Skip to Content

Leugenexpert Guus Essers: “Verzekeraars zijn niet naïef”

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Nederlandse verzekeraars hebben vorig jaar 10.000 mensen betrapt op verzekeringsfraude. Dat is vijftien procent minder dan in 2021. Mooi nieuws, maar het Verbond van Verzekeraars vindt het nog te vroeg om van een dalende trend te spreken. Aan leugendeskundige Guus Essers vroegen wij waarom mensen eigenlijk liegen.

Guus Essers is medeauteur van het boek Ik weet dat u liegt, dat in 2013 verscheen. Dat boek is aan een zevende druk bezig, maar Essers richt zijn pijlen intussen vast op een opvolger: Het Leugentheater. Naast auteur is hij managementconsultant en gespecialiseerd in taalpsychologie. “Taal vertelt ons meer dan we denken”, benadrukt hij. “In mijn werk heb ik vaak contact met fraudeonderzoekers van verzekeraars. Zij zien het als een nadeel dat er steeds minder face-to-face gesprekken zijn, terwijl telefonisch interviewen juist een groot voordeel oplevert. Als je iemand ziet (en spreekt), ben je teveel bezig met wat je ziet en minder met wat je hoort. Als je iemand alleen spreekt en niet ziet, is de kans dat je hem of haar op een leugen betrapt dertien procent hoger.”

Verbale leugendetectie
Een van de meest sprekende voorbeelden van de kracht van taal, ook wel verbale leugendetectie genoemd, komt uit de VS. De Amerikaanse Susan Smith doet in 1994 aangifte van de ontvoering van haar twee kinderen. Tegen de politie zegt ze dat haar auto is gestolen door een man met een donkere huidskleur, terwijl haar kinderen nog op de achterbank zaten. Smith spreekt consequent in de verleden tijd (My children wanted me. They needed me. Now I can’t help them). Dit in tegenstelling tot haar man die wel in de tegenwoordige tijd over zijn zoontjes spreekt. Het taalgebruik van Smith wekt zoveel argwaan bij de rechercheurs dat ze besluiten tot een vervolgonderzoek. Uiteindelijk geeft Smith toe dat ze haar kinderen slapend in de auto had laten zitten, de handrem er vanaf had gehaald en de auto zo het water in had laten rijden. Ze wordt in 1995 veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf.

Waarom liegen mensen?

“Dat heeft twee redenen. De eerste is dat het een sociaal smeermiddel is, het welbekende leugentje om bestwil. Wat staat die bril je goed! Wat zit je haar leuk. De tweede is een zwaardere leugen en die is vooral bedoeld om er zelf beter van te worden. Liegen voor je eigen voordeel dus. Bij dat soort leugens is er geen moraal.”

Uit onderzoek blijkt dat we ons allemaal schuldig maken aan liegen?

“Klopt, hoewel er wel veel verschillende getallen worden genoemd. Het ene onderzoek zegt dat we zeker tien keer per dag liegen en een ander heeft het over tien keer per uur. Vaststaat dat we dagelijks liegen en zelfs niet kunnen functioneren zonder leugens. Maar dan denk ik wel vooral aan de sociale leugens.”

"Als je iemand alleen spreekt en niet ziet, is de kans dat je hem of haar op een leugen betrapt dertien procent hoger"

Wie liegen het meeste?

“Leugenaars worden ingedeeld in drie categorieën. De eerste categorie betreft de mensen die je op basis van wetenschappelijke inzichten kunt diagnosticeren met een autistische persoonlijkheid. Dat is zo’n drie tot vijf procent van de samenleving. Vijftien procent heeft (licht) autistische trekken, maar niet de diagnose. Deze groep van zo’n twintig procent mensen scoort hoger als het gaat om gevoel van rechtvaardigheid en eerlijk gedrag. Lijnrecht tegenover deze groep staan de mensen die een psychopate persoonlijkheid hebben (ook zo’n drie tot vijf procent) of trekjes van psychopathie (grofweg vijftien procent) vertonen. Psychopaten zijn gewetenloos en dol op geld, status en macht. Die gewetenloosheid hebben ze in 95 procent van de gevallen. Er ontbreken bepaalde delen in het brein. Een psychopaat heeft geen norm. Hij wil gewoon zijn zin krijgen. Tot slot is er nog een grote middengroep, van ongeveer zestig procent, die ook wel neurotypicals worden genoemd. Zij beschikken over een moreel kompas en hebben schuld en schaamte ontwikkeld. Zolang dat moreel kompas in balans is, liegen en bedriegen zij niet of nauwelijks. Maar als ze in de shit komen, kunnen ze zo van leven overschakelen naar overleven. Als je bijvoorbeeld door corona je huis en je baan kwijt bent, is het lijntje naar bedrog dun.”

Guus Essers

Zijn er geboren leugenaars?

“Nee, dat gaat me te ver. Hoewel psychopaten wel vaker liegen en bedriegen dan de andere groepen. Frauderen is voor deze groep eenvoudiger. Ze zijn er ook goed in. Als jij een moreel kompas hebt, moet je eerst je eigen drempel over. Bovendien gaat – achteraf – je geweten ook nog knagen. Daar heeft een psychopaat weinig last van.”

Hoe herken je een leugen? Heeft dat vooral met intuïtie te maken?

“Een van de hoofdstukken in Ik weet dat u liegt gaat inderdaad over intuïtie. Sommige mensen hebben een brein dat iets afwijkt van het gemiddelde. Zij zijn beter in staat om leugenachtigheid te herkennen. Daarnaast ontwikkelen we allemaal in ons eigen vak zogenoemde expert-intuïtie. Een onderwijzer die lang voor de klas staat, weet al snel wat voor vlees hij in de kuip heeft bij een nieuw schooljaar. Dat geldt ook voor een fraudeonderzoeker. Ervaring helpt om je onderbuikgevoel betekenis te geven. Ons gevoel geeft ons een hint. Het voelt niet goed. Experts noemen dat een hot spot en zij maken daar gebruik van. Een fraudeonderzoeker die lang in het vak zit, heeft die expert-intuïtie ook ontwikkeld. Daarom is ervaring zo belangrijk. Rechercheurs zeggen wel eens tegen me: zonder mijn intuïtie zou ik niet weten waar ik moest beginnen.”

Is frauderen makkelijk?

“Dat zou ik niet durven zeggen. In algemene termen wordt altijd gesteld dat zo’n vijf tot zeven procent van het totaal frauduleus is. Ik durf wel te stellen dat verzekeraars slechts het topje te pakken krijgen, door allerlei redenen.”

"Ervaring helpt om je onderbuikgevoel betekenis te geven. Ons gevoel geeft ons een hint. Het voelt niet goed."

Zijn verzekeraars naïef?

“Nee, ze zijn niet naïef. Ik kom geregeld fraudeonderzoekers tegen in mijn werk en zij richten zich steeds vaker op patroonherkenning. Dat is een goede ontwikkeling.”

Wat houdt patroonherkenning in?

“Er zijn er uiteraard meer, maar ik beperk me tot drie aandachtspunten die bij patroonherkenning vaak aan de orde komen:
1. Micro-expressies
2. De taal als leugendetector
3. De donkere driehoek
De eerste houdt in dat je beter let op bewegingen in het gezicht die de werkelijke emotie van een leugenaar of een bedrieger verraden. Wij noemen dat ook wel een hot spot. Vooral bij gesprekken en verhoren over fraude komt bijvoorbeeld de emotie minachting vaak voor.
Bij het tweede punt is een aantal elementen in de taal van cruciaal belang. Zo kan gedetailleerdheid een indicatie zijn voor een leugen. Als iemand bij een vervolgvraag met meer details komt, neemt de kans toe dat hij de waarheid vertelt. Wanneer hij echter vaag blijft in zijn bewoordingen, dan is de kans groot dat hij een script oplepelt. Andere truc is dat je iemand het verhaal chronologisch om laat draaien. Bij een leugen is dat heel lastig.
De donkere driehoek ten slotte heeft te maken met drie verschillende persoonlijkheden: narcisten, psychopaten en machiavellisten. Het betreft een groep die ongeveer een vijfde van onze samenleving behelst, maar goed is voor driekwart tot tachtig procent van alle fraude. Logisch dus dat verzekeraars hun pijlen daarop richten.”

Wat kunnen verzekeraars anders of beter doen om meer fraude te ontdekken?

“Bij de opsporing van fraude kunnen verzekeraars zich nog meer specialiseren in die patroonherkenning. Hoe beter ze patronen herkennen, des te alerter ze zijn op misstanden. Maar er zit ook nog iets aan de voorkant. Bij het ontwikkelen en de vormgeving van hun producten kunnen verzekeraars al meer rekening houden met fraude. Nu richten ze zich vooral op de fraudedriehoek om fraude op te sporen. Die driehoek bestaat uit rationalisatie, motivatie en gelegenheid. Rationaliseren kan bijvoorbeeld zijn dat een fraudeur denkt: die verzekeraars hebben toch geld zat. Een voorbeeld van motivatie is dat er op een gegeven moment veel druk is in je leven, bijvoorbeeld door ziekte van je partner of door geldproblemen. En de gelegenheid spreekt voor zich. Als je jarenlang beheerder bent van de kas en je komt een keer geld tekort, dan is de gelegenheid dichtbij. Ik zou die fraudedriehoek willen uitbreiden tot een fraudevierkant. Het vierde punt is wat mij betreft culturele interferentie. Als iemand altijd heeft geleerd dat de eer op nummer één staat en nu ineens de waarheid bovenaan moet zetten, kan dat leiden tot een cultureel conflict. Het morele kompas raakt uit balans. In verhoren gebeurt het geregeld dat iemand wel vertelt wat hij heeft gedaan en hoe, maar het niet bekent. Veel culturen zijn gericht op (familie)eer. Ik zou het wel goed vinden als verzekeraars daar meer aandacht aan besteden.”


Was dit nuttig?