Skip to Content

Vijf vragen over Prinsjesdag en box 3

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Minister Hoekstra heeft op Prinsjesdag zijn Miljoenennota weer aangeboden. Een van de voorstellen betreft een verandering in box 3 van ons belastingstelsel. Wat gaat er veranderen? Waarom? En wat betekent dat? Beleidsadviseur Hans Rietveld van het Verbond geeft antwoord op vijf vragen.

1. Wat gaat er veranderen?

“Vanaf 1 januari 2021 wordt de vrijstelling in box 3 verhoogd: van ruim 30.000 naar 50.000 euro. Partners mogen samen 100.000 euro hebben voordat ze belasting moeten gaan betalen. In de praktijk betekent het dat straks zo’n 900.000 Nederlanders geen belasting meer in box 3 hoeven te betalen. Er betalen nu ongeveer drie miljoen mensen belasting in box 3, dat worden er dus 2,1 miljoen. Tegelijkertijd wordt wel het belastingtarief met één procent verhoogd tot éénendertig procent.”

2. Waarom gaat box 3 eigenlijk op de schop?

“De belasting in box 3 gaat uit van een zogenoemd forfaitair rendement. Dat werkte vroeger prima, omdat het forfaitaire rendement lager was dan het werkelijke rendement. Tegenwoordig mag je echter al blij zijn als je op je spaarrekening überhaupt nog rente krijgt. En dan is het misschien vreemd dat je belasting over een rendement moet betalen dat je helemaal niet hebt gerealiseerd. Het afgelopen jaar heeft de overheid daarom onderzocht of het mogelijk zou zijn om sparen en beleggen separaat te belasten in box 3. Dat leek een oplossing te bieden voor spaarders, maar dan werden de beleggers juist de dupe: beleggers zouden dan worden geconfronteerd met een hoog forfaitair rendement dat hoort bij beleggingen met een hoog risicoprofiel. En dat zou weer kunnen leiden tot ongewenst consumentengedrag, waarbij consumenten te veel risico gaan nemen. Wij zijn blij dat dat voorstel in ieder geval niet is doorgegaan. Overigens hebben we, door de vrijstelling te verhogen nog geen structurele oplossing, maar in ieder geval hebben wel minder consumenten met spaargeld last van de huidige systematiek.”

3. Het is dus eigenlijk helemaal nog niet opgelost?

“Nee, het verhogen van de vrijstelling is niet meer dan een tussenoplossing. Natuurlijk, voor die 900.000 mensen werkt het, maar voor mensen die meer vermogen hebben (en dat voornamelijk in de vorm van spaargeld of veilige beleggingen zoals obligaties), gaat die vlieger niet op. Om tot een goed en rechtvaardig stelsel te komen, moeten we eigenlijk terug naar de tekentafel. En wat is nu een rechtvaardig stelsel? Vermogensaanwas (waardestijging) lijkt rechtvaardig, maar ook daar kleven nadelen aan. Niet alleen voor de overheid, maar ook voor de consument. En bovendien, hoe ga je ermee om als er een waardedaling is? Er is met andere woorden nog genoeg te onderzoeken om tot een goede, rechtvaardige oplossing te komen.”

4. Wat zou jij liever zien?

“Het is moeilijk om nu al te zeggen wat de beste oplossing is. Eerst zal moeten worden bekeken of vermogensaanwas of een winstbelasting de gewenste oplossing kan bieden. En wellicht is het wel beter om te denken aan een vorm van vermogensbelasting in plaats van een vorm van inkomstenbelasting. Wat in ieder geval wel belangrijk is, is dat de oplossing voor de lange termijn is. De meeste varianten die we kunnen bedenken, hebben namelijk een grote impact op de uitvoerders en de Belastingdienst. Niet alleen op de operatie zelf, maar ook qua kosten. Als er voor een wezenlijk andere systematiek wordt gekozen, is het van belang dat deze écht structureel en blijvend is.”

5. Wat betekent het box 3-voorstel voor verzekeraars?

“De meeste producten die verzekeraars hebben verkocht, zitten in box 1 of hebben een (beperkte) fiscale vrijstelling in box 3. Consumenten met producten waarvan de waarde geheel of gedeeltelijk is belast in box 3, hebben straks een grotere vrijstelling en dat is fijn. Ik zal niet te veel in detail treden, maar iemand die meer dan 136.000 euro aan vermogen heeft, gaat meer belasting betalen dan in 2020. En iemand die minder dan 136.000 heeft, gaat juist minder betalen. Dat maakt het systeem wellicht niet rechtvaardiger, maar het ontziet wel een groot deel van de Nederlandse spaarders. En daar was het de overheid uiteindelijk ook om te doen.”


Was dit nuttig?