Skip to Content

Nils Rosmuller (IFV) over de energietransitie

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

“Burgers hebben geen sjoege van veiligheid”

De overheid heeft haast om de klimaatdoelen te halen. In de rijksbegroting voor 2022 is zeven miljard extra gereserveerd voor het klimaat en de energietransitie. Mooi nieuws, maar er zijn ook zorgen. Nils Rosmuller roept al jaren dat de overheid te weinig oog heeft voor veiligheid. Hij maakt zich vooral zorgen over ‘onbewuste en onbekwame’ burgers en bedrijven. “En dan heb ik het niet over ondeugdelijk opladen van een iPhone of e-bike.”

Nils Rosmuller is lector Energie- en transportveiligheid bij het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Hij is expert op het snijvlak van de energietransitie, veiligheid en hulpverlening. En hij heeft het druk. Rosmuller geeft les, presenteert  tijdens webinars uit eigen IFV-onderzoek en hij wordt vaak gevraagd om plaats te nemen in een klankbordgroep of een begeleidingscommissie. Tijdens het interview wordt snel duidelijk waarom. Rosmuller verstaat de kunst om in jip-en-janneketaal uit te leggen waar de schoen wringt. En hij schroomt ook niet om zijn mening te geven. “Natuurlijk is het geweldig dat de overheid zeven miljard euro extra uitgeeft voor de energietransitie, maar welk deel daarvan wordt besteed aan de publieke veiligheid?”

Wat doet het Instituut Fysieke Veiligheid?

Het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) ondersteunt de 25 veiligheidsregio’s in ons land bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Belangrijke pijlers van het IFV zijn de vier lectoraten (Brandpreventie, Brandweerkunde, Crisisbeheersing en Energie- en transportveiligheid), die de schakel vormen tussen onderzoek, onderwijs en praktijk.
Het lectoraat Energie- en transportveiligheid richt zich op een veilige energietransitie, en op een veilig vervoer van personen en goederen. Dat doet het lectoraat - in nauwe samenwerking met de andere lectoraten, de veiligheidsregio’s, kennisinstituten en brancheorganisaties – via onderzoek, onderwijs, publicaties, bijeenkomsten, webinars en presentaties.
Bij het IFV, dat in Arnhem en Zoetermeer is gevestigd, werken ruim 250 professionals.

Wat is jouw rol als lector bij het Instituut Fysieke Veiligheid?

“Het klinkt wat anarchistisch, maar ik mag doen wat ik wil. Ik word in mijn werk niet door beleidsrichtlijnen of wat dan ook belemmerd en mag mijn mening geven over ontwikkelingen in de CO2-uitstoot, geothermie, windenergie, biomassa en zonne-energie. Daarnaast houd ik me bezig met de veiligheid van waterstof, batterijen/accu’s en duurzame bouwmaterialen. Dat is mooi, want laat ik vooropstellen dat niemand tegen een versnelling van de energietransitie is. Ik ook niet, maar we moeten die transitie wel op een veilige manier doen.”

Wat kunnen jullie doen?

“We proberen zo zichtbaar mogelijk te zijn in het veld, zodat we onze (veiligheids)boodschap breed voor het voetlicht kunnen brengen. Als instituut hebben wij meestal wel zicht op de gevolgen van ongevallen, maar minder op oorzaken en nog minder op hoe vaak iets gebeurt. Overigens zijn wij ons bewust van het feit dat we in die final line of defense (gevolgbestrijding) zitten, maar proberen we steeds vaker in een vroeg stadium aandacht te vragen voor veiligheid (early line of defense). Als een fabrikant al tijdens het ontwerpen van een product rekening houdt met veiligheidsaspecten, scheelt dat achteraf een hoop ellende. Neem als voorbeeld de elektrische auto. Als het batterijenpakket de oorzaak is van een brand, is er heel veel water nodig om de auto te koelen. Maar eigenlijk wil je dat water, dat nu vooral afketst op de motorkap en op de omkasting van de batterij, bij die batterijcellen krijgen, zodat je effectief koelt. Het mooiste is een intern blussysteem, of liever nog: een inherent veilige batterijtechnologie. Dat zou een hoop dompelcontainers en vooral heel veel water schelen."

Je kunt dus een soort blussysteem onder de motorkap aanbrengen?

“Sterker nog, je kan zelfs een blussysteem in de batterij aanleggen, maar dan moet je dat wel willen. Ik vraag me wel vaker af waarom het veiligheidsaspect in sommige industrieën wel is doorgedrongen en in andere niet? Overigens geldt dat niet alleen voor de auto-industrie, er zijn legio voorbeelden waaruit blijkt dat meer aandacht in het ontwerpproces veel ellende achteraf had kunnen voorkomen.”

Zorgen de risico’s die de energietransitie met zich meebrengt voor een verschuiving naar meer preventie?

“Die verschuiving juichen wij alleen maar toe. Het klinkt wellicht wat oubollig, maar voorkomen is nog steeds beter dan genezen. Daar komt nog bij dat risico’s steeds dichterbij de burger komen. Vroeger had je een grote energiecentrale aan de rand van de stad, met een groot hek eromheen, een veiligheidsbeheerssysteem en een operator in de buurt. Nu zijn we min of meer ons eigen energiebedrijf. We hebben zonnepanelen op ons dak liggen, een elektrische auto voor de deur staan, een powerwall in ons huis en soms kopen of verkopen we de energie van of aan de buren.”

Worden de risico’s daarmee ook groter?

“Ze worden vooral anders. Je kunt het brandverloop bij een fossiel aangedreven auto maar voor een deel vergelijken met dat van een elektrische. De temperatuuropbouw is bij die laatste veel langzamer, maar de brand kan zichzelf wel uren of zelfs dagenlang in stand houden. Dat is echt andere koek dan een brand in een ‘normale’ auto die binnen een uur is geblust. En kijk eens naar een ontwikkeling als waterstof. In de industrie is het gebruik van waterstof niet zo nieuw, maar het is relatief makkelijk ontvlambaar en komt nu ook veel dichterbij en misschien ook straks wel in onze woningen. Dat levert toch heel andere risico’s op dan wanneer je je huis verwarmt met gas. Overigens leidt waterstof niet tot koolmonoxidevergiftiging, dus dat is dan weer een voordeel.”

"Niemand is tegen een versnelling van de energietransitie, maar we moeten het wel op een veilige manier doen!"

Wat zie jij als het grootste risico?

“Het gedrag van mensen, dat ik geregeld ‘onbewust en onbekwaam’ noem. Het enge daarbij is dat wij, maar ook de brandweer, verzekeraars of de overheid, vaak het zicht niet hebben op dergelijke gedragingen. Mensen kunnen thuis hun eigen batterij in elkaar knutselen of energie even opslaan voor later, maar wie zegt dat die mensen bekwaam zijn? Moet je je eens voorstellen dat iemand allerlei energie thuis opslaat, soms in zelf gefabriceerde opslagsystemen, en er komt brand. Als de brandweer komt en de meterkast opent om de elektriciteit uit te schakelen, wat gebeurt er dan? De brandweer is op dat moment niet op de hoogte van die extra opslag elders in de woning. Zo gebeurt er van alles en nog wat in woningen en wijken. We weten alleen niet wat, want het zit achter de voordeur en dus is het uit ons zicht.”

Onderschatten we met zijn allen de risico’s?

“De woorden onbewust en onbekwaam gebruik ik bewust. Dat zegt al genoeg, toch? Want hebben de thuisklussers door hoeveel energie er in zo’n batterij wordt opgeslagen? Snappen ze de risico’s die erbij komen kijken? Weten ze, simpel gezegd, wat er gebeurt als het misgaat? Ik bedoel dat ook niet denigrerend, maar een groot deel van wat er fout gaat, komt door dat onbewustzijn. Mensen denken dat het geen kwaad kan om een extra accu op hun e-bike te plaatsen, maar misschien is die accu wel beschadigd, zonder dat je dat ziet? Als je iets niet weet, zie je het ook niet. Dat is ook met risico’s zo. En daarom zijn wij er, soms als een luis in de pels, om op die veiligheid te wijzen en te vertellen dat een accu ook onzichtbare schade kan hebben en gevaarlijk kan zijn als je hem hebt laten vallen. Volgens mij hebben verzekeraars eenzelfde missie.”

Wie is er als eerste aan zet om niet alleen op de veiligheid te wijzen, maar ook daadwerkelijk actie te ondernemen?

“Ik vind dat de overheid het voortouw moet nemen. Het IFV is geen normerend instituut. En laten we wel wezen, iedereen wil die energietransitie. Wij ook, maar als we het snel én goed willen doen, is er meer geld nodig en meer oog voor de veiligheid. Als er een paar miljard extra wordt besteed aan de energietransitie, dan mogen we toch ook wel verwachten dat er in beleidsnotities is nagedacht over veiligheid rondom directioneel laden in binnensteden of hoe je veilig zonneparken en windturbines op land en in zee plaatst?”

Wie is ‘de’ overheid?

“Goede vraag. Ik denk dat de overheid zichzelf dat ook wel eens afvraagt. Het is echt een heel goede zaak dat Economische Zaken en Klimaat niet langer onder één minister vallen. Dat zijn twee totaal verschillende belangen. Er ligt nu een heel belangrijke rol bij de minister voor Klimaat, maar ook de ministeries van Infrastructuur & Waterstaat en Binnenlandse Zaken zullen aan de bak moeten. Zij zullen op zijn minst de kaders moeten scheppen voor de ruimtelijke, transport- en de gebouwveiligheid.”

De veiligheid moet dus meer gesegmenteerd worden aangepakt? Ieder ministerie zijn eigen deel?

“Ja, integraal klinkt altijd zo mooi, maar er zitten zoveel verschillende facetten aan de energietransitie dat je het niet aan één ministerie kunt overlaten. Ruimtelijke veiligheid valt onder Infrastructuur & Waterstaat en Binnenlandse Zaken is verantwoordelijk voor de gebouwveiligheid. En dan hebben we het nog niet eens over productveiligheid gehad.”

"Mensen kunnen thuis hun eigen batterij in elkaar knutselen, maar wie zegt dat ze bekwaam zijn?"

In een filmpje op YouTube heb je het over menselijk gedrag en geef je als voorbeeld dat burgers zonder enig besef een lithium-batterij bij het huisafval dumpen. Wie moet die burger vertellen dat hij dat beter niet kan doen. Ook de overheid?

“Postbus 51 lijkt me in dit geval helemaal niet zo gek. We moeten proberen om meer achter die voordeur te komen. Net zoals dat bij rookmelders is gebeurd met de Brandveilig Leven-campagne. Mensen zijn zich inmiddels wel bewust van de goede werking van rookmelders en bovendien komt er per 1 juli een wettelijke verplichting. Ik denk dat we op eenzelfde manier met de voorlichting rondom de energietransitie moeten omgaan. Burgers hebben elektrische fietsen, scooters, slaan energie zelf op, maar ondertussen hebben ze geen sjoege van de veiligheid. Het wordt hoog tijd dat we ons druk gaan maken om die voorlichting. Er zijn namelijk best veel maatregelen die we zelf kunnen nemen om de risico's op brand te verkleinen.”

Inmiddels vliegen de e-bikes als zoete broodjes over de toonbank, maar wie moet de fietser voorlichten over veiligheid? De verzekeraar? De brandweer? De fietsenwinkel? Jullie?

“Grappig genoeg hebben wij, samen met de brandweer, wel eens tien tips voor thuis opladen gemaakt. Een van de tips is: laad op als je er zelf bij bent. Ik heb ook een e-bike en haal de accu altijd uit mijn fiets. Ik laad ’m binnen op, terwijl ik de krant lees of televisie kijk, zodat ik er met een schuin oog op kan letten en er in ieder geval bij ben. Maar dat even ter zijde. Ik denk dat hier een mooie taak voor de fietsverkoper ligt. Hij verkoopt een mooie (dure) fiets en mag daar dan wel iets over de veiligheid bij vertellen. Ik vraag me wel eens af of fietshandelaren zelf op de hoogte zijn van de gevaren, maar er branden er nu zoveel af, dat dat veiligheidsaspect langzaam maar zeker wel zal doordringen.”

Over dat besef gesproken. Verzekeraars roepen wel eens dat er eerst een ramp moet gebeuren voordat er iets verandert. Geldt dat ook voor de energietransitie?

“Dat hoop ik niet, maar ik snap wat je bedoelt. Het mechanisme werkt vaak zo. De energietransitie is in ontwikkeling en dat verloopt veelal via trial by error. Zo’n drie, vier jaar geleden ben ik eens in het nieuws geweest door een toename van branden met zonnepanelen. Die branden zijn steeds verder toegenomen en uiteindelijk zijn verzekeraars en de branche met elkaar in gesprek gegaan om tot een soort normering te komen, zodat het gebouw verzekerbaar blijft als er panelen op het dak worden aangebracht. Mooi, maar dat gebeurde pas nadat het misschien wel veel te vaak is misgegaan.”

Zijn die gesprekken ook op gang gekomen, omdat de overheid het laat liggen?

“Pas toen het risico van gebouwen onverzekerbaar dreigde te worden, heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat het initiatief genomen om met de twee partijen om de tafel te gaan. Dus laten ze het liggen? Een beetje wel, maar aan de andere kant vind ik het ook wel passen bij ons land dat onze overheid niet meteen met heel strakke regelgeving komt en het eerst aan de branche overlaat.”

Verzekeraars maken zich intussen zorgen over veel meer risico’s die de energietransitie met zich meebrengt en pleiten voor meer regelgeving. Terecht?

“Ze maken zich zeker terecht zorgen. Als de risico’s onder de radar blijven, kunnen verzekeraars er ook niks mee. Zij hebben, net als wij, geen zicht op die thuisknutselaar op drie hoog achter. Dus ja, dan snap ik dat ze meer regelgeving willen. Aan de andere kant zijn er ontwikkelingen gaande waar we wel zicht op hebben. Denk maar aan het grootschalig installeren van PV-panelen, het ontwikkelen van buurtbatterijen en de pilots rondom waterstof. Verzekeraars hebben verstand van risico’s, weten hoe het werkt, welke mechanismen je moet gebruiken en welke barrières je kunt inbouwen. Bovendien beschikken ze over cijfers en harde gegevens. Bijvoorbeeld als het gaat over branden met e-bikes. Ze weten waar en hoe vaak het brandt, wat de oorzaak is, en hoe hoog de schade oploopt, maar als wij om gegevens vragen, is dat lastig. In verband met privacy of bedrijfsgeheimen. En ik snap heus wel dat die cijfers niet op internet hoeven, maar de data-ontsluiting kan beter. Wat is de ontwikkeling die uit de cijfers valt op te maken? Door welke oorzaken? Neemt het toe? De hele energietransitie is soms ook lastig. Ontwikkelingen gaan razendsnel. Wat je vandaag weet, kan morgen weer anders zijn. Cijfers geven dan net iets meer inzicht.”

Verzekeraars hebben naast cijfers ook verstand van risico’s en jullie van veiligheid. Hoe kun je dat het beste bundelen?

“We leggen sowieso al contact via webinars, bijeenkomsten, congressen e.d. Daarnaast hebben verzekeraars en de brandweer samen een paper geschreven over samenwerking, maar ik zou nog wel een stap verder willen. Een intentieverklaring is mooi, moet ook, maar elkaar een kijkje in de keuken gunnen en echt, concreet samenwerken, zou ik heel nuttig vinden.”

"Er zijn veel maatregelen die we zelf kunnen nemen om brand te voorkomen"

Hoe ziet zo’n kijkje in de keuken eruit?

“Ik zou beginnen met samen een topic te kiezen. Wat komt er de komende jaren op ons af? Wat is echt een hot topic? Stel dat we zouden kiezen voor zonnepanelen, waar hebben we het dan over? Is het echt zo’n belangrijk issue in Nederland? Hoe vaak brandt het en waar? Welke oorzaken? Wat hebben jullie aan data? Wat hebben wij? En wat kunnen we daaruit concluderen? Kan iemand van het IFV eens met een inspecteur van een verzekeraar mee om te kijken hoe hij/zij zo’n inspectie uitvoert? En kan er andersom iemand van een verzekeraar eens een paar dagen bij ons meekijken hoe wij tot een analyse komen? Aan de hand van de data, de inspectie en de analyse kunnen we er misschien wel meer ruchtbaarheid aan geven? Een persbericht, een verhelderend artikel op de website, misschien wel een folder met instructies voor (thuis)installateurs?”

Je wilt letterlijk de handen ineenslaan?

“Inderdaad. Ik ben altijd erg gecharmeerd van het formaliseren van een samenwerking op strategisch niveau, maar vervolgens geef je er op uitvoerend niveau pas echt gestalte aan.”

(Tekst: Miranda de Groene - Tekening: Marco van Leeuwen - Bananagun)


Was dit nuttig?