvoorbeeld via het Deltacongres. Maar ook via de werkgroep Klimaatadaptatie financiële sector (onder het door De Nederlandsche Bank opgerichte platform voor Duurzame Financiering) die deze week met een advies komt over onder andere klimaatadaptief bouwen. Verder wordt de rampencoördinatie binnen de vereniging herijkt aan de hand van verschillende gebeurtenissen (zoals een overstroming) samen met brandverzekeraars en andere relevante partijen.
Ook zet het Verbond in op meer bewustwording van klimaatrisico's én de verzekeringsmogelijkheden. Daarom vraagt het Verbond nogmaals aandacht voor het advies lokale overstroming uit 2018 en de VNAB-modelclausule van 2022. Zeker nu zakelijke prolongaties weer plaatsvinden voor 2024, roept het Verbond verzekeraars en adviseurs op om werk te maken van het credo: ‘de juiste polis op de juiste plek’.
Meer lezen over dit interessante traject? Bekijk de overstromingspagina van het Verbond.
Was dit nuttig?