Skip to Content

Het College: Actuariaat bij levensverzekeringen

Op deze pagina is ook content beschikbaar exclusief voor leden Log in voor toegang of vraag account aan.

Tijdens het laatste college van de masterclass staan de actuariële principes bij levensverzekeraars centraal. Hoe worden premies vastgesteld en wat doet een actuaris eigenlijk? Volgens risicodeskundige René Doff hebben (levens)verzekeraars vooral veel last van de lage rente. “Verzekeraars zijn geen tovenaars. De rente is heel laag en dat maakt het lastig.”

Collegereeks Bedrijfsvoering van een verzekeraar

Het Verbond van Verzekeraars heeft samen met de Amsterdam Business School van de Universiteit van Amsterdam een unieke masterclass van zes colleges ontwikkeld over de bedrijfsvoering van een verzekeraar. Na eerdere colleges, over risicomanagement, Solvency II, gedragseconomie en de korte versus de lange termijn is het actuariaat aan de beurt. In het vijfde college stonden de actuariële ‘wetten’ bij schadeverzekeringen centraal en in dit zesde – en laatste – college zijn  levensverzekeringen aan de beurt.


Om maar met de actualiteit te beginnen: heeft het pensioenakkoord gevolgen voor levensverzekeraars?

“Zeker. Onze pensioenen worden geregeld door pensioenfondsen en verzekeraars. In het nieuwe stelsel moeten beide partijen aan dezelfde regels voldoen en dat biedt ook kansen voor verzekeraars. Zo kan ik me voorstellen dat de overgang naar een nieuw stelsel voor kleine pensioenfondsen te complex wordt. En hoewel een aantal verzekeraars zijn handen vol zal hebben en niet zit te wachten op nieuwe acquisitie, zijn er vast ook pensioenverzekeraars die onderdak kunnen bieden aan kleine fondsen.”

De nadruk ligt vaak op de complexiteit bij pensioenen. Wat is de rol van de actuaris daarbij?

“Pensioenuitvoering is inderdaad complex en de vernieuwing van het stelsel maakt het er niet rustiger op. Een actuaris staat ervoor opgesteld om de pensioenrechten door de tijd heen te waarderen. Zowel voor een pensioen als een levensverzekering betaal je nu premie om in de toekomst een uitkering te krijgen. De premie die je betaalt, gaat in een beleggingspot, zodat er straks genoeg is om een uitkering te doen. Dat is ook de kracht van een levensverzekeraar of een pensioenfonds. Als je de beleggingen samen doet, spreid je de risico’s, terwijl je de kosten en de opbrengsten deelt.”

Wat zijn die risico’s?

“Grofweg zijn er twee soorten. De eerste heeft te maken met sterfte. Volgens de statistieken is de kans groot dat ik 82 word, maar stel dat ik ouder word. Dan zou het best slordig zijn als ik vanaf mijn 82ste geen geld meer krijg, toch? Aan de andere kant zijn er ook mensen die 76 worden in plaats van de verwachte 82 en dat lost elkaar per saldo mooi op. Dat systeem werkte altijd goed, maar door de medische voorzieningen, betere werkomstandigheden en een gezondere levensstijl worden we steeds (gezonder) ouder. En dat levert onder meer financiële problemen op, in verzekeringstermen wordt dat ook wel het ‘lang-levenrisico’ genoemd. De vergrijzing  wordt op den duur onbetaalbaar en is dan ook een van de belangrijkste redenen voor een nieuw pensioenstelsel. Het andere risico heeft met beleggen te maken.
Uiteindelijk kunnen we later toekomstige uitkeringen doen doordat we de premies beleggen, voornamelijk in obligaties en aandelen. Het zou (op zijn zachtst gezegd) een beetje slordig zijn als we net een aandelencrash hebben als die uitkeringen staan gepland. Dat beleggingsrisico moet ook worden beheerst. Pensioencontracten hebben altijd een gegarandeerd eindkapitaal beloofd, maar dat kan onder meer door de tegenvallende beleggingsrendementen allang niet meer worden waargemaakt.”

"Pensioencontracten kunnen gegarandeerd eindkapitaal allang niet meer waarmaken"

En wat is nou precies de rol van de actuaris?

“Een actuaris maakt gebruik van sterftestatistieken, die hij overigens ook helpt ontwikkelen en vertaalt naar de verzekeringsproducten. Die sterfetafels laten per leeftijdsgroep de kans zien op overlijden. Er zit een groot wiskundig model achter, maar samengevat komt het erop neer dat een actuaris uitrekent hoe groot de kans is dat jij ouder wordt dan verwacht of juist eerder komt te overlijden. Daarnaast analyseert de actuaris de rendementen op de lange termijn, zodat het risico voor jou als deelnemer zo klein mogelijk is. Dat is en blijft ook de essentie van verzekeren: het spreiden van de risico’s en het delen van de opbrengst.”

Heeft beleggen nog wel zin?

“Tja, daar zeg je wat. We hebben het altijd over aandelenmarkten, maar voor verzekeraars is de rente nog veel belangrijker. Zij beleggen het merendeel op de obligatiemarkten en daar speelt de rente een belangrijke rol. De lage rente is dan ook het grote probleem, want verzekeraars zijn geen tovenaars. En zolang de rente zo idioot laag is, rendeert hun spaarpot minder.”

Wat betekent de lage rente voor een verzekeraar?

“Dat hij uit eigen zak bij moet betalen. Stel dat een verzekeraar jou twintig jaar geleden vier procent rendement had beloofd. Dat kan hij, met de huidige rentestand, nu niet nakomen, maar het is jou wel beloofd. Dus zit er niks anders op dan bijleggen. Overigens loont het nog steeds om te beleggen. Die lage rente blijft ontzettend vervelend en maakt het werken lastig, maar beleggen voegt voor een klant nog steeds waarde toe. Tijdens een looptijd van dertig tot veertig jaar wordt de premie gemiddeld drie tot vier keer meer waard.”

"Het loont nog steeds om te beleggen"

Is dat het belangrijkste verschil met een schadeverzekering, die lange looptijd?

“De beleggingsinkomsten zijn voor een levensverzekeraars inderdaad belangrijker dan voor een schadeverzekeraar. De actuaris let erop dat de verzekeraar niet té veel risico loopt in het beleggingsbeleid en ‘bemoeit’ zich dus meer met bijvoorbeeld de risicospreiding en het renterisico. Aan de lage rente zelf kan hij niet veel doen, maar natuurlijk wel aan het risico.”

Er zit dus wel verschil tussen het actuariaat van een schade- of een levensverzekeraar?

“Zeker. Een actuaris bij een schadeverzekeraar is vooral bezig met het risico van klanten: de kans dat het huis afbrandt of de auto botst. En een actuaris bij een levensverzekeraar is met name heel actief bezig met het balansbeheer.”

De schade-actuaris gebruikt de schadedriehoek en een leven-actuaris de sterftetafels?

“Zo zou je het kunnen stellen. Het Actuarieel Genootschap publiceert elke twee jaar nieuwe sterftetafels, maar dan nog kan het zo zijn dat de Nederlandse sterftetafel niet goed past bij de specifieke verzekeraar waar jij werkzaam bent. Bijvoorbeeld omdat de gemiddelde leeftijd van de klanten veel lager of hoger is. De actuaris maakt daarom interne afgeleiden van de sterftetafels. Er wordt een eigen interpretatie gegeven aan die tafels, zodat deze beter passen bij de portefeuille. Maar, ik kan het niet vaak genoeg zeggen, het allerbelangrijkste verschil is dat de levensector veel meer last heeft van de lage rente. Dat maakt het werk niet onmogelijk, maar wel een stuk lastiger.”

Dit was het zesde en laatste deel van Het College op schrift. In september gaan de echte colleges weer van start. Geïnteresseerd? Kijk dan op onze website voor meer informatie.


Was dit nuttig?