De regeneratieve boerderij Schevichoven staat nog steeds bekend om de uitvinding van de ‘plofkip’ jaren geleden. Maar waar voedselproductie na de Tweede Wereldoorlog ging om het zo snel en goedkoop mogelijk produceren van voedsel, dwingt klimaatverandering ons tot duurzamer consumeren. En dat is wat Maarten van Dam, eigenaar van boerderij Schevichoven, en zijn medewerkers proberen te doen: regeneratief boeren mét winstoogmerk.
Tijdens een rondleiding over de eeuwenoude boerderij, ooit ook een vlasboerderij geweest (Schevic = vlas), laat hij beleggings- en duurzaamheidsspecialisten van verzekeraars het verschil tussen monocultuur en (regeneratieve) polycultuur zien. Alle verzekeraars zijn actief in de IMVO 2.0-projecten Biodiversiteit en Gezonde voeding van het Verbond van Verzekeraars.
“Toen we hier tien jaar geleden kwamen wonen, wisten we al dat we ‘het boeren’ anders wilden aanpakken. Boeren met het terugbrengen én behoud van bodemkwaliteit én een goede boterham kunnen verdienen. We willen daarmee een voorbeeldboerderij zijn,” legt Van Dam uit, terwijl de groep verzekeraars uitkijkt over het perceel van zes hectare aangeplant land. Er staan maar liefst veertig soorten meerjarige gewassen in verschillende lagen. Druivenranken, niet voor de wijn maar om zo te eten, staan naast de dropplant. De frambozen naast de kruiden. En uit een aangrenzende rij laten de eerste groene asperges hun kopjes zien. Dat daar is kardoen, van die middelgrote plant kan je de stengels eten, die smaken naar artisjok.
Tussen de rijen gewassen groeit klaver. “Eigenlijk zou ik daar geld voor moeten krijgen van de overheid,” grapt Van Dam. “Want dit plantje zet stikstof uit de lucht om in witte bolletjes tussen wortels.” Op de boerderij is het deze periode druk. De rabarber en asperges worden geoogst en over twee weken de honingbessen. De kruiden van Schevichoven gaan onder andere naar theeproducent Wilder-Land of de Roze Bunker. Ook levert Van Dam zijn (seizoens)producten aan Boerschappen en online supermarkt Crisp. Ieder jaar maakt hij er nieuwe prijsafspraken over die zijn gebaseerd op groothandelprijzen.
De financiering voor de natuurinclusieve boerderij bedroeg in totaal 4,7 miljoen euro. 1,5 miljoen euro werd opgebracht via crowdfunding. Een derde komt van zogenaamde informals (private particuliere investeerders beide tegen 3 procent rente en een 10-jarige lening), de overige 1,75 miljoen euro is eigen vermogen. Een minimale omzet van 30.000 euro per hectare zou mogelijk moeten zijn na een aanloop van zeven jaar. Met uiteindelijk een hoger rendement per hectare dan de gemiddelde reguliere akkerbouw realiseert.
Van Dam zet zich met zijn team dag in dag uit in voor een rendabel bedrijfsmodel dat andere boeren kunnen kopiëren. Een model dat schaalbaar is. “Daarom gebruiken wij geen subsidies, geen vrijwilligers, runnen we geen boerderijwinkel en zijn we niet biologisch gecertificeerd. Als we dan aantonen dat hiermee een goede boterham te verdienen is, dan is dat géén argument om niet te veranderen. Met ons bedrijfsmodel willen we álle boeren aanspreken.” De buurman, een varkenshouder, is overtuigd. Hij is inmiddels overgestapt naar het concept van Van Dam. Dus ook zijn land van 8,5 hectare wordt nu ingezet voor regeneratieve landbouw.
De groep passeert boer en bedrijfsleider Ruben Imminkhuizen. Hij is druk in de weer met het land, want de bodem vraagt om onderhoud, zoals het wieden van onkruid. “Doe je dat niet, dan verandert de grond uiteindelijk in een (beuken)bos,” legt hij uit. Imminkhuizen is verantwoordelijk voor de regeneratieve permacultuur op de boerderij. “Dat betekent dat wij niet overal hetzelfde verbouwen, maar juist werken met verschillende meerjarige gewassen: een permanente agricultuur. Daarmee herstel je de bodem en put je deze niet uit zoals met eenjarige gewassen in een monocultuur wel kan gebeuren.”
Hij werkt nu vier jaar op de boerderij en is blij dat de verschillende lagen en gewassen flink zijn gegroeid. Zo kunnen ze ieder hun rol in de bosrand vervullen. “Met vaste planten, kruiden, meerjarige groenten, bessen, vruchten- en notenbomen maak je de bodem gezond, breng je de biodiversiteit terug en boer je zoals we vroeger ook deden.”
Regeneratieve landbouw is een verzamelnaam voor landbouwmethodes die samenwerken met de natuur in plaats van ertegen. Het richt zich op het herstellen van bossen, het verbeteren van uitgeputte grond, het vergroten van de biodiversiteit, het verbeteren van de waterkringloop en het versterken van de gezondheid van het landschap. Het doel is om het gebied weer terug te brengen naar een gezonde, oorspronkelijke staat.
Ruben loopt langs de honingbessen waarvan de takken doorbuigen door het gewicht van de paar centimeter grote blauwe bessen die eraan hangen. Ondanks het gebrek aan regen de afgelopen maanden, ziet alles er mooi groen en sappig uit. Want de bodem houdt het water veel beter vast, juist door de diverse beplanting. “Maar ook omdat we tijdens de aanplant druppelirrigatie hebben aangelegd, waardoor we de gewassen van water kunnen voorzien. Daarmee is de irrigatie eigenlijk onze verzekeringspremie,” zegt hij met een knipoog. Al kan Imminkhuizen zich op zijn verjaardag vandaag geen groter cadeau wensen dan regen.
Wil je meer weten over boerderij Schevichoven en de weg naar regeneratief én financieel gezond boeren? Kijk dan eens op hun website schevichoven.nl. Daarnaast is Maarten van Dam impact investeerder bij investeringsfonds Pymwymic. Lees er meer over in deel 1 van onze Schevichoven-rapportage: IMVO verzekeraars over biodiversiteit en gezonde voeding.