Skip to Content

Verzekeraars, zowel in de leven- als in de schadesector, zijn vanuit verschillende wetten verplicht UBO’s te registeren. De administratieve last daarvan is groot. Een UBO-register kan veel verlichting bieden, maar dan moet een verzekeraar in zo’n register wel alle informatie kunnen vinden die nodig is om te voldoen aan de verplichtingen uit bijvoorbeeld de Sanctiewet of de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).

Geboortedag en adres
Dat is nu niet het geval, omdat het openbare UBO-register geen geboortedag van ultimate beneficial owners zal vermelden (wel geboortemaand en -jaar) en geen adres. Dat betekent dat verzekeraars hun klanten nog altijd om aanvullende informatie zullen moeten vragen en dat de administratieve last voor verzekeraars niet omlaag gaat en voor klanten zelfs groter wordt. Die moeten immers al die UBO-informatie bij verzekeraars en banken aanleveren, maar straks ook nog bij de Kamer van Koophandel. Niet alleen het Verbond van Verzekeraars wijst daarop in zijn consultatiereactie. Bankenkoepel NVB houdt in zijn reactie een gelijkluidend pleidooi voor toegang tot de volledige set informatie.

Privacy
Uit de consultatieronde blijkt dat de meningen zeer verschillen. Waar het Verbond redeneert vanuit het gemak dat zo’n register de verzekeringsmarkt kan bieden, pleiten vertegenwoordigers van familiebedrijven voor de privacy van uiteindelijk belanghebbenden.

Lang gewacht
De reactietermijn inzake de ‘Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s)’ sloot op vrijdag 28 april. Dit is deel twee van de implementatie van de 4e anti-witwasrichtlijn. Over het eerste deel vond vorige zomer reeds een consultatie plaats. Dit tweede deel heeft lang op zich laten wachten. De uiterste implementatietermijn van 27 juni 2017 gaat Nederland naar verwachting dan ook niet meer halen. Na deze consultatieronde volgt immers nog de bespreking in de Tweede Kamer. Aansluitend moeten diverse procedurele stappen in het wetgevingsproces worden gezet.