Skip to Content

‘Nieuwe inzichten leiden tot betere verzekerbaarheid wat betreft arbeidsongeschiktheid van mensen met hiv’, zo meldden wij eind vorig jaar op onze site. “De behandeling is tegenwoordig heel goed”, zo vertelt Timmermans. “En het ziekteverloop van mensen met hiv wordt goed in de gaten gehouden. Cijfers tonen dat het AO-risico is afgenomen. Ik verwacht dat in de toekomst de behandeling nog verder aangepast en verbeterd kan worden, zodat het perspectief van groepen patiënten die nu nog een slecht vooruitzicht hebben, gaat verbeteren.”

Van conflict naar dialoog en begrip

Het beeld van de beleidsadviseur is dat de toegankelijkheid van levensverzekeringen voor deze groep over het algemeen goed is. Veel hangt af van iemands persoonlijke situatie, benadrukt hij. “Er kunnen bijzondere voorbeelden gelden zoals een extra premie, maar meestal kan een aanbod gedaan worden.”

Hij benadrukt dat het essentieel is dat verzekeraars goed op de hoogte blijven. Zowel via het eigen medische team als vanuit de richtlijnen van herverzekeraars. Timmermans is vooral trots op het feit dat er vanuit een ‘conflictsituatie’ is toegewerkt naar een goede verstandhouding tussen de patiëntenvereniging enerzijds en de verzekeringsbranche anderzijds. “We begonnen vanuit een lastige positie. HIV Vereniging Nederland vond verzekeraars veel te streng qua acceptatie en ook de medisch adviseurs uit onze branche gaven aan dat er nog te weinig data waren. Als zij zich (enkel) baseren op wetenschappelijke literatuur, lijkt er namelijk een hoge kans op uitval. In het onderzoekstraject zijn alle experts bij elkaar gekomen en hebben ze overlegd. De belangrijkste (onderzoeks)vraag hierbij was: ‘Welke data hebben verzekeraars nodig om een risico goed te kunnen inschatten?’. Toen bleek dat er nieuwe data ontsloten en gekoppeld kon worden, wat leidde tot beter inzicht. En was er uiteindelijk qua acceptatie meer mogelijk dan aanvankelijk werd gedacht.”

Verschil tussen ‘gewone’ arts en verzekeringsarts

Belangrijk om te beseffen is volgens Timmermans dat de behandelend arts anders naar risico’s kijkt dan een verzekeringsarts. “De behandelend arts ziet de patiënt regelmatig en is vooral bezig om de ziekte goed onder controle te krijgen. Bij een medisch adviseur van een verzekeraar ligt de focus vooral op wat de impact van de ziekte is op het werk dat de zzp’er uitvoert. En hij of zij moet het AO-risico van deze zelfstandige vergelijken met andere verzekerden die de aandoening niet hebben. Dankzij het onderzoek is het onderlinge begrip tussen deze twee groepen artsen gegroeid. Dat toegenomen wederzijdse begrip is iets heel moois.”

 

"Dankzij het onderzoek is het onderlinge begrip tussen deze twee groepen artsen gegroeid. Dat toegenomen wederzijdse begrip is iets heel moois"

Timmermans benadrukt dat dit onderlinge begrip heeft geleid tot een concreet resultaat. “Er ligt nu een onderzoeksrapport en daar komt nog een wetenschappelijk artikel bij dat wordt aangeboden aan een wetenschappelijk tijdschrift."

ADHD

Timmermans vertelt verder dat het Verbond al een poos in overleg is met de patiëntenvereniging van mensen met ADHD; Impuls & Woortblind. Ook deze keer gaat het over het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Er is al veel bekend over ADHD en het risico op arbeidsongeschiktheid, maar hierbij staat vooral centraal welke data verzekeraars nodig hebben om beter inzicht te krijgen in de verschillen binnen de groep mensen met ADHD en op de impact van behandeling en therapietrouw.

Landelijk Dataregister Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (LDAO)

Momenteel is een landelijk dataregister in oprichting om de data van verzekeraars en andere partijen bij elkaar te brengen. “Op deze manier willen we van verschillende ziektebeelden een beter beeld krijgen en het risico op uitval beter onderbouwen. Bij dit registeren willen we data van verzekeraars gebruiken, maar ook gegevens van externe partijen buiten de sector zoals het CBS, het UWV en vanuit de wetenschap.”

Toekomst AOV

Timmermans blikt vooruit op de toekomst van de AOV. “Er wordt op dit moment gewerkt aan een verplichte AOV die publiek wordt uitgevoerd. Dat wordt een basisvoorziening voor elke zelfstandige; voor iedereen toegankelijk en zonder gezondheidsvragen. Zelfstandigen zullen daarnaast een aanvullende, bovenwettelijke AOV kunnen afsluiten, of onder voorwaarden kunnen kiezen voor een private opt-out-verzekering. Als sector vinden we het belangrijk dat deze producten ook goed toegankelijk zijn voor mensen die een ziekte of aandoening hebben of hadden. Het dataregister speelt hierbij ook een belangrijke rol, omdat het helpt om meer en andere data te gebruiken voor inzicht over het AOV-risico.”