Skip to Content

“Elke onterechte frauderegistratie is er één te veel”  

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Verzekeraars  betrappen jaarlijks zo’n  12.000 mensen op het plegen van verzekeringsfraude. In ongeveer een op de drie gevallen komt de betrapte fraudeur in het externe verwijzingsregister terecht, waarin nu zo’n 18.000 mensen zijn opgenomen. Hoe werkt dat register precies? En hoe komt een verzekerde weer van die registratie af? Roelof Visscher van het Centrum Bestrijding Verzekeringscriminaliteit bij het Verbond van Verzekeraars legt het uit. 

Financiële instellingen hebben de wettelijke plicht maatregelen te nemen om de veiligheid en integriteit van het financiële stelsel te beschermen. Van de overheid moeten financiële instellingen daarbij samenwerken. Immers, fraude jaagt de samenleving op kosten. “Fraude opsporen doen we dus niet voor de verzekeraar. Dat doen wij voor de klanten, want die betalen de rekening via hogere premies,” geeft Visscher aan. “Een deel van de bewezen fraude is zo ernstig dat we deze fraudeurs in een waarschuwingslijst opnemen om andere verzekeraars te waarschuwen. Want, als een bepaalde vorm van oplichting bij één verzekeraar werkt, wordt dat vaak ook bij een andere verzekeraar  geprobeerd.” 

Vier ogen principe 

Het systeem is gebaseerd op wetgeving, zelfregulering en op afspraken met bijvoorbeeld de Autoriteit Persoonsgegevens. Er zijn waarborgen om ervoor te zorgen dat de registraties op deugdelijke gronden plaatsvinden en proportioneel zijn. “Denk  aan het vier ogen principe, verplichtingen rondom informatiedeling en voorwaarden voor het kunnen starten en uitvoeren van een fraudeonderzoek,” legt Visscher uit.  

Meer fraude 

Daarnaast moeten zowel het fraudeonderzoek zelf als het delen van informatie over fraudeplegers voldoen aan voorwaarden uit het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (PIFI). Zo moet er uiteraard  bewijs van  fraude zijn en aantoonbare betrokkenheid van de fraudeur. Het aantal klanten dat uiteindelijk wordt geregistreerd, is redelijk stabiel, “maar in vergelijking met vier jaar terug zien we wel een toename,” stelt Visscher. “Dat komt onder meer doordat verzekeraars meer fraude  opsporen.”  

Privacy 

Van de 12.000 vastgestelde fraudegevallen per jaar wordt momenteel een kleine 5.000 geregistreerd in het EVR. “De overige 7.000 fraudes komen er dus niet in,” benadrukt Visscher. “Bijvoorbeeld omdat de privacybelangen van de fraudeur zwaarder wegen dan het belang van de sector om voor de fraudeur te waarschuwen via de EVR. Dat kunnen ‘first offenders’ of minderjarigen zijn.”  

Nieuwe verzekering 

Verzekeraars raadplegen het waarschuwingssysteem onder meer bij de aanvraag van een nieuwe verzekering. Als iemand wegens fraude geregistreerd staat - en zeker als hij die registratie bewust niet meldt bij de aanvraag voor een verzekering - kan dit ertoe leiden dat een andere verzekeraar een klant weigert of een premieopslag berekent. Verzekeraars bepalen dus ‘de straf’: wie er in het EVR wordt opgenomen en voor hoe lang. Dat kan voor maximaal acht jaar. Maar hoe kom je van zo’n registratie af, zeker als jij meent dat je niets verkeerd hebt gedaan?  Visscher: “In de term 'straf' zit de misvatting dat het EVR is bedoeld om de fraudeur een sanctie op te leggen en hem uit te sluiten van de diensten van verzekeraars. Dat is niet zo. De registratie is bedoeld om verzekeraars, die met de fraudeur te maken krijgen, het signaal te geven op te letten,” stelt Visscher.  

Hij benadrukt dat klanten altijd bezwaar kunnen maken bij de verzekeraar. Ook kunnen ze vervolgens naar de rechter of het Kifid. Klanten worden hier actief op gewezen, onder meer via het PIFI. 

Vorig jaar hebben iets meer dan 100 klanten het Kifid ingeschakeld. “Van deze klachten blijkt een vijfde deel geheel of gedeeltelijk terecht”, aldus Visscher. “Registraties worden dan ingekort of, in een handvol gevallen, geheel verwijderd. Afgezet tegen het totaal aantal frauderegistraties (5.000 per jaar), gaat het om minder dan een half procent. Maar dat neemt niet weg dat elke onterecht geregistreerde persoon in het waarschuwingssysteem er een teveel is,” meent Visscher. ”Dit spoort de betreffende verzekeraar en de branche aan om hiervan te leren. Het CBV verspreidt maandelijks een overzicht van gepubliceerde jurisprudentie voor de afdelingen Veiligheidszaken bij verzekeraars om herhaling van fouten in de toekomst te voorkomen. Als ik naar de feiten kijk, kan ik stellen dat er sprake is van een robuust en zorgvuldig systeem.” 

Als een klant ten onrechte in het waarschuwingsregister is opgenomen, wordt de registratie verwijderd en de eventueel geleden schade vergoed of ongedaan gemaakt.  “Ten slotte worden alle gegevens over de zaak verwijderd en zijn deze niet meer extern zichtbaar.” 


Was dit nuttig?